V O O R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Kamer wil onderzoek naar 'Srebrenica'
Door een onzer redacteuren
In de gisteren aan het parlement verzonden brief van de ministers Van Mierlo en Voorhoeve staat dat ,,geen enkel bewijs'' is gevonden voor beschuldigingen aan het adres van Frankrijk en de Verenigde Naties over het bewust opgeven van Srebrenica. In een reactie op de brief zei het Kamerlid Valk (PvdA) te denken aan een speciale onderzoekscommissie, bijvoorbeeld onder voorzitterschap van de voormalige Amerikaanse president Carter. Die zou ,,de hele toedracht rond de val van de enclave en de besluitvorming door de VN, voor eens en altijd goed moeten uitzoeken''. J. Hoekema, Kamerlid voor D66, zei gisteravond: ,,De onderste steen moet boven komen. Er zijn nog te veel vragen onbeantwoord gebleven.'' Volgens CDA- parlementariër De Hoop Scheffer zijn ,,de argumenten voor een internationaal onderzoek er niet zwakker op geworden.'' De VVD was gisteravond voor een reactie niet bereikbaar. Minister-president Kok noemde de antwoorden die Frankrijk en de Verenigde Naties hebben gegeven op vragen van de Nederlandse regering ,,voldoende''. ,, Ik heb geen redenen te twijfelen aan de woorden uit Parijs en New York'', zei Kok gistermiddag na afloop van de ministerraad. Het kabinet acht nader onderzoek dan ook overbodig. De Kamerleden Valk, Hoekema (D66) en De Hoop Scheffer (CDA) dachten daar gisteravond anders over. Valk: ,,Ook na de brief blijven er te veel vragen open over de precieze toedracht van de val van de enclave. Waarom bleven de airstrikes uit? Wist of vermoedde men iets over massamoorden in Srebrenica? Deze vragen zullen, vrees ik, gesteld blijven worden.'' In NRC Handelsblad en een televisiedocumentaire van de IKON werd onlangs gesteld dat de Verenigde Naties de 'veilige gebieden' in Oost-Bosnië vorig jaar bewust opgaven op grond van een herenakkoord met de Bosnisch-Servische militaire leiding. De Franse VN-generaal Janvier zou het luchtwapen bij Srebrenica op verzoek van de Franse president Chirac niet hebben ingezet. De ministers Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) en Voorhoeve (Defensie) stellen in hun brief echter dat ,,het concept van de safe areas heeft gefaald''. ,,De verantwoordelijkheid voor het onvermogen van de internationale gemeenschap om de bevolking van Srebrenica te beschermen mag niet worden afgewenteld op de VN-vredesmacht in het voormalige Joegoslavië of op Frankrijk.'' De perspublikaties waren voor de Nederlandse regering aanleiding contact op te nemen met de Verenigde Naties en de Franse regering. Afgelopen woensdag spraken Van Mierlo en Voorhoeve in Den Haag met VN-gezant Akashi. Kok zei gisteren dat de Nederlandse regering bij navraag in Parijs, New York, Londen en Washington ,,geen bevestiging heeft gekregen van de beschuldigingen''. Het kabinet houdt daarom vast aan de conclusies die zijn getrokken tijdens het laatste Kamerdebat over de val van Srebrenica, op 19 december vorig jaar. Volgens Kok betekenen de ontkenningen uit Parijs en New York niet dat ,,het boek-Srebrenica op elk onderdeel gesloten'' is. ,,Het zou weleens kunnen betekenen dat dat voor een hele reeks van jaren niet gesloten is. De verwachting dat alle nieuwsvorming en informatieverspreiding nu ophoudt, is vrij naïef. Dat er nieuwe inzichten over de val van Srebrenica zullen ontstaan, naar aanleiding waarvan je er dieper moet induiken, net als nu, is niet uitgesloten'', aldus de minister-president. Van Mierlo en Voorhoeve wijzen er in hun brief op dat er een verschil is tussen luchtaanvallen en luchtsteun aan VN-eenheden die werden aangevallen. De Franse regering heeft bevestigd dat zij er destijds bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties op heeft aangedrongen geen luchtaanvallen uit te voeren zolang de Bosnische-Serviërs VN-personeel gegijzeld hielden. ,,Deze opvatting werd gedeeld door veel VN-lidstaten, waaronder Nederland'', zo staat in de brief. President Chirac heeft de Servische president Milosevic destijds met klem verzocht ervoor te zorgen dat de blauwhelmen snel zouden worden vrijgelaten. Maar ,,er was geen sprake van toezeggingen'', schrijven Van Mierlo en Voorhoeve. VN-gezant Akashi heeft tegenover de Nederlandse regering bevestigd dat er in die periode internationale consensus over bestond dat er geen luchtaanvallen zouden worden uitgevoerd zolang er VN-personeel was gegijzeld. Ook daarna zijn massale luchtaanvallen volgens Akashi niet meer overwogen. D66-Kamerlid Hoekema sprak hier gisteravond zijn bevreemding over uit en wil dit door de internationale commissies laten uitzoeken. Generaal Janvier is volgens Akashi bij verzoeken om luchtsteun uitsluitend op zijn eigen militaire oordeel afgegaan. ,,De Franse regering ontkent ten stelligste dat president Chirac generaal Janvier zou hebben opgedragen luchtsteun aan Dutchbat uit te stellen'', aldus de brief van de bewindslieden.
|
NRC Webpagina's
8 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |