O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Vuurdoop HET BESTE IS ALS alles goed gaat. Maar dat gebeurt zelden. Zeker in de ruimtevaart, waar een klein mankement aan een van de duizenden raketonderdelen al het einde van een missie kan betekenen. De mislukte eerste testvlucht van de Ariane-5 raket heeft die harde waarheid weer eens op dramatische wijze aan het licht gebracht. Een paar trillingen in de uitlaatpijp, en tien jaar onderzoek en vijftien miljard gulden verdampten gisteren in een gruwelijk vuurwerk. Ook 300 miljoen gulden Nederlands belastinggeld is aan deze nieuwe stap in de Europese ruimtevaart besteed. Toch is wanhoop over Europese voortgang in de ruimte voorbarig. Natuurlijk, in China en in de VS maken de ruimtevaartdirecteuren stilletjes vreugdedansen in hun kantoren. Daar gloort weer hoop op een stijgend aandeel in de aantrekkelijke markt van lanceringen van communicatiesatellieten. Zo wordt in de moderne ruimtevaart het spel gespeeld. Exploderende raketten zijn "all in the game'; het is het risico van het vak. Eerder dit jaar ontplofte een Chinese Lange-Marsraket, in 1994 explodeerden een Ariane-3 en een Ariane-4 raket en in 1992 en 1991 gingen twee Amerikaanse Atlasraketten in vuur ten onder. Dit fiasco is geen ontmoedigend unicum. IN IEDERE MISLUKKING ligt het begin van nieuwe kennis. Het is nu aan de Europese ruimtevaartorganisatie ESA om die lessen te trekken. Afblazen van het Ariane-programma zou absurd zijn. Dan zou de investering van vijftien miljard gulden echt verdampen. En alleen al de communicatie-satellieten vormen zo'n belangrijk onderdeel van de moderne informatiemaatschappij dat Europa de ruimtevaart niet louter aan andere werelddelen kan overlaten. Duidelijk moet worden of de trillende uitlaat van de ESA-missie V501 te wijten is aan een toevallige vergissing van een ingenieur of aan een structureel verkeerde organisatie van de produktontwikkeling en kwaliteitscontrole. De bijna-ramp van Apollo-13 werd ooit veroorzaakt door een kapotte schakeling. Maar de verschrikkelijke ramp van de Challenger in 1986, waarbij zeven astronauten omkwamen, kon vooral aan de wrakkige organisatie van de NASA worden geweten. Wat dat betreft mag de ESA van geluk spreken dat de fout in Ariane-5 al bij de eerste testvlucht aan het licht is gekomen en niet bij een bemande vlucht, waarvoor de raket mede is ontworpen. Voorlopig treft de grootste ramp de wetenschappers die hadden moeten werken met de vier wetenschappelijke satellieten die Ariane-5 in haar val meesleurde. Alleen dit hoofdredactionele commentaar verwoordt de mening van de krant
|
NRC Webpagina's
5 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |