U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE  | OVERZICHT

  VOORPAGINA  
  BINNENLAND  
  BUITENLAND 
  KUNST  
  OPINIE  
  SPORT  
  MEDIA  
  ECONOMIE  
  ACHTERPAGINA  

S e l e c t i e


Recensie

Televisie

Films op tv

Radio

R E C E N S I E
Boeiende kinderserie
over grote veranderingen

Door BREGJE BOONSTRA
Een van de activiteiten van de European Broadcasting Company - een samenwerkingsverband van Europese publieke omroepen - is de jaarlijkse coproductie van reeks documentaires voor kinderen. Onder supervisie van een ouwe rot in het documentairevak - deze keer Trudy van Keulen van de VPRO - worden rondom een vastgesteld thema bijdragen aan een pool geleverd. In ruil voor de eigen produktie krijgt elke omroep die van de andere deelnemende landen 'cadeau'.

Zondag begint in Villa Achterwerk de elfdelige serie van dit jaar, met als thema Een grote verandering. Twaalfjarige Katia bijvoorbeeld zat op de olympische sportschool in Moskou en moest vanwege een blessure haar topsport opgeven. Esra uit Turkije verhuisde van het weeshuis naar een pleeggezin en Engelse Kira was een gewoon schoolmeisje, tot ze door een modetijdschrift werd uitgekozen als aankomend topmodel.

De serie opent met de Nederlandse bijdrage Toen het vliegtuig viel van Wilma Ligthart. Miquel Vanier woont in de Bijlmermeer. Voor hem kwam de grote verandering drie jaar geleden met de vliegtuigramp, waarbij zijn beste vriend en vriendinnetje omkwamen. Miquel beschrijft wat hij zich herinnert: het gillen en de uit de flat springende mensen, de kleren die hij in de struiken zag hangen en de teddybeer met één arm. Hij vertelt waarom zijn vriend zijn vriend was en hoe hij zijn vriendinnetje de dag vóór het ongeluk nog had geschreven dat hij wel met haar wilde gaan. Hij praat over zijn nachtmerries en zijn angst om buiten te spelen en zegt met enige berusting dat de vliegtuigen nog altijd te laag overvliegen.

Zorgvuldig en met oog voor detail worden verlies en rouw geportretteerd. Roerend is het moment bij het gedenkteken, waar Miquel brieven en tekeningen neerlegt. Hij heeft ze voorgelezen en getoond aan de lucht, 'zodat zij het zouden zien en horen'. Camera en microfoon zijn onafgebroken gericht op het ernstige, donkere hoofd en de monotone stem van de verteller. Alles is gefocust op zijn alleenheid. Vooral bij enkele iets te nadrukkelijke beelden roept dat een licht gevoel van voyeuristische gène op.

In de Noorse aflevering verhuist een in Noorwegen geboren zwart meisje naar Zuid Afrika, waar haar ouders vandaan komen. Op haar nieuwe school moet ze een uniform aan en hokken blanke en gekleurde kinderen in de pauze bijelkaar. Tijdens de kennismaking met een hele stam van onbekende familieleden wendt ze zich gruwend af bij de rituele slachting van een geit. De elfjarige Nosizwe weet haar verscheurdheid precies te treffen: ,,Mijn wortels liggen in Zuid Afrika, maar mijn hart is in Noorwegen.'' De ongewone problematiek geeft de kijker veel om over na te denken. Helaas ontbrak de tijd om uit te leggen hoe die Zuidafrikaanse familie in Noorwegen terecht kwam.

De beschikbare tijd is so wie so krap: elke aflevering duurt ongeveer vijftien minuten. Een televisieproject met zo'n brede en interessante opzet vraagt eigenlijk om een langere adem dan deze kwartiertjes. Maar voor documentaires, die dan ook nog eens voor kinderen bestemd zijn, zal uit die Europese pot wel niet meer geld beschikbaar zijn. Laat staan uit de individuele omroeppotten.

Een grote verandering, Ned.3, 10.20u.

Het verlangen naar een
onbestaanbaar Curaçao

Door HAN VERBEEM
Voor kunstenaars is de eenvoud en ongereptheid van de natuur een eeuwenlange inspiratiebron geweest. Zo ook voor de naïeve schilder Hipólito Ocalia (1916-1984), over wiens werk en leven de NPS zondag een documentaire uitzendt. Ocalia die in één adem met naïeven als Henri Rousseau en Sal Meijer wordt genoemd, werkte en woonde op Curaçao en schilderde de landschappelijke omgeving van Seru Grandi aan de oostzijde van het eiland.

Regisseur Sherman de Jesus is er in geslaagd Curaçao weer te geven zoals Ocalia dat zelf ook gezien moet hebben. Met flasch-backs (een jongen die de schilder speelt en uitkijkt over het eiland) en fragmenten uit brieven krijgt de kijker romantische, weemoedige beelden van het eiland voorgeschoteld die in schril contrast staan met de commerciële toeristenindustrie. Maar het is waar: Ocilia woonde het grootste deel van zijn bestaan in soberheid en afzondering, hij leefde van de schamele opbrengsten van zijn werk. Zijn schilderijen zijn persoonlijk, bijna intiem en laten een nog onbedorven Curaçoa zien zonder flats, souvenirshops en discotheken. Het zijn de veelkleurige gedachten van een groot kind dat in een eigen wereld leeft en verlangt naar een omgeving die nooit zal bestaan. Ocalia schilderde Curaçao naar de werkelijkheid, maar dan wel zoals híj die zag.

Aanvankelijk verkocht hij op triplex getekende werken aan toeristen en rijke eilandbewoners, later schilderde hij ook op bestelling. De opdrachtgevers die hem nog hebben gekend laten trots het werk zien, wegmijmerend bij de gedachten aan deze innemende en in hun ogen vooral ongecompliceerde persoonlijkheid. Al deze 'vrienden' zijn blank, relatief rijk en van Europese afkomst. Ze vertellen schaamteloos alle details die de kunstwerken voor hen zo bijzonder maken. Een vrouw laat twee triplex plaatjes zien die Ocalia zélf heeft beschilderd. De schilder belde op een goede dag aan en bood haar man de paneeltjes aan. Voor geld, wat een durf! Pas later hoorde zij dat het Ocalia betrof die zich tot een gevierd schilder had ontwikkeld. ,,Ha, ha en ik heb nog wel afgepingeld. Erg he?'' Een ander vertelt hoe hij Ocalia een fotocollage aanbood met de opdracht er voor hem een mooi schilderij van te maken.

Behoudens de oprechte verhalen van enkele persoonlijke vrienden en familieleden, lijken de meeste van deze herinneringen aan Ocalia onecht. De kapitaalkrachtige Westerlingen gaan er prat op dat ze de kunstwerken in de jaren zeventig zo goedkoop hebben aangeschaft. ,,Onlangs hebben we een werk van hem verkocht, dat leverde ons toch nog een leuk bedrag op.''

Ocalia, Ned.3, 16.30-17.00

NRC Webpagina's #000
13 APRIL 1996


(I.M.)

    Bovenkant pagina Inhoud Media

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)