TECHNOLEASE
NIEUWS &
ACHTERGRONDEN
DISCUSSIE
& OPINIE
KAMERSTUKKEN
|
EU-commissaris vraagt opheldering over technolease
Door een onzer redacteuren
BRUSSEL/DEN HAAG, 6 FEBR. Europees
commissaris Van Miert (mededinging) heeft gisteren officieel besloten de
Nederlandse regering opheldering te vragen over de toepassing van de
technolease-constructie bij Philips. Van Miert zet deze stap naar
aanleiding van publicaties in deze krant vorige week. Hij vermoedt dat
Nederland door toepassing van technolease een vorm van verboden
staatssteun heeft toegepast.
De Europees commissaris is er met name over gevallen dat het toenmalige
kabinet-Lubbers/Kok de verlening van de fiscale faciliteit aan Philips
en de Rabobank niet aan Brussel heeft voorgelegd voor een toets op de
staatssteunregels die concurrentievervalsing beogen tegen te gaan. ,,Die
zaak had destijds moeten worden aangemeld'', aldus Van Miert vanochtend
op Radio 1.
Het besluit Philips en de Rabobank een technolease-constructie te gunnen
werd in de zomer van 1993 in het diepste geheim genomen. Enkele maanden
later lekten enkele globale gegevens uit over de constructie. Vorige
week werd duidelijk dat met de technolease 2,8 miljard gulden aan
technologische kennis was gemoeid, waarvoor Philips in het eerste jaar
van het voor tien jaar gesloten contract 680 miljoen gulden van de
Rabobank ontving. Philips kwam daarmee uit de acute financiële
problemen. De Rabobank had als voordeel van de transactie dat ze 2,8
miljard gulden over tien jaar van de winstbelasting kan aftrekken.
Volgens ambtelijke prognoses verwierf de Rabobank daarmee een fiscaal
voordeel van 1,1 miljard.
Een werkgroep van de Tweede Kamer, voorgezeten door het Kamerlid Van Rey
(VVD), heeft vanmiddag vragen opgesteld over de technolease aan Philips
en Rabobank. De vragen zijn gericht aan het kabinet en aan de Algemene
Rekenkamer, die de technolease aan Fokker vorig jaar heeft onderzocht.
Aan het begin van de middag had de werkgroep nog geen besluit genomen of
ook Tweede-Kamerleden moeten worden gehoord. Volgens voorzitter Van Rey
zouden hijzelf en de Kamerleden Mateman (CDA) en Rabbae (GroenLinks) in
dat geval uit de werkgroep moeten stappen omdat ze destijds woordvoerder
waren voor hun fractie. Op korte termijn hoopt de werkgroep de
antwoorden binnen te hebben. Onder meer op basis van deze informatie
wordt besloten of er een parlementair onderzoek komt.
Pagina 2: EC kan alle staatssteun terugeisen
Met het vragen van inlichtingen aan de Nederlandse regering zet Van
Miert een eerste stap in een procedure die grote consequenties voor
Philips, de Rabobank en de overheid kan hebben. Na afronding van de
informatie-inwinning kan de Europees commissaris formeel een onderzoek
naar verboden staatssteun starten. Dit is eerder inzake de
Fokker-technolease gebeurd, maar dat onderzoek is gestaakt na het
faillisement van Fokker begin vorig jaar.
De sanctie die de Europese commissie kan opleggen is terugvordering van
de verstrekte staatssteun, inclusief rente over de periode dat de steun
volgens de commissie illegaal was. ,,Daar hebben we tientallen gevallen
van'', aldus Van Miert. ,,Renault heeft destijds bijvoorbeeld vele
miljarden moeten terugbetalen. Hetzelfde geldt voor de autoindustrie in
Groot-Brittannië.''
Een eventueel negatief oordeel van de commissie biedt concurrenten van
Philips en de Rabobank de mogelijkheid door hen geleden schade wegens
concurrentievervalsing te verhalen op de Nederlandse overheid. Sinds
juli vorig jaar bestaat daarover jurisprudentie bij het Europees Hof van
Justitie. In een uitspraak over enkele gevallen van Franse staatssteun
bepaalde het Hof dat de bedrijven de staatssteun moesten terugbetalen.
Daarnaast stelde het Hof dat de concurrenten van de gesteunde bedrijven
die menen benadeeld te zijn hun schade kunnen verhalen op de overheid.
,,Dit kan voor de Staat der Nederlanden een héél dure
affaire worden'', zei de Britse L. Hancher, hoogleraar Europees recht
aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam zaterdag in deze krant.
NRC Handelsblad, 6 februari 1997
|
NRC Webpagina's
februari 1997
|