TECHNOLEASE
NIEUWS &
ACHTERGRONDEN
DISCUSSIE
& OPINIE
KAMERSTUKKEN
|
De Vries tegen technolease; Lubbers dwong fiscale steun af
Door onze redacteuren CEES BANNING en TOM-JAN MEEUS
DEN HAAG, 1 FEBR. Premier Lubbers heeft de
fiscale constructie voor Philips en Fokker afgedwongen waardoor de
overheid volgens ambtelijke berekeningen een belastingvoordeel aan de
Rabobank verleende van 1,8 miljard gulden.
Uit een vertrouwelijke 'amice'-brief van de toenmalige CDA-minister van
Sociale Zaken De Vries aan zijn partijgenoot Lubbers blijkt bovendien
dat door het CDA/PvdA-kabinet in 1994 ,,bewust essentiële
informatie'' aan de Kamer is onthouden over de honderden miljoenen die
de fiscus misliep door het contract met Fokker. Vrijdag werd via deze
krant al bekend dat de grote fracties uit de Tweede Kamer menen dat zij
inzake de Philips-technolease onvolledige informatie hebben gekregen.
VVD en GroenLinks eisen een parlementair onderzoek. D66, daarin gesteund
door de PvdA, pleit voor een onderzoek door de Algemene Rekenkamer. De
voorzitter van de Kamercommissie voor Financiën, Ybema (D66), wil
,,gelet op het belang van de zaak'' alle betrokken Kamercommissies op
zeer korte termijn bijeenroepen om een besluit te nemen over het
onderzoek.
Uit een reconstructie die deze krant heeft gemaakt van de zomer van 1993
en 1994, toen het kabinet-Lubbers/Kok besloot Philips en Fokker
financieel te hulp te schieten, blijkt dat premier Lubbers instigator
was bij het besluit de omstreden technolease-constructie toe te passen.
De belastingdienst wees de constructie in 1993 en 1994 driemaal af,
waardoor CDA-staatssecretaris Van Amelsvoort (Financiën) zich
genoodzaakt zag dat besluit te volgen.
Lubbers bewerkte daarop Van Amelsvoort via interne memo's en gesprekken
zodanig dat de staatssecretaris naar zijn zeggen geen keus had. ,,Ruud
wilde hoe dan ook dat het doorging'', aldus Van Amelsvoort, die in 1994
overwoog af te treden. Het besluit over Fokker, dat de Rabobank volgens
een geheim rapport van de Algemene Rekenkamer een fiscaal voordeel van
770 miljoen gulden verschafte, werd genomen enkele weken voordat het CDA
in 1994 uit het kabinet verdween.
De steunoperatie aan Philips verschafte de Rabobank volgens ambtelijke
notities een fiscaal voordeel van 1,1 miljard gulden. De Rabobank
bestrijdt de ambtelijke berekeningen en komt uit op een nettowinst van
150 miljoen gulden, beduidend lager dan de ambtelijke rekensommen.
Toenmalig PvdA-minister van Financiën Kok was formeel
verantwoordelijk voor de toepassing van de technolease. De huidige
premier heeft zich volgens diverse betrokkenen afzijdig gehouden van de
discussie, maar stemde in de ministerraad toch met de constructie in.
Dit gebeurde nadat in 1993 grote druk was uitgeoefend op politici, wie
vertrouwelijk werd gemeld dat ,,Philips op instorten stond'', zegt
voormalig fractievoorzitter Wöltgens van de PvdA. In 1994 gold
hetzelfde voor Fokker. Kok laat weten geen reactie te geven zolang
Kamervragen over de zaak niet zijn beantwoord.
Het felste verzet tegen de technolease bij Fokker in 1994 kwam van De
Vries. Hij typeert het fiscale voordeel dat de Rabobank verwierf als
,,abnormaal''. Destijds dwong hij een extra vergaderronde in het kabinet
af voordat de constructie aan Rabobank en Fokker werd gegund. Daarna
ontdekte hij, zegt De Vries, dat de Kamer niet bekend was met de fiscale
gevolgen en bepleitte hij in een brief van 29 juli 1994 aan Lubbers die
informatie alsnog te verstrekken.
De Vries vreesde voor ,,het aanzien van de politiek'' als dat niet
gebeurde.
NRC Handelsblad, 1 februari 1997
|
NRC Webpagina's
februari 1997
|