TECHNOLEASE
NIEUWS &
ACHTERGRONDEN
DISCUSSIE
& OPINIE
KAMERSTUKKEN
|
VVD eist onderzoek constructie; Kamer onkundig van steun
Philips
Door onze redacteuren CEES BANNING en TOM-JAN MEEUS
DEN HAAG, 31 JAN. De fiscale constructie
waarmee de overheid enkele jaren geleden Philips heeft gesteund kost de
Nederlandse staat veel meer geld dan totnutoe bekend is geworden.
Volgens deskundigen is de constructie illegaal omdat het staatssteun
betreft die door de Europese Unie is verboden. Regeringspartij VVD en
oppositiepartij GroenLinks eisen een parlementair onderzoek.
Bij de constructie - de 'technolease' - werd voor een bedrag van 2,8
miljard gulden aan technologische kennis door Philips aan Rabobank
verkocht, aldus bevestigen bronnen bij de overheid en in de bankwereld.
De kennis werd na de verkoop weer verhuurd aan Philips.
Philips kreeg in 1993 door de verkoop 680 miljoen gulden betaald. De
rest van de transactiesom betaalt Rabo de negen jaar daarna, maar
daartegenover betaalt Philips lease-royalties die ongeveer gelijk zijn
aan de jaarlijkse afbetaling van Rabobank. Rabobank kan de 2,8 miljard
gulden over tien jaar afschrijven van de winstbelasting, waardoor de
staat volgens ambtelijke berekeningen 1,1 miljard gulden inkomsten
misloopt. Het kabinet-Lubbers/Kok stemde ondanks verzet van de
belastingdienst in met de constructie uit vrees dat het
elektronica-concern failliet zou gaan.
Totnutoe werd door uitspraken van toenmalig minister Andriessen
(Economische Zaken, CDA) op 8 oktober 1993 voor de VPRO-radio alleen
bekend dat met de technolease bij Philips ,,know how voor enkele
honderden miljoenen'' verkocht zou zijn. Het kabinet-Lubbers/Kok heeft
de Tweede Kamer alleen vertrouwelijk over de technolease-constructie
ingelicht.
Volgens diverse parlementariërs is de Kamer niet over de werkelijke
omvang van de transactie geïnformeerd. ,,We kregen de indruk dat
het om enkele honderden miljoenen ging'', aldus Tweede-Kamerlid J. van
Rey (VVD), voorzitter van de Kamercommissie voor de rijksuitgaven. ,,Het
was niet precies aan te geven, zei het kabinet. In 1993 was de
informatievoorziening bar, bar en bar slecht.'' Ook de toenmalige
fiscalist van de CDA-fractie, T. Vreugdenhil, zegt dat ,,dit bedrag
nooit aan ons is gemeld'', maar later wel te hebben ,,begrepen dat het
om een dergelijke omvang moest gaan''. De Tweede-Kamerleden G. Ybema
(D66) en W. van Gelder (PvdA) zeggen eveneens dat de ware omvang van de
transactie niet aan de Kamer is voorgelegd.
De Algemene Rekenkamer publiceerde eind vorig jaar een kritisch rapport
over de technolease-constructie bij Fokker uit 1994. De Rekenkamer
oordeelde dat technolease wegens gederfde belastinginkomsten
onverantwoord duur is voor de overheid. Bij Fokker ging het echter om
minder geld dan bij Philips; over Philips heeft de Rekenkamer niet
gerapporteerd. Van Rey vindt dat de Tweede Kamer deze zaak nu zelf moet
onderzoeken. ,,Wij hebben nog steeds niet de juiste informatie'', aldus
Van Rey. ,,Alle feiten moeten boven tafel komen'', zegt de
fractiewoordvoerder van GroenLinks. D66'er Ybema pleit voor een
aanvullend onderzoek door de Algemene Rekenkamer.
Het inmiddels failliete Fokker droeg in 1994 technologische kennis aan
Rabobank over ter waarde van 2,1 miljard gulden waarvoor Rabobank in het
eerste jaar 411 miljoen gulden betaalde. De kosten voor de staat aan
gemiste belastinginkomsten werden in een ambtelijke notitie voor de
ministerraad in 1994 geraamd op 770 miljoen gulden, zo staat in een
geheim deel van het Rekenkamer-rapport. In het openbare noch het geheime
rapport van de Rekenkamer worden de cijfers over de Philips-technolease
genoemd.
Pag.17: Zware sancties mogelijk
De Rekenkamer beschikt daar wel over, zo bevestigen betrokkenen die de
Rekenkamer hebben geïnformeerd over de details van de
technolease-transactie bij Philips. ,,Ik vind het zeer vreemd dat de
Rekenkamer dat niet aan de Tweede Kamer heeft gemeld'', aldus Ybema.
De Britse hoogleraar Europees recht in Rotterdam, L. Hancher, wijst erop
dat de Nederlandse staat door de technolease van Philips niet aan te
melden in Brussel ,,illegaal'' heeft gehandeld. Volgens haar is sprake
van concurrentievervalsing. De Europese Commissie kan daartegen optreden
met zware sancties, zoals terugbetaling van de staatssteun door de
bedrijven.
Eveneens is het mogelijk, aldus Hancher, dat concurrenten van Philips de
door hen opgelopen schade wegens de steun aan Philips verhalen op de
Nederlandse overheid.
Ook de Leidse hoogleraar Europees recht P.J. Slot, met Hancher auteur
van een handboek over staatssteun in Europa, oordeelt op grond van de
hem voorgelegde feiten dat Nederland de technoleasetransactie in Brussel
,,had moeten aanmelden''.
Een woordvoerder van Philips wees er vanmorgen op dat ,,deze deal
destijds de instemming heeft gehad van alle relevante instanties'' en
onthield zich van verder commentaar. Oppositiepartij CDA was vanmorgen
niet bereikbaar voor commentaar.
NRC Handelsblad, 31 januari 1997
|
NRC Webpagina's
februari 1997
|