Buitenlands beleid met meer wisselende coalities
J.M. BIK
,,Gedreven door idealisme maar gestuurd door realisme'', met een open
oog voor het Nederlandse belang en met ,,een buitenlands beleid van ons
allemaal'', zo wil minister J.van Aartsen (Buitenlandse Zaken) de
komende jaren werken. Daarbij zal hij zonodig ,,wisselende
internationale coalities'' zoeken en de ,,onmisbare'' band tussen
Europa, Nederland en de VS versterken.
Minder dan zijn voorganger, H. van Mierlo, wil Van Aartsen Nederland
opsluiten in vaste coalitiepatronen met buurlanden, of zich strikt
oriënteren op de Benelux of de as Bonn-Parijs. Hij hoopt in
wisselende coalities soms meer voor het Nederlandse belang te kunnen
doen. Een goede band met de VS is niet alleen nodig, omdat de Europese
Unie daar niet buiten kan, bijvoorbeeld om Amerikaanse steun op de
Balkan te verzekeren, maar ook omdat het dan af en toe mogelijk is met
Washington van mening te verschillen zonder dat dat veel kwaad bloed
zet. Van Aartsen wil Nederland in de wereld niet laten behandelen als
,,klein land'', hij wil benadrukken dat Nederland als internationale
investeerder, als contribuant van geld en militaire middelen aan de
Verenigde Naties en andere internationale organisaties ,,zich niet in de
hoek hoeft te laten zetten''.
Met minister E.Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking) heeft Van Aartsen
voor de komende jaren afgesproken dat Buitenlandse Zaken ,,met
één mond'' zal spreken. Dat doen zij
later deze maand ook in de jaarlijkse vergadering van de Verenigde
Naties, als zij pleiten voor de Nederlandse kandidatuur voor een
(roulerende) zetel in de Veiligheidsraad in 1999 en 2000. De VN zullen
daarover in oktober stemmen. In de toelichting op hun begroting
onderstrepen Van Aartsen en Herfkens de Nederlandse kwaliteit voor zo'n
zetel. Daar beginnen ze mee. Zo wijzen ze erop dat Nederland het enige
land is dat in zijn grondwet ,,de bevordering van de internationale
rechtsorde'' heeft opgenomen en ,,zich van oudsher kenmerkt door een
actieve internationale instelling''.
Van Aartsen kondigt aan dat zijn departement meer aandacht zal geven aan
het lot van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen.
Over de vaak gekritiseerde ambtsberichten van zijn ministerie, die gaan
over de vraag of afgewezen asielzoekers zonder gevaar naar hun land van
herkomst kunnen worden teruggestuurd, zei hij: ,,Die moeten beter worden
en sneller beschikbaar zijn.''
Minister Herfkens wil er niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten
naar streven dat de regering met ,,meer coördinatie en coherentie''
optreedt. Zij kritiseert bijvoorbeeld dat collega-vakministers soms in
internationale organisaties verschillende standpunten namens Den Haag
innemen. Herfkens wil voorts geld vrijmaken om bij de
Wereldhandelsconferentie (WTO) in Genève een internationale
rechtswinkel op te richten voor arme landen, die er
bij het touwtrekken van de grote, geïndustrialiseerde landen vaak
niet aan te pas komen. Nu de in 1992 beëindigde
ontwikkelingsrelatie met Indonesië is hersteld, zal Nederland voor
136 miljoen gulden meedoen aan het saneren van de Indonesische schulden.
Deze kwijtschelding wordt als zuivere hulp aangemerkt en drukt op de begrotingen voor 1998 en 1999. Later moet beslist worden
welke hulp verder nog wordt geboden.
Voor Suriname zijn voor de komende jaren geen nieuwe hulpbedragen
opgevoerd. Den Haag wil wachten tot de verkoelde verhoudingen zodanig
zijn hersteld dat over de besteding van nieuwe hulp kan worden overlegd.
Van Aartsen is niet van plan Suriname de komende jaren ,,in het centrum
van het buitenlands beleid te laten staan''. ,,We moeten in Nederland
van de Suriname-hectiek af'', vindt de minister.
Herfkens gaat het aantal landen en thema's waarvoor hulp wordt
uitgetrokken beperken en ze gaat meer doen aan coördinatie en
concentratie binnen het totaalpakket. Desgevraagd zei zij ,,nog niet
precies te weten'' om hoeveel landen en thema's het gaat. De schatting
van haar ambtenaren, 63 landen, lijkt haar te laag. Een andere weg dan
haar voorganger en partijgenoot J.Pronk wil zij ook inslaan voor zover
hulpverlening vaker via internationale organisaties, en minder langs
bilaterale kanalen, moet gaan verlopen. Armoedebestrijding dient voorop
te staan, en daarbij denkt zij niet aan landen die ook zelf kunnen lenen
op de internationale kapitaalmarkt, zoals China.
Schending van mensenrechten en slecht bestuur en corruptie wil Herfkens
vaker bestraffen door hulp op te schorten of te beeindigen. Zij maakt
zich zorgen over de druk op haar budget (0,8 procent
van het bruto binnenlands product) die de komende jaren zou kunnen
ontstaan, bijvoorbeeld doordat de economische groei beneden de geraamde
twee procent blijft, en het bbp lager uitvalt. Ze houdt ook rekening met
een groter aantal asielzoekers met een A-status dan is aangenomen. Ze
betwijfelt of de jaarlijkse reservering in haar budget voor de opvang
van zulke (politieke) vluchtelingen (vier keer 244 miljoen) voldoende
zal zijn.
Minister F. de Grave (Defensie) belooft de Tweede Kamer dat hij
,,uiterlijk begin volgend jaar'' schriftelijk zal laten weten hoe en
waar hij de hem opgedragen bezuinigingen van jaarlijks 375 miljoen wil
aanbrengen. In 2000 zal hij dan, mede aan de hand van reacties van
NAVO-partners en het parlement, de definitieve Defensienota uitbrengen.
Sinds in 1993 de Prioriteitennota uitkwam, is het personeelsbestand van
Defensie met 25.000 ingekrompen en is een miljard minder uitgegeven dan
was geraamd. Daardoor zal de geplande verdere beperking met nog eens
drieduizend mensen moeilijk worden, ook omdat de beperking van de
centrale organisatie op het ministerie met 25 procent nog niet afgerond
is, waarschuwt De Grave.
BUITENLANDSE ZAKEN
J. van Aartsen (VVD)
Budget: 8,7 miljard (waarvan 6,8 miljard voor Ontwikkelingssamenwerking)
Percentage van de totale begroting: 3,8
Ambtenaren: 3.700
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
E. Herfkens (PvdA)
Budget: 6,8 miljard
Beschikt over ambtenaren van Buitenlandse Zaken
DEFENSIE
F. de Grave (VVD)
Budget: 13,8 miljard
Percentage van de totale begroting: 6
Aantal militairen: 55.200
Aantal burgers: 17.900