Personeelsgebrek beheerst gezondheidszorg en onderwijs
SHEILA KAMERMANQUIRIEN VAN KOOLWIJK
,,Straks hebben we wel guldens naast het bed, maar geen handen aan het
bed'', zo waarschuwt minister Borst (Volksgezondheid) de werkgevers in
de zorgsector tijdens een toelichting op de begroting voor de
volksgezondheid.
De werkgevers moeten van haar hard aan de slag om het nijpend wordende personeelsgebrek te lijf te gaan. Voor de zorgsector is
komend jaar 1,4 miljard gulden extra beschikbaar. ,,Daarmee moet de
sector het doen, er komt geen cent meer bij'', aldus Borst. Samen met de
premies die niet op de begroting staan is het totale budget voor de
sector in 1999 ruim 71 miljard gulden. Borst noemt het een teken aan de
wand dat van de jongeren die een opleiding tot verpleger of verzorgende
hebben gevolgd, ongeveer een kwart besluit zijn heil toch elders te
zoeken. ,,Een taak voor de werkgevers om hier verandering in te
brengen'', aldus Borst. Meer personeel is nodig om de kwaliteit van de
zorg te verbeteren, maar ook om de wachtlijsten weg te werken. In de
zorg werken bijna 780.000 mensen, en dat is ruim 13 procent van de
totale werkgelegenheid.
Voor vrouwen die in de zorg aan de slag willen, moet het werken er
aantrekkelijker worden gemaakt. De werkgevers moeten flexibeler
werktijden mogelijk maken, extra scholing regelen en gerichte
loopbaanbegeleiding geven. Ook moeten vrouwen kunnen beschikken over
meer kinderopvang. Voor betere scholing en meer
kinderopvang trekt het kabinet volgend jaar zo'n 80 miljoen gulden (0,2
procent van de loonsom) uit in de vorm van een fiscale tegemoetkoming
aan de werkgevers.
Borst vindt ook dat de werkgevers haast moeten maken met het
terugdringen van het ziekteverzuim. Met een verzuimpercentage van ruim
zeven steekt de zorgsector, waar het grootste deel van het personeel
vrouw is, uit boven het landelijk gemiddelde (5,1 procent). Dat is
demotiverend, aldus Borst. Een deel van het verzuim wordt veroorzaakt
door het optillen van patiënten. Volgend jaar is er tien miljoen
gulden beschikbaar voor de aanschaf van tilapparatuur.
De overheid zelf kan bij het oplossen van het probleem overigens een
spaak in het wiel steken, zo valt in de marge van de Miljoenennota te
lezen. De oorspronkelijke belastingvoorstellen zouden daarbij de
boosdoener kunnen zijn. Het verwachte voordeel ervan ('substantiële
loonmatiging en daardoor lagere loonkosten') weegt niet op tegen het
nadeel: vooral voor deeltijdwerkers die minder dan twintig uur per week
werken (zo'n 34 procent van de werknemers in de zorg) wordt het werken
financieel veel minder aantrekkelijk.
De ouderenzorg, thuiszorg en gehandicaptenzorg, waar nu al een tekort
aan personeel dreigt, kunnen daarvan de dupe worden. Staatssecretaris A.
Vliegenthart (Welzijn) citeerde onlangs een directeur van een inrichting: ,,Nu heb ik eindelijk dat extra geld, maar nu kan ik
geen extra mensen krijgen.''
In het onderwijs doet zich een vergelijkbaar probleem voor in de vorm
van het tekort aan leraren. Om dat beroep aantrekkelijker te maken,
wordt volgend jaar 78 miljoen gulden uitgetrokken, oplopend tot 209
miljoen gulden in 2002. Staatssecretaris K. Adelmund (basis- en
voortgezet onderwijs) lijkt als voormalige vakbondsvrouw
vooruitgeschoven om de arbeidsvoorwaarden van leraren te 'moderniseren',
zoals het eufemistisch staat uitgedrukt in de Onderwijsbegroting.
Adelmund iet er bij de begrotingspresentatie geen twijfel over bestaan dat zij zich zal mengen in de onderhandelingen
tussen bonden en minister L. Hermans. ,,Ik ben toch de grootste
afnemer.''
Er moeten meer carrièremogelijkheden komen. Rectoren moeten hun
rol als primus inter pares verruilen voor die van bovenschools manager
door te werken met prestatiebeloning en functiedifferentiatie. Adelmund:
,,Waarom verdient die leraar Latijn met zeven leerlingen veel meer dan
een leraar in het voorbereidend beroepsonderwijs? Die heeft het veel
zwaarder met zijn klas van 25.''
De nieuwe bewindslieden op Onderwijs willen ,,het schoolbord niet
volschrijven'', maar voortborduren op de thema's van hun voorgangers.
Het extra geld van structureel 2,2 miljard gulden dat in dit
regeerakkoord is vrijgemaakt voor Onderwijs zal, net als het incidentele
geldbedrag van 800 miljoen gulden, overwegend gebruikt worden voor
personeelsbeleid, voor kleinere klassen op de basisschool (vanaf 2002
moeten de laagste drie groepen gemiddeld 20 leerlingen tellen) en voor
computers op scholen. Voor die computers is een structurele bijdrage
oplopend tot 240 miljoen in 2002 beschikbaar plus eenmalig een bedrag
van 670 miljoen. Toch is dat nog onvoldoende om de ambitieuze plannen
van het vorige kabinet uit te voeren. Hermans en Adelmund komen daarom
binnenkort met een aangepast plan. ,,Ik wil graag een school midden in
de samenleving en de samenleving midden in de
school.'' Zo vatte Adelmund haar ambities samen.
Tegenover de forse investeringen in lager en middelbaar onderwijs staan
bezuinigingen van in totaal 550 miljoen gulden, vooral op het hoger
onderwijs, het wetenschapsbeleid en op het departement zelf. Daarbij
heeft het hoger onderwijs nog bezuinigingen staan uit de vorige
kabinetsperiode. Over de invulling hiervan hield minister Hermans zich
op de vlakte.
In ieder geval moet de arbeidsproductiviteit omhoog. Hiervoor krijgen de
universiteiten volgend jaar een korting van 18 miljoen op hun budget,
oplopend tot 74 miljoen in 2002. Ook wordt bezien of de opleidingen
flexibeler kunnen worden door studenten de mogelijkheid te geven
deeldiploma's te behalen. Ondanks de bezuinigingen telde Hermans vooral
zijn zegeningen: ,,Iedere sector roept weer dat er voor hen te weinig
is. Maar laten we niet vergeten dat er de komende regeerperiode
structureel 2,25 miljard bijkomt.''
VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
E. Borst (D66)
Budget: 11,2 miljard
Percentage van de totale begroting: 4,8
Ambtenaren: 4.900
ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
L. Hermans (VVD)
Budget: 40,9 miljard
Percentage van de totale begroting: 17,6
Ambtenaren: 3.600