Kleinere oppositie van Paars II voelt zich sterker dan ooit
De stemming van de oppositie na het aantreden van het tweede paarse
kabinet is opperbest. Er zijn allerlei redenen om aan te nemen dat Kok
en de zijnen het moeilijker gaan krijgen dan de afgelopen vier jaar.
,,Er komen meer mogelijkheden voor ons om de coalitie uit elkaar te
spelen.''
Kees Versteegh
Opponeren in Nederland grenst aan zelfoverschatting. De term 'oppositie'
suggereert het bestaan van een hecht politiek blok, dat met een eigen
samenhangend program de regering tegemoet treedt, een parlementaire
vechtmachine zelfs die - desnoods zonder de hulp van een openbare
aanklager - de uitvoerende macht elk moment kan platwalsen.
Niets is minder waar. In minderhedenland Nederland ligt naast de losse
politieke verzameling die doorgaans coalitie wordt genoemd, een
lappendeken van oppositiefracties. Regering en oppositie vormen geen
één-op-één-relatie zoals in het Britse
tweepartijenstelsel. De regering is hier wel van de koningin, maar de
oppositie niet van Her Majesty. Elk van de fracties kan hooguit proberen
een deel van de coalitie onder vuur te nemen, en daartegenover de rol
van het 'betere ik' te spelen: GroenLinks en de SP als superego's van de
PvdA, bijvoorbeeld.
Om de parlementaire verhoudingen nog ingewikkelder te maken dan ze in
Nederland al zijn, is het oppositionele kamp ook nog eens verdeeld in
drie varianten: de gouvernementele van de grootste oppositiefractie (in
dit geval het CDA), de polariserende van GroenLinks en SP, en de
gouvernementele noch polariserende van de drie orthodox-christelijke
partijen GPV, RPF en SGP.
De permanente verdeeldheid van de oppositie veroordeelt haar tot een
zekere onmachtigheid. De motie van wantrouwen, het liefste wapen van de
oppositie, heeft zelden de basis gevormd voor de val van een kabinet.
Zelfs die ene keer in 1925, toen een niet-regeringsfractie (nota bene de
meest gezagsgetrouwe SGP) erin slaagde een kabinetscrisis te
bewerkstelligen, kwam er geen motie van wantrouwen aan te pas. Coalities
plegen de hand aan zichzelf te slaan. De oppositie kan slechts
toekijken.
Wie de stemming peilt in het oppositionele kamp bij de presentatie van
de start van het tweede paarse kabinet, stuit op het vertrouwde
zelfbewuste tromgeroffel, waarvan de praktische waarde zal moeten
blijken. De nietregeringsfracties mogen op 6 mei dan klop hebben
gekregen van paars - de coalitie van PvdA, VVD en D66 won er vijf zetels
bij -, vier maanden na dato is de stemming ronduit 'up beat'.
Jaap de Hoop Scheffer, de leider van de grootste oppositiefractie CDA,
zegt: ,,De financieel-economische vooruitzichten van
dit kabinet zijn slechter dan die van het vorige. Dat kan onze oppositie
extra profiel geven.'' Paul Rosenmöller, aanvoerder van GroenLinks,
meent: ,,Oppositievoeren onder Paars I was al leuk, maar onder Paars II
wordt het nog leuker.'' Gert Schutte, de doorgaans rustige voorman van
de vrijzinnig gereformeerde GPV, stelt bijna grimmig vast: ,,Paars II
zal meer christelijke oppositie nodig hebben dan Paars I.'' En SP-
voorman Jan Marijnissen, misschien wel de luidruchtigste van het hele
stel, voorspelt: ,,Er komen meer mogelijkheden voor ons om de coalitie
uit elkaar te spelen. Dat is precies wat een oppositie
behoort te doen.''
De opgewekte oorlogsstemming valt niet alleen te verklaren uit het feit
dat GroenLinks en de SP op 6 mei flink wonnen en het verlies, behalve
bij het CDA, vooral neersloeg bij de ouderenpartijen. Die werden
weggevaagd en kunnen de feeststemming dus niet meer bederven. Nog veel
meer aanleiding tot het vendelzwaaien van de oppositie geven
achtereenvolgens het feit dat Paars zijn tweede, mogelijk kwetsbare
periode ingaat; het CDA dat de ergste aanpassingsmoeilijkheden aan de
oppositierol achter de rug lijkt te hebben; de versterkte linkerflank in de Kamer; alsmede de aankondiging van de FNV meer
met de oppositie te willen gaan samenwerken.
CDA-leider De Hoop Scheffer constateert met enig genoegen dat Kok en de
zijnen niet meer hun toevlucht kunnen nemen tot een verwijzing naar een
CDA-erfenis als er dingen fout gaan. ,,Kok zal steeds minder kunnen
vergeten dat hij twee perioden regeert. Zijn kabinet zal fouten uit de
eerste periode in de tweede moeten rechtzetten.''
Een eerste voorbeeld daarvan is De Hoop Scheffer, net zoals zijn collega
Rosenmöller, tegengekomen in de huidige Miljoenennota. Paars I
heeft de tekorten in de sociale fondsen, waaruit bijvoorbeeld de
WW-uitkeringen moeten worden betaald, te veel laten oplopen. Zeker vlak
voor de verkiezingen durfde de paarse combine het niet aan deze tekorten
van meer dan zeven miljard aan te zuiveren via een premieverhoging, die
op een lastenverzwaring zou neerkomen. De Hoop Scheffer en
Rosenmöller vrezen dat die lastenverzwaring er alsnog komt, nu het
kabinet aankondigt die tekorten te willen gaan verkleinen.
Rosenmöller kondigt aan dit niet zomaar te zullen laten passeren.
,,We zullen de Algemene Rekenkamer vragen een onderzoek te doen naar de
oorzaken van de tekorten bij de fondsen.'' Hij rekent op een welwillende
houding van de regeringsfracties tegenover zijn verzoek. ,,Als de
Rekenkamer onderzoek mag doen naar de tachtig miljoen van de 'Victory
Boogie Woogie', moet het zeker mogelijk zijn de zeven miljard van de
sociale fondsen onder de loep te laten leggen.''
GPV-leidsman Schutte vreest een voortschrijdende 'verpaarsing' van de
samenleving, nu de links-liberale combine haar tweede periode is
ingegaan. ,,Het eerste kabinet kon nog voortbouwen op de erfenis van de
christelijke politiek'', zegt hij. ,,Nu gaat Paars voortbouwen op Paars.
Enerzijds maakt dat de noodzaak van christelijke
oppositie des te groter. Anderzijds is het ook mogelijk dat de
tegenstellingen tussen de VVD en PvdA steeds meer gaan wringen, en dat
het steeds moeilijker zal worden die met compromissen te blijven
verbergen.''
Het komend jaar zullen Schutte en de andere protestant-orthodoxen scherp
opponeren tegen één van de manifestaties van die
'verpaarsing', het euthanasiebeleid. Tot zijn grote afschuw maakt het
kabinet de oude fout twee totaal onvergelijkbare groepen op
één hoop te gooien: patiënten die hun wil nog kunnen
uiten, en patiënten die dat niet kunnen (jonge kinderen
bijvoorbeeld), de zogeheten wilsonbekwamen. ,,Dat is voor ons een heel
zwaarwegend punt.''
Ook GroenLinks ziet in de voorzetting van de paarse combinatie op
zichzelf al extra oppositionele mogelijkheden. Het aantal gebroken
beloften stapelt zich in zo'n situatie namelijk op. Rosenmöller
zegt: ,,Premier Kok had tijdens de regeringsverklaring de mond vol van
de noodzaak van een betrouwbare overheid. Ik vraag me af wat er van die
betrouwbare overheid overblijft als ze geluidsoverschrijdingen op
Schiphol blijft gedogen, als ze haar belofte omtrent de reductie van de
uitstoot van CO -gassen niet nakomt, als ze een bindend advies van de
commissie-Van Voorden over extra geld voor de zorgsector domweg negeert,
en als ze asielzoekers niet binnen een jaar hom of kuit kan bieden.''
Tijdens de algemene politieke beschouwingen van morgen en overmorgen zal
de 'kwaliteitsoppositie' van GroenLinks de ploeg van Kok deze spiegel
graag voorhouden.
Een van de redenen waarom de oppositie tegen Paars I haperde, was de
chaos bij het CDA. De voormalige regeringspartij had grote moeite zich
aan te passen aan haar nieuwe rol. Ruzies tussen partij en fractie waren
aan de orde van de dag. Partijvoorzitter Helgers stuurde tot ongenoegen
van de fractie regelmatig mee, zodat onduidelijk was
wie nu tegen wie aan het oppositievoeren was.
Helgers heeft inmiddels zijn afscheid aangekondigd, en De Hoop Scheffer
heeft heel goede hoop dat de fractie onder Paars II rustiger tijden
tegemoet gaat. ,,Het is de fractie die haar stempel zal drukken op de
keuzes die de partij maakt.'' Wel geeft hij toe dat het nog een tijd kan
duren, voordat alle nieuwelingen zo zijn ingewerkt dat zij de regering
goed tegenspel kunnen bieden.
Hoewel De Hoop Scheffer een ,,constructieve oppositie'' in het
vooruitzicht heeft gesteld, waarbij niet alle regeringsplannen op
voorhand worden afgewezen, kondigt hij ook aan
controversiële keuzes te zullen maken. Twee weken geleden gaf hij
daar al een voorbeeld van door aan te kondigen terug te willen naar de
oude WAO, waaraan nota bene zijn eigen partij in 1993 een einde had
gemaakt.
Ook nu komt hij weer met verrassingen. ,,Wij streven niet alleen naar
kwantitatieve verbeteringen in de samenleving, zoals meer agenten op
straat en meer handen aan het bed. We willen ook kwalitatieve
vooruitgang. Dat betekent bijvoorbeeld dat we willen voorkomen dat een
Amerikaans bedrijf, eigenaar van A2000 in Amsterdam, eventjes kan
uitmaken of burgers al dan niet CNN op de televisie
kunnen ontvangen. Wethouder Jikky van der Giessen zei dat dit niet de
verantwoordelijkheid is van de politiek. Nou, dat valt nog te bezien. Ik
zal voorstellen doen om de rol van de lokale programmaraad in dit soort
discussies te versterken. Die raad is nu een betrekkelijk ambtelijke
aangelegenheid. Door dit orgaan voortaan democratisch te laten kiezen,
kan er een discussie ontstaan welk programma-aanbod men wenselijk
acht.''
Ook kiest De Hoop Scheffer de aanval op het gevoelige onderwerp van de
vreemdelingen. De christen-democraat vindt het niet terecht dat de
suggestie van een andere Amsterdamse wethouder, Van der Aa, om
binnenkomende Antillianen te gaan registreren om de criminaliteit onder
die groep beter te kunnen bestrijden, door Paars onmiddellijk bij de
schroothoop is gezet. ,,Nederlanders die naar de Antillen gaan, moeten
ook aan bepaalde administratieve verplichtingen voldoen. Waarom zouden
we niet het beginsel van wederkerigheid mogen toepassen en niet hier
hetzelfde van Antillianen mogen vragen? Ik ben niet alleen
geïnteresseerd in de rechten van Antillianen, maar zeker ook in de
rechten van de slachtoffers van jonge Antilliaanse criminelen, zonder
dat ik overigens de groep als geheel wil stigmatiseren. Dit zal onze
lijn van opponeren zijn: uitdagingen oppakken, zonder onszelf te
overschreeuwen.''
Op de verkiezingsavond van 6 mei werd een term geboren die volgens
sommigen de illusies van de linkse oppositie prachtig weergeeft, maar
volgens anderen juist de nieuwe mogelijkheden voor diezelfde oppositie
mooi beschrijft: het bestaan van de zogeheten 'linkse meerderheid'. Wat
de PvdA niet binnen de coalitie zou kunnen regelen, zou ze in
samenwerking met GroenLinks, SP, kleine christelijke partijen en soms
ook met D66 en het CDA alsnog kunnen binnenslepen.
Met name SP-leider Marijnissen ziet hiervoor goede mogelijkheden. ,,Ik
krijg genoeg aanwijzingen uit het PvdA-kamp dat vooraanstaande
Tweede-Kamerleden als Oudkerk en Duivesteijn zich niet nog een periode
door de VVD willen laten ringeloren. Terecht, want ook Paars II is een
neo-liberaal kabinet. De PvdA-fractie zal zich onafhankelijker gaan
opstellen ten opzichte van de regering. Daarvan ben ik overtuigd.''
Collega Rosenmöller is voorzichtiger. ,,Dé linkse
meerderheid bestaat niet. Alleen op terreinen waar weinig vast ligt in
het regeerakkoord, zoals op milieugebied, zou de PvdA samenwerking
kunnen zoeken buiten het regeringskamp. Natuurlijk geeft de geschiedenis
aanleiding tot scepsis: de PvdA is altijd een monistische partij geweest
waarbij fractie en ministers uiteindelijk één lijn
trekken. Anderzijds scheppen de woorden van Melkert tijdens het debat
over de regeringsverklaring verplichtingen. Hij eiste van het kabinet
termen als 'contract met de burger' en 'boter bij de vis'. We zullen
Melkert er de komende periode graag aan houden.''