'Gebruik het woord kansloos nooit voor mensen'
De wegbereider van zowel het eerste als het tweede paarse kabinet moest
nu maar eens zelf in zo'n kabinet gaan zitten, vond premier Kok. Aldus
werd Klaas de Vries (PvdA) minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
in Paars II. ,,Dit is niet een departement dat Victory Boogie
Woogie's koopt. Wij concentreren ons niet op de uitbundige kant van
de samenleving.''
Robert Giebels
Klaas de Vries zou in juli met zijn vrouw van Pijnacker naar de
Oostenrijkse Alpen fietsen. Hij heeft de Alpen nooit gehaald.
Halverwege, ergens in Zuid-Duitsland, werden de telefoontjes van premier
Wim Kok en PvdA-onderhandelaar Ad Melkert om De Vries in Kok II te
krijgen, te talrijk om te negeren. ,,Ter hoogte van Bruchsal werd
duidelijk dat het niet verantwoord was om op die afstand verder over het
onderwerp te praten. Toen zijn we maar teruggekomen.'' Een handvol dagen
later, op 3 augustus, was de voorzitter van de Sociaal Economische Raad,
de SER, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Paars II.
Tot het moment in Bruchsal had De Vries alle verzoeken afgewezen om deel
te nemen aan welk kabinet dan ook. Eigenlijk al vanaf 1989, toen werd
hij ook al gevraagd. De Vries was destijds, na vijftien jaar
Kamerlidmaatschap, net hoofddirecteur geworden van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten. Ook vlak voor de verkiezingen, in mei, had Kok de
SER-voorzitter nog gepolst voor een ministerschap, bijvoorbeeld op
Binnenlandse Zaken of Justitie. 'Nee', zei De Vries, en dat terwijl
jarenlang mensen, onder wie oud-VVD-leider Bolkestein, een aanstaande
premier in hem zagen.
De Vries was wel bereid voor de tweede keer informateur te zijn van een
paars kabinet. Een paar dagen na de verkiezingen concludeerde hij dat
niets Paars II in de weg stond. En stortte hij zich weer op het
SER-voorzitterschap. Maar zo gemakkelijk kwam De Vries er deze keer niet
mee weg. De top van de PvdA voerde de druk op. De Vries kon dan wel het
kabinet op weg helpen, hij moest er ook maar eens zelf in gaan zitten.
,,Als iedereen zegt dat je iets moet doen, dan voel ik het als een
verantwoordelijkheid om het dan ook maar te doen'', zegt nu minister De
Vries.
Op enkele andere kunstwerken na ziet de werkkamer van De Vries er nog
net zo uit als zijn voorganger Melkert die heeft achtergelaten. In een
hoek staan wat onuitgepakte dozen. ,,Kom over een maand maar eens terug,
dan heb ik dat bankstel er uitgegooid. Daar komt dan mijn keyboard.'' De
Vries knutselt liedjes en melodietjes met teksten van een hoog
idealistisch gehalte in elkaar. Het SER-voorzitterschap liet een groot aantal composities toe. Als
minister van Sociale Zaken zal de productie hoogstwaarschijnlijk sterk
stagneren. ,,Bij de SER had ik het in ruim vijftig uur allemaal wel zo'n
beetje geregeld. Deze baan is een uurtje of veertien werken per dag. Zes
zeven dagen per week. Ik ben nu 55, dus ik geef het goede voorbeeld aan
de bevolkingsgroep tussen de 55 en 65 jaar die nauwelijks meer werkt.
Bij de SER kon ik veel nadenken, nu zit ik in een functie waar met
bloed, zweet en tranen gewerkt moet worden.''
En dat in een coalitie waar u in 1994 nog zo tegen ageerde. 'Als PvdA en
VVD elkaar in de armen sluiten, bestaat er geen links of rechts meer,
dan is alles één pot nat', schreef u toen. Is er in vier
jaar zoveel veranderd?
,,Zie het zo: ik kom uit de wildromantische jaren zeventig. Toen
was politiek nog elke dag een strijd tegen herkenbare politieke
vijanden. Dat was polarisatie en wederzijdse verkettering. Grote
strategieën om het CDA onmogelijk te maken, om de VVD te verslaan
en het kapitalisme ten grave te dragen. Erg productief zijn die
conflicten al met al niet geweest. Vanaf de jaren zeventig tot diep in
de jaren tachtig hebben we in ons land met kolossale problemen
geworsteld, die beter met wat meer samenwerking hadden kunnen worden
opgelost.
,,De paarse samenwerking is veel productiever gebleken dan ik dacht. Ik
heb als informateur de totstandkoming van die coalitie, vier jaar
geleden, vanaf het begin meegemaakt. Toen we begonnen was er maar zeer
weinig geloof dat dit tot iets kon leiden. Ik herinner me de eerste
gesprekken tussen de drie informateurs en de onderhandelaars Kok,
Bolkestein en Van Mierlo. Dat was: 'hoe lang blijven we met deze charade
bezig?' en 'wie zorgt er voor dat dit op een nette manier uit elkaar
spat?'. De doorbraak kwam voor mij, en ik begreep later van Hans
Dijkstal ook voor de VVD, toen we het eens werden over de aanval op de
werkloosheid. Die aanval zou met onorthodoxe middelen moeten worden
ingezet. En daar zijn die fantastische Melkertbanen uit geboren. Ik weet
nog goed dat Bolkestein toen zei: 'Gesubsidieerde arbeid staat
natuurlijk niet in ons programma, maar als ik zo om me heen kijk is het
waarschijnlijk het enige dat we kunnen doen om de langdurige
werkloosheid en de verloedering in de steden aan te pakken'. Nu moeten
er wel hele rare problemen aankomen als we die niet kunnen oplossen,
dacht ik toen.''
Wat deed Paars I niet goed?
,,In het begin hamerde het zeer zwaar op het primaat van de politiek.
Onevenwichtig en ook een beetje ouderwets, vond ik dat. Volgens Kok I
had de politiek dat primaat en de organisaties in de samenleving dienden
een toontje lager te zingen. Dat is ontzettend bijgedraaid. Dat heb ik
ook bij de SER gezien. Paars is er vrij gauw achter gekomen dat je wel
kunt zeggen dat je 500.000 banen creëert, maar dat je dat als overheid natuurlijk niet
zelf doet.
,,Paars I was in het begin toch een experiment en dat leidde tot een
defensieve opstelling. Ten onrechte, want de energie, de creativiteit en
de dynamiek zit in de samenleving en natuurlijk niet in de politiek. In
wezen is de functie van de politiek niet veel anders dan in de
rechtspraak waar je eerst anderen aan het woord laat voordat je tot een
oordeel komt. Paars II is wat dat betreft veel vanzelfsprekender en veel
meer gelegitimeerd.''
Dus het visieloze tweede kabinet-Kok heeft wel degelijk een visie?
,,In de regeringsverklaring zit veel meer visie op de samenleving dan
die ik in veel bijdragen bij het debat erover heb gehoord. De boodschap
van de regeringsverklaring en ook van de troonrede is: de wereld is erg
ingewikkeld geworden, er zijn enorme veranderingen, zowel in omvang als
in snelheid. De tijd is voorbij dat de overheid zei: 'Probleem? Dat
lossen wij op!' De maatschappij - burgers, organisaties, bedrijven,
verenigingen, werkgevers en werknemers - moet zijn eigen problemen
proberen op te pakken. Met hulp van de overheid. Ik kan me wel
voorstellen dat mensen er niet ontroerd bij in tranen uitbarsten, maar
dat het geen visie zou zijn, slaat de plank absoluut mis.''
Het Centraal Planbureau schrijft dat de werkelijkheid wel eens somberder
kan uitpakken dan de 2,25 procent economische groei waar het kabinet de
komende vier jaar van uitgaat. Wat blijft er over van de visie van Paars
II als de crisis toeslaat?
,,Die blijft hetzelfde. Volgens mij is het verbeteren van het vermogen
van een samenleving om om te gaan met veranderingen belangrijk in goede
én slechte tijden. Overigens, het CPB is met zijn voorspelling
eerder realistisch dan pessimistisch: laten we niet denken dat het
eeuwig goed kan gaan. Maar we hebben een grote kans dat het hier nog een
tijd heel behoorlijk gaat.''
U bent zelf niet pessimistisch?
,,Nee, we hebben het de afgelopen jaren relatief goed gehad, in dezelfde
conjuncturele omstandigheden als onze buren. Zij het dat we andere
waarden hebben ingevuld dan de buurlanden. In Duitsland is bijvoorbeeld
gekozen voor hogere loonstijgingen, daar is Nederland met zo'n 15
procent bij achtergebleven. Maar ja, dat is dan dus ook mede de reden
dat we hier thans veel minder werkloosheid hebben. In Nederland heeft de
economische groei tot hogere welvaart geleid, maar niet altijd tot
hogere lonen.''
U vertrouwt wel erg op gevoelens van solidariteit in Nederland.
,,Zeer zeker. Ik denk dat dat voor een samenleving een van de
belangrijkste overlevingsvoorwaarden is, zeker voor een kleine
samenleving als de onze.''
Maar aan die solidariteit komt een keer een eind. De reële lonen
zijn sinds 1992 niet gestegen en nu het economische hoogtepunt achter
ons ligt denken mensen: we hebben nu al zo'n lange periode van
loonmatiging gehad, waar blijft mijn deel van de groei?
,,Dat is heel begrijpelijk, maar ik denk dat de meeste Nederlanders
vinden dat we met die loonmatiging goed af zijn geweest. Mensen die de
jaren zeventig en tachtig hebben meegemaakt zullen nooit vergeten wat
het is om er elke maand 15.000 werklozen bij te krijgen. Dat waren
tijden dat er op elke werkende bijna één inactieve was.
Dat is niet alleen buitengewoon kostbaar voor een samenleving, het tast
ook de grondslagen en de solidariteit aan, omdat mensen denken: hoe zit
dat, ben ik de enige van het portiek die nog werkt?''
Het klinkt bijna als het zelfgecomponeerde lied dat bij uw afscheid van
de SER werd opgevoerd. 'Geef mij een land waar plaats is voor een droom/
Een land waar het een vreugd is om te werken/ Men voor een ander altijd
iets wil doen/ Waar kansen zijn voor zwakken en voor sterken' (Uit:
'Geef mij een land', tekst en muziek Klaas G. de Vries). Dergelijk
idealisme strookt niet erg met uw rationele benadering van problemen.
Huizen bij u twee zielen in één borst?
,,Dat is zeker zo. Het is een utopisch lied. Ik ben een buitengewoon
hartstochtelijk en emotioneel mens, maar heb een verstand dat dat een
beetje weet te reguleren. Zo is dat. De buitenwereld maakt alleen met
het laatste kennis. Dat liedje heb ik geschreven, omdat ik dacht: elke
partij schrijft lange beginselprogramma's, maar waar gaat het de mensen
echt om? Als je nou eens opschrijft waar het eigenlijk om gaat, kun je
dat ook in een versje. Sinds het in de krant is verschenen, krijg ik
aanvragen van zangkoren die het in hun repertoire willen opnemen.''
Gezien uw idealisme gaat u vast niet vier jaar op de winkel passen?
,,Nee, integendeel, daar heb ik zo'n lange werkweek ook niet voor
nodig.''
Heeft uw voorganger Melkert in al zijn dadendrang dan nog iets voor u
over gelaten?
,,In wezen heb ik geen nieuwe agenda. En daar heb ik volledig vrede mee.
Het is ongelooflijk wat mijn voorganger in gang heeft gezet. Hij heeft
vreselijk hard gewerkt en was een voortreffelijk minister.''
Wat is het belangrijkste dat in die agenda staat?
,,Moeilijk om daar iets uit te kiezen. Het plan Sluitende Aanpak voor de
Werkloosheid is in ieder geval heel belangrijk. Nederland heeft zich in
Europees verband verplicht om de komende vijf jaar iedereen die een
jaar, jongeren een half jaar, werkloos is een aanbod te doen voor werk,
scholing of iets anders dat mensen dichter bij de arbeidsmarkt brengt.
Dat zijn fantastische doelstellingen en ik vind het prachtig om daaraan
te werken. Alleen, het moet nog wel gebeuren.
,,Er zijn natuurlijk mensen voor wie je moet vrezen dat zij de weg naar
de arbeidsmarkt nooit zullen vinden. Maar ik vind dat je het woord
'kansloos' nooit voor mensen mag gebruiken. Hetzelfde geldt voor
armoedebestrijding. Alhoewel armoede nooit helemaal uitgeroeid kan
worden, mag je er nooit in berusten. Je moet continu bezig zijn om te
kijken of je daar waar de problemen het grootst zijn soelaas kan bieden.
Dat zal elke dag mijn missie zijn: wat gaan we eraan doen en wat kunnen
we er aan doen? Kijk, dit is geen departement waar we Victory Boogie
Woogie's kopen. We concentreren ons niet op de uitbundige kant van de
samenleving, maar we hebben met mensen te maken die problemen hebben om
een goede plek in de samenleving te vinden. En dat ligt allemaal dicht
bij een sociaal-democratisch hart. Niet voor niets hangen hier zo veel
portretten van prominente sociaal-democraten op de gang.''
Toen u zelf Kamerlid was, vergeleek u de Tweede Kamer ooit met een
vissenkom waarin, als je er tegenaan tikt, visjes schichtig heen en weer
gaan zwemmen. Geldt die vergelijking nog steeds?
,,Ik denk het zeker. Kijk maar eens naar al die schriftelijke vragen:
Nova heeft een nieuwtje of een krant heeft wat en dan komen
Tweede-Kamerleden weer met schriftelijke vragen. Daar zitten een hoop
eendagsvliegen bij die vreselijk veel werk veroorzaken. Mijn voorkeur
zou zijn - maar ik weet niet of ik dat nu als lid van de regering mag
zeggen - om in de werkwijze van de Kamer meer elementen van onderzoek op
te nemen. Ik denk dat de kwaliteit van het Kamerwerk zou kunnen
verbeteren als men deze werkwijze meer zou toepassen. Waardoor men zich
met dingen bezighoudt die wat meer diepgang hebben.''
Toont u het bestaan van de vissenkom eens aan door hier en nu
Kamervragen te stimuleren.
,,Nou, daar heb ik zoveel keuzes voor, die zou ik niet durven maken.''
Een poging: Als de Kamer een vissenkom is, dan is het kabinet...?
,,Inderdaad, in het antwoord op die vraag zit geheid een grond voor
Kamervragen.''