NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Rijksbegroting 2001

Nieuws

Plannen
per departement

Troonrede

Algemene Beschouwingen

Rijksbegroting:
Hoe en wat?

Links

DE TWEEDE HELFT

De kleine daden van 'Ik Willem'


Kok II is begonnen aan de tweede helft van de kabinetsperiode. De grote beleidsdaden van minister Vermeend (Sociale Zaken) moeten nog komen.

Door onze redacteur HERMAN STAAL

DEN HAAG, 6 DEC. Bijna bij elke gelegenheid zegt hij dat hij over de sociale problemen van ons land intensief met wethouders overlegt. "Ik ben zelf bijna een wethouder", voegt minister Willem Vermeend er dan steevast aan toe. Korte, snelle armbewegingen en een gulle grijns ondersteunen zijn woorden.

Ruim acht maanden is Vermeend (PvdA), wiens begroting deze week door de Tweede Kamer wordt besproken, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Waar zijn voorganger Klaas de Vries (nu minister van Binnenlandse Zaken) zich erop voor liet staan saai te zijn en zo weinig mogelijk in de schijnwerpers probeerde te komen, kenmerkt het korte ministerschap van Vermeend zich door een hoog Ik-Willem-gehalte.

"Ik ga zelf iedere dag op internet kijken hoe het gaat", zei hij over het 'MKB-project' om twintigduizend allochtonen met hulp van een vacaturebank op internet aan het werk te helpen. "U kunt mij altijd bellen", zei hij tijdens een conferentie over armoede. Om vervolgens zijn 06-nummer zo snel te noemen dat niemand de tijd had om het op te schrijven.

Grote beleidsdaden voor de lange baan heeft hij nog niet laten zien, maar daarvoor duurt zijn ministerschap ook nog niet lang genoeg. Vermeend toont zich tot nu toe liefhebber van snelle, praktische oplossingen. Het liefst grijpt hij daarbij terug op zijn vorige functie, die van staatssecretaris van Financiën. Bij hem in goede handen lijkt de aanpak van het hardnekkige en ingewikkelde probleem van de armoedeval (een uitkeringstrekker die weer aan het werk gaat, krijgt soms minder te besteden door verlies van bijvoorbeeld huursubsidie of kwijtschelding lokale lasten). Een eerste aanzet heeft hij al gegeven. Om uitkeringsgerechtigden weer aan het werk te krijgen wordt de arbeidskorting verhoogd, een fiscale maatregel. En wie aan het werk gaat, krijgt verspreid over drie jaar een bonus van vierduizend gulden.

Het zijn niet dé oplossingen om de harde kern werklozen in beweging te brengen. Daarvoor is meer nodig, intensieve begeleiding en scholing vooral. Dat beseft Vermeend ook. Daarom investeert hij veel in het contact met wethouders. Want vooral sociale diensten moeten meer werk maken van het activeren van werklozen. Met de Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft hij afgesproken dat alle 365.000 mensen met een bijstandsuitkering een baan, bijscholing of een cursus sociale activering krijgen aangeboden. Ook met gemeenten probeert hij de hoge uitkeringsafhankelijkheid van allochtonen te bestrijden. Vermeend krijgt waardering voor zijn daadkrachtige aanpak, maar of het soelaas gaat bieden zal vooral afhangen van de uitvoering van de plannen en de afspraken.

Werk, werk, werk - de leuze van het vorige paarse kabinet - is hét parool van Vermeend. Een werkloze die niet meewerkt bij het vinden van een baan moet harder worden aangepakt, vindt Vermeend. Ook de sociale diensten die geen goed werk leveren, krijgen Vermeend op hun dak. Amsterdam kan daarover meepraten, een boete is al aangekondigd.

Bij diens aanstelling liet PvdA-fractieleider Melkert zich ontvallen dat Vermeend Sociale Zaken weer een sociaal-democratisch gezicht moet geven. Maar pleidooien van de vakbonden en andere organisaties om de minima structureel meer geld te geven, legt hij tot nu toe resoluut naast zich neer. Toen onderzoekers een maand geleden meldden dat de armoede een akelig hardnekkig verschijnsel is, en het armoedebeleid van paars niet erg succesvol, ging Vermeend in de aanval. De onderzoekers hadden naar de situatie tot 1998 gekeken. En sindsdien is er veel verbeterd, betoogde Vermeend. Geheel hiermee in lijn schreef hij de Tweede Kamer deze week dat de minima in 2001 ten opzichte van sinds 1996 tussen 15 en 20 procent meer te besteden hebben gekregen. Kortom: dit kabinet, en dus de PvdA, is wél succesvol in de bestrijding van de armoede.

Een van zijn eerste daden was tijdelijk de angel uit het politiek meest gevoelige onderwerp van Sociale Zaken halen: de WAO. Samen met staatssecretaris Hoogervorst, verantwoordelijk voor de WAO, omarmde Vermeend in april een idee van werkgevers en werknemers om een zware commissie het WAO-probleem te laten onderzoeken. Als er weer eens verontrustende cijfers verschijnen over de groei van het aantal arbeidsongeschikten, kunnen beide bewindslieden nog tot het voorjaar zeggen: "De commissie-Donner is aan het werk." Tot ergernis van D66- fractieleider De Graaf. Die zette tijdens de algemene beschouwingen Vermeend neer "als een man die met zijn mobieltje permanent in contact staat met de samenleving", maar die als strijder tegen de WAO "nog niets beters heeft weten te verzinnen dan het instellen van een commissie".

Een moeizaam dossier voor Vermeend is de fraude met het Europees Sociaal Fonds. Tussen 1994 en 1998 is bij werkgelegenheidsprojecten voor ruim 140 miljoen gulden met ESF-geld gefraudeerd. Dat was onder het bewind van Ad Melkert. Opvallend is dat die van deze zaak geen enkele politieke schade heeft ondervonden. Na de ontdekking van de malversaties hield Klaas de Vries zich intensief bezig met de ESF- fraude, onder meer met het verbeteren van de controle. Vermeend doet dit ook, al was de Algemene Rekenkamer onlangs nog niet helemaal tevreden. Hij moet meer de regie in handen nemen.

Op Financiën was alles overzichtelijk. Als staatssecretaris had Vermeend met de belastinghervorming te maken met minister Zalm, met een afdeling fiscalisten en met een paar Kamerleden. Op Sociale Zaken is dat allemaal anders. Het is het ministerie van polderland, van overleg met werkgevers en werknemers, van duizenden ambtenaren, van een ingewikkeld uitvoeringsgebouw. Hier moet Vermeend het veel meer van overtuigingskracht hebben, van ideeën even in de week leggen en van anderen de eer laten. Daar had hij volgens ingewijden vooral in het begin moeite mee. Zo regelde Vermeend samen met de werkgevers en vakbonden de benoeming van het PvdA-Kamerlid Jan van Zijl als voorzitter van de nog op te richten Raad voor Werk en Inkomen, een belangrijk orgaan binnen het nieuwe uitvoeringstelsel van sociale zekerheid. Daarbij passeerde Vermeend staatssecretaris Hoogervorst en het kabinet. Formeel had Vermeend deze benoeming niet hoeven aan te kaarten. Maar een prominente PvdAer zo'n belangrijke baan geven? Dat had Vermeend wel mogen melden.

Eerdere afleveringen verschenen op 4,18,19 en 31 oktober, en op 3,7,8, 15,16 en 29 november en 1 december.

NRC Webpagina's
6 december 2000

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad