NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 OLYMPISCHE WINTERSPELEN
 LOCATIES
 NAGANO
 PIEKEN
 HISTORIE
 ORGANISATIE
 OLYMPISCH DORP
 ACHTTIENDE KEER
 SPELREGELS
 SCHAATSRECORDS
 SCHAATSMEDAILLES
 WOORDENLIJST
 VOORWERPEN
 TELEVISIE
 RADIO
 BOEKEN
 LINKS

Historie 1968-1996

Historie 1924-1964
Hoewel de moderne Olympische Spelen al sinds 1896 bestaan, duurde het tot 1924 voordat de Winterspelen daarvan deel uitmaakten. Op twee pagina's een slalom langs markante gebeurtenissen en incidenten van de zeventien Winterspelen die tot nu toe zijn gehouden.

Voorgeschiedenis
De Fransman Pierre de Coubertin, de stichter van de moderne Olympische Spelen, zag weinig in aparte Winterspelen. De wintersportlanden bij uitstek, Noorwegen en Zweden, waren er zelfs lange tijd fel tegen gekant dat ze er zouden komen. Zweden hield al sinds 1901 om de vier jaar 'Noordse Spelen' en vreesde dat die in het gedrang zouden raken als er Olympische Winterspelen kwamen. De Noren wilden er ook niet van weten, want zij hadden zelf de grote Holmenkollen-wedstrijden. Maar op de vergadering van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) van 1921 verkreeg een Frans-Canadees voorstel eindelijk een meerderheid. Besloten werd dat in 1924 in Chamonix een 'wintersportweek' onder auspiciën van het IOC zou worden gehouden. Pas achteraf, in 1925, kreeg de zeer succesvolle wintersportweek het predikaat 'Olympische Winterspelen' toegekend. Voorts werd toen bepaald dat het land dat de Zomerspelen kreeg toegewezen ook de Winterspelen mocht organiseren als dat klimatologisch mogelijk was. Die bepaling liet het IOC na de Tweede Wereldoorlog varen.

Telfout
Bij het skispringen, beheerst door de Noren, werd Thorleif Haug derde en de Amerikaan (van Noorse origine) Anders Haugen vierde. Maar vijftig jaar later ontdekte een andere Noorse deelnemer van 1924 bij toeval dat de jury een telfout in de puntenberekening had gemaakt. Haugen had eigenlijk derde moeten zijn. Thorleif Haug was in 1934 overleden, maar Haugen, 86 jaar, leefde nog. Met instemming van het IOC wilde Haugs dochter, Anne-Marie, hem alsnog de bronzen medaille van haar vader overhandigen. Maar de oude heer voelde daar aanvankelijk niets voor. Pas toen Haugs dochter hem ervan had overtuigd dat haar vader absoluut hetzelfde zou hebben gedaan, was hij bereid het brons te aanvaarden. Dat gebeurde op 11 september 1974 in Californië waar Haugen leefde.

Een meisje uit duizenden
St. Moritz zag de opkomst van een van de grootste kunstrijdsters van deze eeuw, de Noorse Sonja Henie. Als bijna 12-jarige was ze in 1924 als laatste geëindigd, nu werd ze met groot machtsvertoon kampioene. Ze zou het tot en met 1936 blijven. Altijd begeleid door haar vader, een oud-wereldkampioen wielrennen, buitte ze haar faam al van jongsaf commercieel uit. In 1937 werd ze prof en ging naar Hollywood. Haar eerste film had de toepasselijke titel Een meisje uit duizenden. Bij haar dood in 1969 werd haar fortuin geschat op ongeveer 100 miljoen gulden. De Amerikaanse vijfmansbob (vijf man in een bob was toen nog toegestaan) werd met grote precisie naar het goud gestuurd door de 16-jarige Billy Fiske. Hij prolongeerde zijn titel in 1932. Vier jaar later, hij was toen nog maar 24 jaar, weigerde hij deelname aan de Spelen van het Duitsland van Hitler. Fiske, die bankier werd, verbleef veel in Londen en vocht als RAF-piloot in de Battle of Britain. Hij was de eerste Amerikaanse piloot die in de Tweede Wereldoorlog om het leven kwam.

Massastart
Grote opschudding en dito ongenoegen ontstond er bij de Europese rijders over de manier waarop de Amerikanen in 1932 in Lake Placid het olympisch schaatstoernooi regelden. In plaats van het paarsgewijs rijden op tijd, ieder in zijn baan, zoals dat sinds het eerste wereldkampioenschap in 1892 gebruikelijk was, voerde het organiserend comité de massastart in bij series, halve finales en finales. Dat gaf Amerikanen en Canadezen groot voordeel, want die waren daaraan gewend. De Fin Clas Thunberg, wereldkampioen in 1931, was er zo ontstemd over dat hij weigerde te rijden. De Europeanen verzuimden tijdig hun ellebogen te gebruiken in de bochten en veroverden slechts twee van de in totaal twaalf schaatsmedailles.

'Verboden voor joden'
Rijkskanselier Hitler verrichtte de officiële opening, maar in Garmisch-Partenkirchen moesten op last van IOC-voorzitter Graaf Baillet-Latour eerst de borden 'Verboden voor joden' worden verwijderd alvorens de Winterspelen er konden worden gehouden. Tot dusver stond bij het skiën alleen het langlaufen op het programma, Garmisch-Partenkirchen beleefde het debuut van een alpinenummer: de combinatie van slalom en afdaling. Nederland zond daarvoor Gratia Schimmelpenninck van der Oye in het strijdperk, een skister van hoog internationaal niveau. Maar veel plezier beleefde ze niet aan haar deelname. Kort voor de wedstrijd begon, werd ze opgebeld en een Duitse stem deelde haar mee dat ze niet startgerechtigd was omdat ze de amateurregels had overtreden. Danig van haar stuk gebracht vertelde ze het verhaal aan haar vader, die voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité en IOC-lid was. Baron Schimmelpenninck vroeg woedend aan Reichssportführer Von Tschammer und Osten wat dit te betekenen had, maar die wist van niets. Was het een stukje koude oorlogsvoering om haar uit het evenwicht te brengen? Het incident werd nooit opgelost.

Oorlog
De Winterspelen van 1940 zouden naar het Japanse Sapporo gaan. Dat land raakte echter in oorlog met China en gaf de organisatie terug. Vervolgens kwamen de Spelen weer terecht bij Garmisch-Partenkirchen. Het begin van de Tweede Wereldoorlog verhinderde het doorgaan ervan.

Amerikaanse ruzie
De eerste naoorlogse spelen werden de hotel-olympiade genoemd, omdat er maar heel weinig toeschouwers aanwezig waren. Ze begonnen met een enorme ruzie. Het Amerikaanse team was naar Zwitserland gekomen met twee ijshockeyploegen; de een werd erkend door het Amerikaans Olympisch Comité, de ander was aangesloten bij de Internationale IJshockeyfederatie, onder wier auspiciën het olympisch toernooi werd gehouden. De ruzie over wie nu mee mocht doen liep zo hoog op dat het IOC het gehele ijshockeytoernooi wilde annuleren. Daar kwam het net niet van. Er werd bepaald dat het ene Amerikaanse team in het openingsdefilé zou meelopen en het andere in het toernooi zou mogen meespelen. De Amerikanen eindigden als vierde en werden na afloop door het IOC alsnog uit de eindstand verwijderd. Grote indruk maakte de Noorse skispringer Birger Ruud, de Olympisch kampioen van 1932 en 1936. In de oorlog had hij het zwaar te verduren gehad in een Duits interneringskamp, maar in St. Moritz bleek hij nog altijd van wereldklasse: tweede.

Duitsers terug
Voor het eerst na de oorlog was (West-)Duitsland in Oslo-1952 weer van de partij, al hadden de Noren daar wel de eis aan verbonden dat de Duitse ploeg geen deelnemer zou bevatten die tot de bezettingstroepen had behoord. De Duitsers domineerden direct de twee- en viermansbob, vooral dankzij het tweetal Ostler en Nieberl die samen zo'n 260 kg op de weegschaal brachten en met dat gewicht razendsnel omlaag gingen. De Bobfederatie ging na deze Spelen gewichtsbeperkingen invoeren. Nederland veroverde in 1952 de eerste wintermedailles: schaatser Kees Broekman werd op de lange afstanden twee keer tweede achter de ongenaakbare Hjalmar Andersen en Wim van der Voort één keer. Enig opzien baarde de Britse winnares van het kunstrijden, Jeanette Altwegg. Ze kreeg na afloop riante contracten aangeboden om bij de diverse ijsrevues te komen maar wees die allemaal af. Ze verkoos te gaan werken bij weeskinderen in een Zwitsers Pestalozzi-dorp en verdiende daar 30 franken per week.

Sovjet-Unie
De Sovjet-Unie verscheen voor het eerst bij de Winterspelen en liet direct merken dat zij een geduchte concurrent zou zijn voor de specifieke wintersportlanden. De Russen onttroonden Canada bij het ijshockey en triomfeerden bij het schaatsen op drie van de vier afstanden (Grisjin 500 en 1.500 m, Sjilkov 5.000 m). Als eerste skiër in de historie won de Oostenrijker Toni Sailer alle alpinenummers.

Sprookje
De manier waarop Squaw Valley in 1955 de Winterspelen van 1960 kreeg toegewezen, zal wel de zonderlingste uit de olympische historie blijven. De IOC-leden lieten zich inpalmen door ene Alaxander Cushing die in dat afgelegen Amerikaanse gebied grote stukken land bezat en een weg zocht om het te ontsluiten. Cushing was een man met een groot oratorisch talent. Hij schilderde Squaw Valley af als een olympisch sprookje en dat was het ook wel in 1955, want het bestond uit zegge en schrijve één toeristenhotel. Niemand nam toen kennelijk nog de moeite eens ter plekke te gaan kijken. Maar alles kwam toch nog goed. Walt Disney zelf ontwierp de openingsceremonie. Schaatsen voor vrouwen werd voor het eerst in het olympisch programma opgenomen en het leverde meteen een zeer grote figuur op: de Russin Lydia Skoblikova, die de 1.500 en 3.000 m won. In 1964 zou ze alle vier de afstanden winnen.

Schroefbout
Acht wereldtitels had de Italiaanse bobber Eugenio Monti al op zijn naam staan toen hij in Innsbruck eindelijk ook de olympische titel hoopte te veroveren. In 1956 was hij in de tweemansbob als tweede geëindigd, in 1960 waren er geen bobraces geweest omdat de Amerikanen het hadden vertikt een baan aan te leggen: te duur. Nu moest het dan gebeuren. Maar Monti stuitte op sterke Britse tegenstand. Het duo Nash/Dixon leidde met klein verschil na drie van de vier ritten. In de laatste rit leken zij niet te kunnen starten, want er was een schroefbout van hun bob afgebroken en ze bezaten geen reserve-exemplaar. Toen Monti ervan hoorde, haalde hij zonder dralen de bout uit zijn eigen bob en gaf hem de Britten die er vervolgens mee naar de olympische titel raceten. In 1968 werd Monti alsnog olympisch kampioen. Het kampioenschap dat kunstrijdster Sjoukje Dijkstra in Innsbruck behaalde betekende de eerste gouden medaille voor Nederland bij de Winterspelen.

Lees verder

NRC Webpagina's
5 februari 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) FEBRUARI 1998