NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 PENSIOEN
 BEWEGING
 POLITIEK
 PARTIJPROGRAMNMA'S
 FISCALE REGELINGEN
 PENSIOENFONDSEN
 FONDSEN
 ALTERNATIEVEN
 VERWARRING
 AOW-PENSIOENEN
 REGELINGEN
 BETALERS
 TIPS
 BOEKEN
 INLICHTINGEN
 LINKS
 GRAFIEKEN

AOW-pensioenen

De Algemene Ouderdomswet (AOW) is de volksverzekering die als basisvoorziening voor 65-plussers dient. De hoogte van het AOW-pensioen is te vergelijken met het minimumloon.

De AOW bestaat sinds 1 januari 1957 en geeft iedereen die tussen zijn 15de en 65ste jaar in Nederland heeft gewoond of in Nederland loonbelasting heeft betaald recht op een AOW-pensioen.

Over AOW worden geen sociale premies geheven, maar wel inkomstenbelasting. De uitkering gaat in de maand in waarin iemand 65 jaar oud wordt. Bij overlijden wordt de uitkering nog over één maand aan eventuele nabestaanden uitbetaald.

Wie na zijn vijftiende een aantal jaren in het buitenland heeft gewoond, wordt in principe voor elk jaar waarin dat het geval was met twee procent op de uitkering gekort.

De hoogte van de AOW-pensioenen in 1997 (sinds 1 juli) en per 1 januari 1998 (bedragen afgerond in guldens):

Echtparen
De AOW bedraagt voor een echtpaar waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn in totaal net zoveel als het netto-minimumloon. De echtelieden krijgen ieder 50 procent.

Dat komt dit jaar (sinds 1 juli) neer op 1.079 gulden bruto per persoon (963 gulden netto) per maand. In 1998 wordt het brutobedrag opgetrokken naar 1.123 gulden en het nettobedrag naar 1.000 gulden.

Voor een AOW'er die getrouwd is met iemand die jonger is dan 65 hangt de situatie af van de vraag of hij/zij al voor 1 februari 1994 AOW ontving of niet. Dit houdt verband met een wetswijziging die toen van kracht werd. In beide gevallen krijgen deze AOW'ers dit jaar maximaal 2.158 gulden en volgend jaar 2.246 gulden bruto per maand. Een deel van dit bedrag is een toeslag, waarvan de hoogte afhankelijk is van het eventuele inkomen van de jongere partner. Verdient deze jongere partner genoeg, dan vervalt de toeslag.

De 65-plusser die al voor 1 februari 1994 AOW ontving heeft een hoger basisbedrag en daardoor een lagere maximale toeslag (toeslag dit jaar 603 gulden maximaal, volgend jaar 607 gulden). De 65-plusser die op of na 1 februari 1994 AOW is gaan ontvangen heeft een lager basisbedrag en een hogere maximale toeslag (toeslag dit jaar 1.079 gulden, volgend jaar 1.123 gulden).

Samenwonenden
Voor ongehuwd samenwonenden met een gezamenlijke huishouding gelden dezelfde bedragen als voor echtparen.

Alleenstaanden
Zij krijgen 70 procent van het netto-minimumloon, dit jaar 1.554 gulden bruto (netto 1.350) en volgend jaar 1.638 gulden (netto 1.422 gulden).

Alleenstaande ouders
Een ongehuwde AOW'er met een kind dat jonger is dan 18 jaar krijgt 90 procent van het minimumloon, dit jaar 1.942 gulden bruto per maand en volgend jaar 2.018 gulden.

Vakantiegeld
Bij de bedragen moet nog een jaarlijkse vakantie-uitkering worden geteld die voor gehuwden (zonder toeslag) dit jaar 52 gulden netto per persoon per maand bedraagt en voor ongehuwden 73 gulden.

NRC Webpagina's
11 december 1997

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) DECEMBER 1997