NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 





DE MOLUKKEN
VERGANKELIJKHEID VAN EEN EEUWIG VERBOND
RMS
HISTORIE
MOOISTE MEISJE VAN HET EILAND
BURGEROORLOG
INTERNET
MOLUKKERS IN NEDERLAND
MOSLIMS
PORTRETTEN
PULANG
SAUDARA
NOORD-MOLUKKEN
CULTUUR
GUNA-GUNA
ORGANISATIES
BOEKEN
MUSEUM



Overzicht eerdere
afleveringen Profiel

RMS

Een gemeenschap in verwarring

Vasthouden aan de Republiek der Vrije Zuid-Molukken (RMS) of kiezen voor meer autonomie binnen Indonesië? De regering in ballingschap is verdeeld.

Wim Brummelman

DE 53-JARIGE ELIAS RINSAMPESSY is, zegt hij zelf, het prototype van een succesvol geïntegreerde Molukker in Nederland. Hij heeft een goede baan (procesmanager multiculturele samenleving bij de gemeente Nijmegen), woont met zijn Nederlandse vrouw in een vrijstaand koophuis en over de toekomst van zijn kinderen maakt hij zich geen zorgen. Toch zal Rinsampessy zijn Molukse afkomst nooit verloochenen. ,,Elk volk heeft recht op zelfbeschikking. Ook het Molukse'', zegt hij.

Het is een bekend patroon, weet de antropoloog Rinsampessy: net zoals zovele kinderen en kleinkinderen van andere groepen immigranten in een land raakt de jongste generatie Molukkers steeds meer ingeburgerd. Velen trekken weg uit de Molukse wijken waarin ze zijn opgegroeid, maken carrière, trouwen steeds vaker met mensen buiten hun gemeenschap. Tegelijkertijd groeit de behoefte de eigen identiteit aan te scherpen. De kleinkinderen stellen vragen over hun herkomst en over de betekenis van de Molukse adat-istiadat (ongeschreven wetten en gebruiken). Sommigen dragen het embleem van de RMS (Republiek der Vrije Zuid-Molukken) als een etnisch symbool op hun bomber-jacks, anderen maakten reizen naar het land waar hun wortels liggen.

Sinds het uitbreken van het geweld op de Molukken, een jaar geleden, is dat laatste niet meer mogelijk. De Molukken waren, bijna vijftig jaar na de proclamatie van de RMS op 25 april 1950, gemakkelijker bereikbaar dan ooit. Nu bijna dagelijks berichten verschijnen over slachtpartijen tussen christenen en moslims zijn ze plotseling verder weg dan ooit. Het idyllische beeld van geloofsgroepen die al eeuwenlang vreedzaam samenwonen, blijkt opeens niet meer te kloppen. De Molukken lijken dit keer zichzelf te verraden, en opnieuw valt de Molukse gemeenschap ten prooi aan verwarring. ,,Het onthutsende is dat Molukkers tegen Molukkers vechten'', constateert Otto Matulessy, dominee, radiojournalist en lid van de RMS-regering in ballingschap. ,,Onze boodschap kan er alleen maar een zijn van verdraagzaamheid tussen christenen en moslims'', zegt John Wattilete, advocaat en lid van hetzelfde RMS-kabinet.

Die boodschap is duidelijk, maar tekent ook de machteloosheid waarmee de gehele Molukse gemeenschap in Nederland kampt. Als jonge representanten van de RMS-regering in ballingschap worstelen Matulessy (50) en Wattilete (45) nog met een ander, fundamenteel vraagstuk dat het wezen van hun politieke ideaal raakt: de reconstructie van de Republiek der Vrije Zuid-Molukken zoals die enkele maanden daadwerkelijk heeft bestaan totdat ze eind 1950 werd opgerold door de strijdkrachten van Soekarno. Zolang Soekarno en Soeharto aan de macht waren, bleef dat ideaal onbereikbaar. Maar met het aantreden vorig jaar oktober van president Abdurrahman Wahid staat in Indonesië plotseling een hervormer aan het roer, die verregaande autonomie heeft beloofd voor de regio's, waaronder de Molukken. Dat roept de vraag op of 'een grote mate van zeggenschap onder Jakartaanse paraplu' niet een aantrekkelijk, want haalbaar, alternatief is voor een autonome RMS.

Even leek het erop dat de RMS-regering die koers zou inslaan. In het gezelschap van andere Molukkers hebben de RMS-kabinetsleden Matulessy en Wattilete de afgelopen maanden twee keer een bezoek gebracht aan Indonesië en daar uitgebreid overleg gevoerd met president Wahid. Historische reizen, omdat voor het eerst Nederlandse Molukkers, onder wie RMS'ers, door de 'vijand' werden ontvangen. Maar er komt voorlopig geen 'historisch' vervolg, althans als het ligt aan de 76-jarige president van de RMS in ballingschap, Frans Tutuhatunewa. Tutuhatunewa is een man die gewend is aan solistisch optreden. ,,Eerst stopzetting van het geweld en dan praten over volledige onafhankelijkheid'', luidt zijn oekaze.

Het voortduren van het geweld is voor Tutuhatunewa een reden om niet blind te varen op de goede bedoelingen van Wahid. Ook Wahids opmerking dat alle Molukse hulp welkom is mits daar geen politiek prijskaartje aan hangt, valt slecht bij hem. ,,We willen alleen met Indonesië praten over soevereiniteit voor de Zuid-Molukken. Zolang we niet volledig onafhankelijk zijn, zal Jakarta de touwtjes in handen hebben. Dat is onaanvaardbaar'', onderstreept hij.

Met zijn standpunt vertolkt de RMS-president de gevoelens van de harde kern van zijn achterban. Weggaan met onafhankelijkheid en terugkomen met een beetje autonomie, dat wordt niet begrepen. Dat riekt naar verraad aan het oude ideaal van de RMS. Maar de kabinetsleden Matulessy en Wattilete worden ook geconfronteerd met andere, gematigder reacties. Doorgaan op de ingeslagen weg, kregen ze bijvoorbeeld ook te horen op een besloten bijeenkomst in Nijmegen waar ze verslag deden van hun bevindingen in Jakarta.

,,Je bent voor de RMS of je bent ertegen. Er is geen tussenweg'', zegt de antropoloog Rinsampessy. ,,Zo was het en zo is het nog steeds een beetje.'' In de jaren zeventig had hij lange krulharen en deinsde hij er niet voor terug afwijkende standpunten in te nemen. De jaren zeventig waren, zo is achteraf geanalyseerd, de periode van het Molukse radicalisme, toen jongeren het collectieve verdriet en de machteloosheid van hun ouders omzetten in gewelddadige acties. Het was de tijd van de treinkapingen en de gijzelingen, die zowel de Nederlandse overheid als het Molukse leiderschap wakker schudden.

De linkse studentenleider Rinsampessy kende sommige daders, had begrip voor hun acties, had de uitbarsting van geweld zelfs voorspeld, maar hij betoogde ook dat de RMS een 'koloniaal product' was, een vluchthaven van voorstanders van restauratie van de vooroorlogse koloniale orde in Indië. En hij riep op tot solidariteit: ,,We moeten ons niet blindstaren op de RMS, ook andere volkeren strijden voor zelfbeschikking.'' 'Rinsampessy is een verrader', was het antwoord op een spandoek bij de jaarlijkse RMS-bijeenkomst in de Haagse Houtrusthallen.

Ook het voormalige Tweede-Kamerlid John Lilipaly (56), die deel uitmaakte van de delegatie die met Wahid sprak en waarin ook Matulessy en Wattilete zaten, weet wat het is om als 'afvallige' spitsroeden te lopen. Met zijn stelling dat de RMS een onhaalbare optie is en dat in de dialoog met Jakarta beter kan worden gezocht naar het alternatief van ,,zoveel mogelijk autonomie binnen de realiteit van de Indonesische eenheidsstaat'', plaatste ook hij zichzelf jaren geleden al buiten de RMS-gemeenschap. Hem wordt verweten dat hij zich als Kamerlid niet heeft ingezet voor de zaak van de RMS. Hij weet dat: ,,Je ligt eruit. Dat wordt je niet verteld, maar dat merk je. Ik heb me ingezet voor maatregelen om Molukse jongeren uit hun achterstandspositie te halen, voor de renovatie van de Molukse woonwijk in Vught, voor de oprichting van het Moluks Historisch Museum en het Steunpunt Educatie Molukkers - maar dat geldt kennelijk allemaal niet. Binnen de RMS leeft het idee: 'Hij heeft zijn volk laten stikken'.''

Lilipaly en Rinsampessy hebben afscheid genomen van de RMS. Dat wil zeggen: van de RMS van 1950 - niet van het uiteindelijke ideaal van een Vrije Molukken. ,,Waarom werd de RMS opgericht? Omdat Jakarta de autonome deelstaat Oost-Indonesië oprolde'', zegt Lilipaly. ,,Nu biedt president Wahid opnieuw autonomie aan. Waarom zouden we die kans niet met beide handen grijpen? Rinsampessy: ,,Er is niets mis met zelfbeschikking. Maar je moet wel realistisch zijn. Het is beter om de weg van dialoog en samenwerking met Indonesië te bewandelen. Bovendien kunnen wij slechts een bescheiden bijdrage leveren: de bevolking op de Molukken maakt uit wat er moet gebeuren, en niet wij in Nederland.''

Ook Matulessy en Wattilete onderstrepen dat de mensen op de Molukken zelf moeten beslissen over hun toekomst. Maar het gaat kennelijk nog te ver om de RMS al te laten vallen. ,,Natuurlijk is het goed om te praten'', zegt Wattilete voorzichtig. ,,Maar je moet ook kijken wat het oplevert en dan kun je niet erg enthousiast zijn. Ondanks alle toezeggingen van Wahid gaat het geweld op de Molukken nog steeds door. Er is een stroming die niets voelt voor een dialoog. Die zegt: we hebben al zo lang gewacht, laten we wachten totdat Indonesië uit elkaar valt. Je moet oppassen dat we niet aan het lijntje worden gehouden en de positie van andere onafhankelijkheidsbewegingen verzwakken, zoals die op Atjeh.''

Winstpunt is in elk geval dat dit soort strategische discussies binnen de RMS tegenwoordig kan worden gevoerd. Wattilete: ,,Vroeger was het taboe om de dialoog met Indonesië ter sprake te brengen. Als je dat tien jaar geleden voorstelde, kon je niet over straat, werden je ruiten ingegooid. In dat opzicht zijn we een stuk verder. Maar ik geef toe: de grenzen zijn nog niet helder.''

NRC Webpagina's
3 FEBRUARI 2000


   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) FEBRUARI 2000