Profiel Jacht
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 





JACHT
MEER DAN HET SCHOT
GEWEREN
WET
OPLEIDING
HONDEN
JAGERS
REIZEN
MINDER TERREINEN
FATSOENSREGELS
JACHTMIDDELEN
AFGESCHOTEN WILD
WILDSOORTEN
WILDCONSUMPTIE
JACHTSOORTEN
GROENE TAAL
ORGANISATIES
TIJDSCHRIFTEN
LINKS



Overzicht eerdere
afleveringen Profiel

Opleiding

Lessen in vogelvlucht

De jager in Nederland moet aan een aantal strikte voorwaarden voldoen. Hij moet een opleiding volgen, bijvoorbeeld om 21 eendensoorten te kunnen herkennen.

Tijn Kramer

OM IN NEDERLAND te mogen jagen dient de jager in het bezit te zijn van een jachtakte. Deze wordt verstrekt als aan vier voorwaarden is voldaan. De aspirant-jager moet in het bezit zijn van het jachtdiploma, een WA-verzekering hebben afgesloten, van onbesproken gedrag zijn en hij moet aantonen te kunnen jagen op een terrein van minimaal veertig aaneengesloten hectaren. Deze voorwaarden maken de route tot de uiteindelijke jacht een relatief kostbaar en tijdrovend traject.

De eerste en meest tijdrovende voorwaarde voor de jacht is het in het bezit komen van het door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij erkende jachtdiploma. Dit 'jagersexamen' bestaat uit een intensief theorie- en praktijkgedeelte, samengesteld door jachtbond KNJV en opleidingsinstituut PBNA.

De meest logische manier om voor dit examen te slagen is het volgen van de jachtopleiding die door heel Nederland wordt gegeven (in 15 plaatsen). In elf cursusavonden wordt ongeveer tweeëneenhalf tot drie uur lang de cursusstof aan de hand van dia's verduidelijkt. Daarnaast worden enige uren zelfstudie per week van de cursist verwacht.

Het theoriegedeelte van deze opleiding is niet zozeer moeilijk als wel zeer omvangrijk: het cursusboek bestaat uit ongeveer vijfhonderd pagina's. De aandacht gaat uiteraard uit naar de verschillende al dan niet te bejagen diersoorten. Maar niet alleen de verschillende wildsoorten worden uitgebreid besproken. Er zijn ook hoofdstukken gewijd aan de jachtwetgeving, jachthonden, wapens, ecologie en wildstand, wildziekten, landbouw, jachtbeheer, de verzorging van geschoten wild en gedragsregels.

De veelheid en variëteit aan informatie wordt verklaard in het voorwoord van het cursusboek. ,,Hij (de jager) zal in zijn wijze van faunabeheer de instandhouding/verbetering van de biotopen en het behoud van een zo gevarieerd mogelijke populatie als belangrijkste voorwaarden dienen te erkennen. Slechts dan kan naast het beheren en de zorg voor het leefgebied van het wild sprake zijn van verantwoord jagen'', aldus de voorzitter van Stichting Jachtopleidingen Nederland, A. Koops van 't Jagt.

De woorden van de voorzitter vinden herhaaldelijk hun weerslag in het cursusboek. Bij de meeste samenvattingen van de hoofdstukken wordt nogmaals herinnerd aan de verantwoordelijkheid van de jager voor het instandhouden van de biotopen. Daarnaast is het cursusboek voornamelijk een uitvoerige en droge opsomming van feiten en weetjes.

Een kleine opsomming van het hoofdstuk 'waterwild' geeft een indicatie wat de aanstaande jager wordt geacht te weten. In 46 pagina's wordt stilgestaan bij de verschillende soorten waterwild: vooral eenden en ganzen. Van elke soort worden gedetailleerd het uiterlijk, voorkomen, biotoop, en soms gedrag, voedsel, manier van voortplanting en verdere leefwijze beschreven. Het gaat hier lang niet altijd om soorten die normaliter in Nederland te zien zijn. Ook soorten die hier niet voorkomen of niet bejaagd mogen worden, worden beschreven. Zo zijn er alleen al 21 eendensoorten die (in vogelvlucht, dus van onderen) herkend dienen te worden aan uiterlijke eigenaardigheden. Het lesmateriaal resulteert in oefenstof als: noem zeven soorten zwemeenden of noem de ganzensoorten van het geslacht Branta.

De cursist wordt eveneens geacht goed met een wapen te kunnen omgaan. Dit wordt geoefend en geëxamineerd op de schietbaan. De cursist moet ten minste zes instructiedagen met het hagelgeweer hebben gevolgd en vier met de kogelbuks voordat hij praktijkexamen mag doen.

De cursus kent zijn eindpunt in het examen. Wie het diploma wil behalen dient twee multiple-choice theorie-examens goed af te leggen. Het praktijkexamen bestaat uit kleiduivenschieten (gehaald bij 18 uit 25 treffers), schieten met klein kaliber en de omgang met het wapen in een gefingeerde jachtsituatie. Minder dan 50 procent van de cursisten slaagt meteen de eerste keer voor het gehele examen.

De jachtcursus is geen goedkope aangelegenheid. De cursus zelf kost 587,50 gulden. De kosten voor het examen bedragen 695 gulden. De grootste kostenpost betreft de oefening voor het praktijkexamen: instructie, patronen en huur van de schietbaan kunnen gemakkelijk richting de duizend gulden gaan. Bij elkaar een kostenpost van ruim boven de tweeduizend gulden.

De volgende stap is het afsluiten van de verzekering. Het gaat om een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering die een minimale dekking geeft van tweeëneenhalf miljoen gulden. Een van de mogelijkheden is het afsluiten van de jachtaansprakelijkheidsverzekering die jachtbond KNJV heeft ontworpen in samenwerking met assurantiemakelaars. De premie hiervan bedraagt minimaal 53 gulden per jaar.

De derde voorwaarde, de beschikking hebben over een eigen terrein van minimaal 40 aaneengesloten hectares, is in Nederland niet zomaar te regelen. Veruit de meeste jagers hebben geen eigen (kostbaar) jachtveld. Er zijn verschillende mogelijkheden om toch aan de jachtakte te komen. Allereerst kan een jachtveld worden gepacht. De jager kan dat alleen doen of met anderen in een jachtcombinatie. Vooral jachtcombinaties komen veel voor. De vereiste minimale grootte van het jachtveld is gerelateerd aan het aantal personen in de combinatie. Met acht personen dient het veld minimaal 8 maal 40 hectare groot te zijn. De kosten van de pacht kunnen sterk verschillen. De een compenseert de boer met een aantal stuks geschoten wild. De ander betaalt, in het uiterste geval, ongeveer honderd gulden per hectare grond voor een contract van een jaar.

Daarnaast is de eigenaar/pachter van het jachtveld wettelijk verplicht tot het instandhouden van een redelijke wildstand en moet hij schade door wild aan landbouwgewassen zoveel mogelijk voorkomen. Het pachten van grond is overigens niet noodzakelijk. Ook is het mogelijk te worden uitgenodigd door een pachter of eigenaar van een jachtveld. Met deze schriftelijke uitnodiging kan eveneens de jachtakte (voor een jaar) worden aangevraagd.

Als aan alle voorwaarden is voldaan en ook blijkt dat de aanvrager van onbesproken gedrag is (geen strafblad heeft), wordt de jachtakte verstrekt voor 175 gulden. Dan mag de jager zich jager noemen.

Voor informatie: Stichting Jachtopleidingen Nederland (SJN, Amsterdamseweg 16, 3812 RS Amersfoort, 033 463 86 03.

NRC Webpagina's
21 OKTOBER 1999

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) OKTOBER 1999