Omzet van miljarden als lonkend vergezicht
Betalingen via het Internet gebeuren nu nog mondjesmaat. Maar een omzet van vele miljarden lonkt.
Dick van Eijk
WIE IETS WIL kopen via het Internet kan vandaag nog zijn slag slaan. Wereldwijd zijn er tienduizenden bedrijven die de mogelijkheid bieden via het computernetwerk artikelen of informatie te kopen. Boeken, compact discs, computerspullen en seksattributen worden het meest aangeboden. Maar ook voor bloemen, wijn, kleding en vele andere zaken kan men terecht.
Nu is het plaatsen van een bestelling per elektronische post een fluitje van een cent, maar hoe weet de aanbieder van het produkt dat degene die de bestelling doet, het juiste bedrag heeft betaald? Want zonder betaling of desnoods een betalingsgarantie geen levering. In wezen verschilt deze problematiek niet van die van postorderbedrijven waar je telefonisch bestellingen kunt opgeven, of theaterbespreekbureaus waar je telefonisch kaartjes kunt bestellen. Het is dus niet verwonderlijk dat de betaalmethode die hierbij gangbaar is, de credit card, ook op het Internet is aangeslagen. Verreweg de meeste aankopen via het Internet worden betaald met een credit card, dat wil zeggen door het doorgeven van het kaartnummer en de verloopdatum.
Aan het gebruik van een credit card als betaalmiddel op het Internet kleven vier bezwaren die volgens vele Internetwatchers hebben verhinderd dat het zaken doen er al een grote vlucht heeft genomen. Op dit moment worden via het net hooguit enkele miljarden guldens omgezet aan handel, terwijl voorspellingen van meer dan duizend miljard in het begin van de volgende eeuw een lonkend vergezicht vormen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tal van bedrijven pogingen doen nieuwe betaalmethoden voor het net te ontwikkelen die tegemoetkomen aan de bezwaren tegen de credit card.
Wat zijn dan die bezwaren? Het meest besproken en het makkelijkst op te lossen is het veiligheidsprobleem. Wie zijn kaartnummer verzendt per elektronische post, loopt het risico dat een derde de boodschap onderschept, zijn kaartnummer afleest en via zijn rekening uitgaven doet. Dat gevaar is reëel, omdat het technisch niet zo moeilijk is elektronische post mee te lezen en het zelfs niet al te moeilijk is een programmaatje te maken dat alleen berichten met een credit-cardnummer eruit licht.
Toch hoor je zelden van kaartfraude via het net. Dat ligt ook wel voor de hand: het is helemaal niet zo aantrekkelijk. Wie met een gestolen kaart boodschappen doet in een winkel, neemt het produkt meteen mee en is niet meer te achterhalen. Wie per postorder een produkt bestelt, moet aangeven waarheen het moet worden gestuurd. Hij laat dus een spoor achter en neemt een behoorlijk risico om te worden opgepakt.
Om het risico als kaarthouder te beperken kun je twee dingen doen: je kaartnummer niet per elektronische post versturen, maar bijvoorbeeld per fax. Faxberichten zijn voor buitenstaanders nauwelijks te onderscheppen. Of het bericht met je kaartnummer coderen. Dat is een elegantere oplossing omdat zij via het Internet zelf werkt. Een veel gebruikt programma om op Internet rond te kijken, zoals Netscape, heeft een ingebouwde codeermogelijkheid. Die beveiliging is te kraken, maar dat is elk fietsslot ook.
Een nog veiliger codering kan worden bereikt met een apart programma, genaamd PGP (Pretty Good Privacy). Een voorwaarde voor het gebruik van gecodeerde berichten is dat klant en leverancier dezelfde manier van coderen gebruiken. Leveranciers die gecodeerde berichten kunnen ontvangen, maken dat op hun webruimte bekend.
Een tweede bezwaar van betalingen met credit card is dat ze relatief duur zijn. Credit-cardmaatschappijen strijken doorgaans een procent of drie van de betaalde bedragen op, met een minimum van ongeveer een dollar per betaling. Voor betalingen beneden de veertig gulden is een credit card voor een leverancier geen aantrekkelijke optie. Dat kost hem te veel van zijn omzet. Het zoeken is dan ook vooral naar betaalmethoden voor geringe bedragen.
Een derde bezwaar is dat bij betalingen met een credit card altijd bekend is wie de betaling heeft gedaan (de kaarthouder). Soms is dat niet prettig en zou je liever anoniem willen betalen, zoals in de fysieke wereld kan met contant geld. Banken en computerbedrijven zijn daarom volop bezig elektronische equivalenten te ontwikkelen van contant geld. Het Nederlandse Digicash en het Britse Mondex zijn hiervan de bekendste voorbeelden. Cash-transacties met deze systemen zijn bovendien geschikt voor kleine bedragen.
Het vierde bezwaar tegen de credit card is dat je er alleen mee kunt betalen als de leverancier klant is bij de desbetreffende credit-cardorganisatie. Grote bedrijven zijn dat doorgaans wel, kleinere bedrijven lang niet altijd en particulieren nooit. Een credit card is dus niet geschikt voor betalingen tussen gewone mensen onderling. Dat is jammer voor de hobbyist die een leuke webruimte heeft ingericht en een dubbeltje wil vragen aan iedereen die erop wil rondkijken.
Voor grotere bedragen, vooral voor postorders, zal de credit card ongetwijfeld zijn dominante positie in het Internet-handelsverkeer handhaven. Voor kleine transacties, vooral geschikt om informatie mee af te rekenen bij wijze van pay per view, strijden diverse systemen nog om de voorkeur van consument, leverancier en bank. Van enige standaardisering is hierbij vooralsnog geen sprake.
|