|
EUROPESE UNIE
|
In het Europa van burgers en
bedrijven De tijden zijn voorbij dat "Europa' alleen besluiten nam die van belang waren voor boeren en bureaucraten. Ogenschijnlijk simpele maatregelen kunnen grote gevolgen hebben.
Bernard Bouwman Verbazingwekkend is die reactie niet. Het GWK krijgt een groot deel van zijn inkomsten uit het wisselen van geld en als er begin volgende eeuw een Europese eenheidsmunt komt, zal daarin de klad komen. Naar het zich nu laat aanzien gaat zowel Frankrijk als Duitsland deel uitmaken van de kopgroep die in 2002 de euro invoert. ,,Nederland drijft veel handel met Duitsland en Frankrijk is ons grootste vakantieland'', zegt directeur Paalvast van het kantoor in Rotterdam. ,,Dus je kunt wel op je vingers natellen dat een EMU voor ons grote gevolgen heeft.'' Paalvast onderstreept overigens _ en wordt daarin braaf gevolgd door zijn medewerkers _ dat GWK de muntunie niet als ,,bedreiging'' ziet maar als ,,uitdaging''. ,,Dollars blijven in ieder geval gewisseld worden, zeker in Rotterdam met zijn grote haven.'' Het dichterbijkomen van de EMU heeft het bedrijf er al wel toe gebracht nieuwe paden in te slaan. Door de verkoop van onder andere toeristische reizen en theatertickets hoopt GWK het gat te dichten dat straks door de euro gaat vallen. De tijd dat maatregelen van de Europese Unie alleen van belang waren voor boeren en bureaucraten is al lang voorbij. ,,Tachtig procent van alle wetgeving komt binnenkort uit Brussel en niet meer uit de hoofdsteden'', zei voormalig Commissie-voorzitter Jacques Delors ooit eens in een overmoedige bui. Hij deed zijn uitspraak kort na de totstandkoming van het Verdrag van Maastricht. Inmiddels ligt de ambitie van de Commissie wat lager. Eigenlijk begon de grote regeldrift van de EU pas in 1985, toen de Twaalf (Zweden, Oostenrijk en Finland waren nog geen lid) besloten van de Gemeenschap een grote binnenmarkt te maken waar goederen, personen, kapitaal en diensten vrij zouden mogen circuleren. Ondernemers zouden niet meer te maken krijgen met twaalf verschillende soorten voorschriften, maar met een vast stel regels dat voor de hele Gemeenschap zou gelden. Daardoor zou het gemakkelijker worden naar andere EG-landen te exporteren. De concurrentie zou toenemen, waardoor fabrikanten goedkoper en efficiënter zouden moeten gaan produceren. De prijzen in de Gemeenschap zouden mede daardoor gaan dalen en door de efficiëntere produktie zou de EG beter kunnen concurreren met de VS en Japan. Geïnspireerd door deze filosofie kwam Euro-commissaris Cockfield in '85 met een Witboek waarin ongeveer 300 voorstellen stonden om tot uniforme EG-regels te komen. Van de veilig heidseisen van speel goed voor kinderen via achteruitkijkspiegels tot aan universitaire diploma's: het moest allemaal geharmoniseerd worden om van Europa één markt te maken. De hele operatie zou volgens het zogeheten Cecchini-rapport van de Commissie (wegens zijn optimistische voorspellingen in de hele Unie een bestseller ) tot maar liefst 1,8 miljoen nieuwe banen kunnen leiden. Frits Strietman, directeur van de nog piepjonge afdeling Europese produkties bij Endemol, is ervan overtuigd dat hij een van die banen vervult. ,,Er bestaat een één-op-één-relatie tussen ons werk en het proces dat toen in Europa in gang werd gezet. Mijn afdeling houdt zich immers bezig met multinationale televisieprojecten in de voorlichtende sfeer. Je kunt daarbij denken aan het bedrijfsleven dat zich internationaal wil profileren of aan nationale overheden die binnen Europa de boer op willen gaan.'' Volgens Strietman zal die internationalisering de komende jaren
alleen nog maar sterker worden. ,,Maar hoe internationaal Europa ook
wordt, verschillen in cultuur zullen er altijd blijven.'' Ook zijn
Endemol-collega Marc Janssen, als creatief directeur bij het bedrijf
mede- verantwoordelijk voor de amusementsprogramma's, gelooft niet in de
droom van de vaders van de Europese integratie dat Europa uiteindelijk
Toch brengt een groot aantal maatregelen van de Unie steeds meer
Europeanen in contact met elkaar, waardoor de culturele verschillen op
termijn mogelijk steeds meer gaan vervlakken. Zo stelt het Erasmus-
programma sinds 1987 studenten in staat enige tijd te studeren aan een
unversiteit in een andere lidstaat van de Unie. Het programma moet
stimuleren dat deelnemers de taal van het gastland leren en oog krijgen
voor zijn cultuur. Inmiddels nemen jaarlijks ongeveer 30.000 studenten
aan het programma deel.
Schijnbaar simpele maatregelen van de Unie hebben soms grote gevolgen.
Jaren geleden al viel het besluit dat studenten uit andere lidstaten
van de Unie hetzelfde collegeld moeten betalen als hun studiegenoten uit
het land waar hun universiteit is gevestigd. Pim Piers, inmiddels
accountant in Londen, beseft dat hij zonder die maatregel nooit zijn
studie Internationale Betrekkingen in Kent had kunnen doen. Britse
collegegelden zijn een veelvoud van de gelden die in Nederland worden
geheven. ,,Ik kreeg een beurs van de British Council in Amsterdam en
die had veel minder mensen kunnen steunen als ze
Het vrije verkeer van arbeid bewijst ook dat de generositeit van de
Unie haar grenzen heeft. Voor mensen die een paspoort hebben van buiten
de Unie is het namelijk veel moeilijker geworden binnen de Unie te mogen
werken. Pas als de werkgever kan bewijzen dat niemand in de hele Unie
het werk van die persoon kan verrichten, wordt een werkvergunning
afgegeven.
Het is die exclusiviteit die bij niet-Europeanen vaak op grote
weerstanden stuit. Voor een land als het Verenigd Koninkrijk had
wetgeving van de EU dikwijls tot gevolg dat oude, vaak emotionele banden
met bijvoorbeeld het Gemenebest werden doorgesneden. Toen er
bijvoorbeeld op het vliegveld Heathrow bij Londen een aparte rij bij de
douane kwam voor EU-burgers en ingezetenen van het Gemenebest naar het
loket "niet-EU' werden verwezen, liepen de emoties bij ingezetenen van
het Gemenebest vaak hoog op.
De exclusiviteit stuit ook vaak op weerstand van de
Derde-Wereldbeweging. ,,In Brussel worden besluiten genomen die grote
consequenties hebben voor mensen in de Derde Wereld, maar die zij
verder helemaal niet kunnen be
De strijd rondom het voorstel laat zien dat de scheidslijnen in de EU
vaak meer binnen dan tussen landen liggen. De meeste ministers van
Ontwikkelingssamenwerking zijn tegen, terwijl hun collega's op
Economische Zaken, die vaak gevoelig zijn voor de opvattingen van het
bedrijfsleven, voor zijn. De strijd is nog dusdanig hevig dat
definitieve besluiten niet op korte termijn worden verwacht.
Wie nog twijfels had over het belang van de besluitvorming van de EU
wordt door Stafleu snel uit de droom gehaald. ,,We hadden onlangs een
gesprek met minister Pronk van Ontwikkelingssamenwerking en die zei dat
er in de ministerraad net zo vaak wordt gesproken over de cacaoboter
als over het vliegveld Beek.''
|
NRC Webpagina's
19 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |