U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


 EUROPESE UNIE
 WERKGROEP HOP
 EUROPA VAN DE BURGERS
 CIJFERS & GRAFIEKEN
 LINKS

In het Europa van burgers en bedrijven

De tijden zijn voorbij dat "Europa' alleen besluiten nam die van belang waren voor boeren en bureaucraten. Ogenschijnlijk simpele maatregelen kunnen grote gevolgen hebben.

Bernard Bouwman
ZELFS IN HUN VRIJE TIJD worden medewerkers van het Grenswisselkantoor op het Centraal Station te Rotterdam geconfronteerd met de Europese Unie. ,,Als ik op een verjaardagsfeestje kom, wordt me wel eens gevraagd waar ik werk'', vertelt Gert Schmidt. ,,Als ik dan zeg dat dat bij het GWK is, valt er soms een pijnlijke stilte, omdat mensen dan denken dat ik over een tijdje zonder werk zit.''

Verbazingwekkend is die reactie niet. Het GWK krijgt een groot deel van zijn inkomsten uit het wisselen van geld en als er begin volgende eeuw een Europese eenheidsmunt komt, zal daarin de klad komen. Naar het zich nu laat aanzien gaat zowel Frankrijk als Duitsland deel uitmaken van de kopgroep die in 2002 de euro invoert. ,,Nederland drijft veel handel met Duitsland en Frankrijk is ons grootste vakantieland'', zegt directeur Paalvast van het kantoor in Rotterdam. ,,Dus je kunt wel op je vingers natellen dat een EMU voor ons grote gevolgen heeft.''

Paalvast onderstreept overigens _ en wordt daarin braaf gevolgd door zijn medewerkers _ dat GWK de muntunie niet als ,,bedreiging'' ziet maar als ,,uitdaging''. ,,Dollars blijven in ieder geval gewisseld worden, zeker in Rotterdam met zijn grote haven.'' Het dichterbijkomen van de EMU heeft het bedrijf er al wel toe gebracht nieuwe paden in te slaan. Door de verkoop van onder andere toeristische reizen en theatertickets hoopt GWK het gat te dichten dat straks door de euro gaat vallen.

De tijd dat maatregelen van de Europese Unie alleen van belang waren voor boeren en bureaucraten is al lang voorbij. ,,Tachtig procent van alle wetgeving komt binnenkort uit Brussel en niet meer uit de hoofdsteden'', zei voormalig Commissie-voorzitter Jacques Delors ooit eens in een overmoedige bui. Hij deed zijn uitspraak kort na de totstandkoming van het Verdrag van Maastricht. Inmiddels ligt de ambitie van de Commissie wat lager.

Eigenlijk begon de grote regeldrift van de EU pas in 1985, toen de Twaalf (Zweden, Oostenrijk en Finland waren nog geen lid) besloten van de Gemeenschap een grote binnenmarkt te maken waar goederen, personen, kapitaal en diensten vrij zouden mogen circuleren. Ondernemers zouden niet meer te maken krijgen met twaalf verschillende soorten voorschriften, maar met een vast stel regels dat voor de hele Gemeenschap zou gelden. Daardoor zou het gemakkelijker worden naar andere EG-landen te exporteren. De concurrentie zou toenemen, waardoor fabrikanten goedkoper en efficiënter zouden moeten gaan produceren. De prijzen in de Gemeenschap zouden mede daardoor gaan dalen en door de efficiëntere produktie zou de EG beter kunnen concurreren met de VS en Japan.

Geïnspireerd door deze filosofie kwam Euro-commissaris Cockfield in '85 met een Witboek waarin ongeveer 300 voorstellen stonden om tot uniforme EG-regels te komen. Van de veilig heidseisen van speel goed voor kinderen via achteruitkijkspiegels tot aan universitaire diploma's: het moest allemaal geharmoniseerd worden om van Europa één markt te maken. De hele operatie zou volgens het zogeheten Cecchini-rapport van de Commissie (wegens zijn optimistische voorspellingen in de hele Unie een bestseller ) tot maar liefst 1,8 miljoen nieuwe banen kunnen leiden.

Frits Strietman, directeur van de nog piepjonge afdeling Europese produkties bij Endemol, is ervan overtuigd dat hij een van die banen vervult. ,,Er bestaat een één-op-één-relatie tussen ons werk en het proces dat toen in Europa in gang werd gezet. Mijn afdeling houdt zich immers bezig met multinationale televisieprojecten in de voorlichtende sfeer. Je kunt daarbij denken aan het bedrijfsleven dat zich internationaal wil profileren of aan nationale overheden die binnen Europa de boer op willen gaan.''

Volgens Strietman zal die internationalisering de komende jaren alleen nog maar sterker worden. ,,Maar hoe internationaal Europa ook wordt, verschillen in cultuur zullen er altijd blijven.'' Ook zijn Endemol-collega Marc Janssen, als creatief directeur bij het bedrijf mede- verantwoordelijk voor de amusementsprogramma's, gelooft niet in de droom van de vaders van de Europese integratie dat Europa uiteindelijk één grote natie wordt waarin alle mensen broeders zijn. ,,Ik zie juist dat veel mensen bang zijn voor een culturele eenheidsworst. Als andere landen onze programmaformules overnemen, streven ze er juist naar daaraan een eigen invulling te geven. In het programma Het spijt me in Portugal bood een weduwe haar excuses aan omdat ze niet lang genoeg na de dood van haar echtgenoot in het zwart was gehuld. In Nederland zouden weinig mensen daarKan regel niet uitvullen mee een probleem hebben.''

Toch brengt een groot aantal maatregelen van de Unie steeds meer Europeanen in contact met elkaar, waardoor de culturele verschillen op termijn mogelijk steeds meer gaan vervlakken. Zo stelt het Erasmus- programma sinds 1987 studenten in staat enige tijd te studeren aan een unversiteit in een andere lidstaat van de Unie. Het programma moet stimuleren dat deelnemers de taal van het gastland leren en oog krijgen voor zijn cultuur. Inmiddels nemen jaarlijks ongeveer 30.000 studenten aan het programma deel.

Schijnbaar simpele maatregelen van de Unie hebben soms grote gevolgen. Jaren geleden al viel het besluit dat studenten uit andere lidstaten van de Unie hetzelfde collegeld moeten betalen als hun studiegenoten uit het land waar hun universiteit is gevestigd. Pim Piers, inmiddels accountant in Londen, beseft dat hij zonder die maatregel nooit zijn studie Internationale Betrekkingen in Kent had kunnen doen. Britse collegegelden zijn een veelvoud van de gelden die in Nederland worden geheven. ,,Ik kreeg een beurs van de British Council in Amsterdam en die had veel minder mensen kunnen steunen als ze overseas fees voor Nederlandse studenten had moeten betalen.'' Pim Piers heeft nog meer geprofiteerd van Europese regelgeving: door het vrije verkeer van werknemers in de Unie kon hij zonder bureaucratische rompslomp in het Verenigd Koninkrijk aan de slag. ,,Eigenlijk hoefde ik alleen maar een sollicitatieformulier in te vullen, net als in Nederland.'' Dat was, voordat de EU tot vrij verkeer van arbeid besloot, in veel landen wel anders. Zeker in tijden van grote werkloosheid was het voor niet-ingezetenen vaak onmogelijk een arbeidsvergunning te krijgen.

Het vrije verkeer van arbeid bewijst ook dat de generositeit van de Unie haar grenzen heeft. Voor mensen die een paspoort hebben van buiten de Unie is het namelijk veel moeilijker geworden binnen de Unie te mogen werken. Pas als de werkgever kan bewijzen dat niemand in de hele Unie het werk van die persoon kan verrichten, wordt een werkvergunning afgegeven.

Het is die exclusiviteit die bij niet-Europeanen vaak op grote weerstanden stuit. Voor een land als het Verenigd Koninkrijk had wetgeving van de EU dikwijls tot gevolg dat oude, vaak emotionele banden met bijvoorbeeld het Gemenebest werden doorgesneden. Toen er bijvoorbeeld op het vliegveld Heathrow bij Londen een aparte rij bij de douane kwam voor EU-burgers en ingezetenen van het Gemenebest naar het loket "niet-EU' werden verwezen, liepen de emoties bij ingezetenen van het Gemenebest vaak hoog op.

De exclusiviteit stuit ook vaak op weerstand van de Derde-Wereldbeweging. ,,In Brussel worden besluiten genomen die grote consequenties hebben voor mensen in de Derde Wereld, maar die zij verder helemaal niet kunnen beïnvloeden'', zegt Hester Stafleu van de Stichting Fair Trade. Zelf houdt ze zich al enige tijd bezig met een ontwerp- voorstel van de Europese Commissie over chocolade. Van de Europese Commissie mag ook chocolade die niet alleen uit cacaoboter bestaat op het etiket als "chocolade' worden aangeduid. ,,Als dat voorstel wordt aangenomen, leidt dat er onvermijdelijk toe dat chocoladeproducenten uit kostenoverwegingen steeds meer vervangers voor cacaoboter gaan gebruiken. Dat zou een ramp zijn voor een Derde-Wereldland als Ivoorkust, dat een groot deel van zijn exportinkomsten uit cacaoboter haalt.''

De strijd rondom het voorstel laat zien dat de scheidslijnen in de EU vaak meer binnen dan tussen landen liggen. De meeste ministers van Ontwikkelingssamenwerking zijn tegen, terwijl hun collega's op Economische Zaken, die vaak gevoelig zijn voor de opvattingen van het bedrijfsleven, voor zijn. De strijd is nog dusdanig hevig dat definitieve besluiten niet op korte termijn worden verwacht.

Wie nog twijfels had over het belang van de besluitvorming van de EU wordt door Stafleu snel uit de droom gehaald. ,,We hadden onlangs een gesprek met minister Pronk van Ontwikkelingssamenwerking en die zei dat er in de ministerraad net zo vaak wordt gesproken over de cacaoboter als over het vliegveld Beek.''

NRC Webpagina's
19 DECEMBER 1996

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) DECEMBER 1996