Onderzoek Peper 'moet snel klaar'
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 2 NOV. De raadscommissie die een onderzoek instelt naar mogelijk gesjoemel door
burgemeester Peper en wethouders van Rotterdam in de afgelopen dertien jaar
wil het resultaat van haar bevindingen zo snel mogelijk publiceren. Dat heeft
R. van Middelkoop, vice-voorzitter van de commissie voor onderzoek van de
rekening (COR) meegedeeld.
Omdat de integriteit van Peper, nu minister van Binnenlandse Zaken, aan
de orde is gesteld, wil de commissie zo mogelijk nog voor Kerstmis met een
rapport komen. Het onderzoek naar de zogenoemde bestuurlijke uitgaven van
B en W in de jaren 1986-1999 valt in twee delen uiteen. Een accountantsbureau
zal uitgaven en declaraties onderzoeken. De commissie zal getuigen horen.
De COR is breed samengesteld. Voorzitter is mevrouw Van Ravestijn van D66,
de grootste oppositiefractie in de Rotterdamse raad. Vice-voorzitter is de
PvdA'er Ruud van Middelkoop, die al twintig jaar raadslid is. De drie leden
zijn ex-Kamerlid F.J. van der Heijden (CDA), T. Cornelissen van de SP en Sandra
Korthals (VVD), echtgenote van minister Korthals.
Hoewel al jaren allerlei geruchten en verhalen de ronde doen over het vermeende
misbruik door Peper van gemeentelijke diensten en voorzieningen, beschikt
de commissie tot nu toe slechts over zes getuigen die zich met naam en toenaam
hebben gemeld.
De formeel aangemelde klachten betreffen onder meer tochtjes van het echtpaar
Peper-Kroes met familie en kennissen op 'de Maze' en later 'de Nieuwe Maze',
het promotieschip van de gemeente en het Gemeentelijk Havenbedrijf. Stadhuispersoneel
zou herhaaldelijk zijn ingeschakeld bij ontvangsten van Peper in diens woning
in Wassenaar. De toenmalige burgemeester zou volgens een andere klager geschenken
van buitenlandse delegaties mee naar huis hebben genomen. Ex-wethouder Van
de Pol (VVD) meldde dat Peper haar verbood drie dagen privé-vakantie
in Hongkong na een dienstreis naar Japan zelf te betalen.
De commissie heeft al vastgesteld dat pas in 1991 op het stadhuis een declaratieformulier
voor B en W werd ingevoerd waarop ze hun uitgaven ten dienste van het bestuur
moesten vermelden. Voor welk doel de 'bestuurlijke uitgaven' werden gedaan,
behoefde pas vanaf 1998 te worden aangegeven.