Peper krijgt van commissie geen inzage stukken
Door onze redacteuren GEERT VAN ASBECK en TOM-JAN MEEUS
ROTTERDAM / DEN HAAG, 20 JAN. Oud-burgemeester A. Peper van Rotterdam, thans minister van Binnenlandse Zaken, krijgt geen voorinzage in het mogelijk belastende materiaal over zijn declaraties. Dit heeft de onderzoekscommissie uit de Rotterdamse gemeenteraad besloten, aldus bevestigen vier ingewijden.
Peper legt zich niet neer bij de beslissing en ,,beraadt zich op nadere stappen'', aldus een woordvoerder. ,,Ik hou vast aan mijn standpunt dat ik voorinzage wil in de stukken die over mij gaan.'' De relatie van Peper met de commissie komt hierdoor verder onder spanning te staan. ,,Het is complete oorlog'', aldus een ingewijde vanochtend.
De raadscommissie onderzoekt de declaraties van toenmalig burgemeester Peper in de periode 1986-1998. Peper had afgelopen zondag in een later uitgelekte brief de commissie verzocht ,,mij ter beschikking te stellen de dossiers en vragen die u daarbij heeft''. Dit nadat hij zich vrijdag in een gesprek met de commissie uitgebreid beklaagde over het lekken van materiaal dat over zijn declaraties is verzameld.
Peper vindt het ongerijmd dat hij zelf niet op de hoogte is van het voorlopige resultaat van het onderzoek, uitgevoerd door forensische accountants van KPMG.
Peper had de commissie voorgesteld het vervolggesprek aanstaande zaterdag te houden. Hij vroeg accountant J. Gortemaker van PricewaterhouseCoopers te bemiddelen met de commissie om voorinzage te verkrijgen. Gortemaker bevestigde gisteren per fax dit verzoek aan de commissie. De commissie heeft Gortemaker vanochtend laten weten niet op het verzoek van Peper te kunnen ingaan.
De raadscommissie vindt dat Peper geen voorkeursbehandeling kan krijgen ten opzichte van andere (oud-)leden van het Rotterdamse college van B en W die worden onderzocht. De commissie trekt de declaraties van alle B en W-leden uit de periode 1986-1998 na en hoort deze weken alle betrokken wethouders.
Duidelijk is inmiddels dat KPMG het grootste aantal vragen heeft over de declaraties van Peper. Daarbij gaat het vooral om reizen met een ogenschijnlijk privék-arakter die zijn betaald door Rotterdam. De commissie onderzoekt of deze uitgaven rechtmatig dan wel doelmatig zijn gedaan. Dit is pas vast te stellen nadat Peper zijn weerwoord heeft gegeven. Ingewijden houden er rekening mee dat Peper door de weigering zijn medewerking aan de commissie volledig opzegt.