In declaratieonderzoek
Peper eist bij commissie uitleg na lek
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 18 JAN. Minister A. Peper (Binnenlandse Zaken) heeft de tegenaanval geopend op
de Rotterdamse raadscommissie die zijn declaraties onderzoekt.
Peper is ,,buitengewoon getroffen door het ernstige feit'' dat details
over het onderzoek zijn gepubliceerd in het Algemeen Dagblad, die ,,voor mij
buitengewoon schadelijk zijn en een nadere verklaring van uw commissie vragen''.
Peper heeft inmiddels zijn advocaat ingeschakeld.
Dit staat in een persoonlijke brief van Peper - zondag 16 januari
geschreven op zijn huisadres - aan de voorzitter van de onderzoekscommssie,
het raadslid M.J. van Ravesteyn-Kramer (D66). In de brief klaagt Peper ook
dat een foto van hem is genomen tijdens het onderhoud dat hij vorige week
vrijdag met de onderzoekscommissie had, ,,tegen alle afspraken over het vertrouwelijke
karakter van het gesprek''.
De raadscommissie onderzoekt de declaraties van Peper als burgemeester
van Rotterdam in de periode 1986-1998. Forensische accountants van KPMG hebben
het boekenonderzoek voor de commissie gedaan. De commissie formuleert pas
een politiek oordeel nadat Peper zijn weerwoord heeft gegeven. Bij de commissie
bestaan vooral vragen over reizen van Peper met een ogenschijnlijk privé-karakter
die zijn betaald door Rotterdam. KPMG heeft vragen bij circa dertig procent
van Pepers representatie-uitgaven namens Rotterdam.
In het onderhoud van vrijdag zijn geen inhoudelijke punten aan de orde
geweest, omdat Peper zich ook toen uitgebreid beklaagde over kennelijke lekken
uit de commissie. ,,Zoals ik in het gesprek al indiceerde, beschikt u als
enige over de informatiepositie om te beoordelen waar de bron, alsmede het
waarheidsgehalte van deze informatie moet worden gezocht'', aldus de brief.
Peper heeft zich tot nu toe geharnast verweerd tegen beschuldigingen als
zou hij overheidsgeld voor privé-doeleinden hebben gebruikt.
Het onderzoek van de Rotterdamse raadscommissie is bijna afgerond, werd
vorige week bekendgemaakt. Peper doet in de brief het voorstel komende zaterdag
opnieuw een gesprek met de commissie te voeren, ,,op een locatie die de beslotenheid
en rust garandeert [...] voor een serieus gesprek''.
Peper wil overigens voorinzage in de ,,dossiers en vragen'' die bij de
onderzoekscommissie leven, zodat ,,de zorgvuldigheid jegens mij en de waarheidsvinding
is gewaarborgd''.
Ook heeft burgemeester I. Opstelten ,,assistentie'' toegezegd bij de materiaalverzameling
waarmee Peper zijn verdediging gaat voeren.
Een woordvoerder van de onderzoekscommissie wilde vanmorgen geen commentaar
op de brief van Peper geven.