'Interview leek verhoor'
Gisteren getuigde de voormalige
rechterhand van oud-burgemeester Peper voor de Raad van Tucht. Die raad
onderzoekt of het KPMG-onderzoek naar de financiële handel en
wandel van Peper wel volgens de regels is uitgevoerd.
Door een onzer redacteuren
AMSTERDAM, 31 JAN. 'KPMG was erop uit iets belastends voor Bram te
vinden. De interviews die ik met KPMG-accountants had, leken op
verhoren.' Dit zei H.J.A. van de Braak, hoofd externe zaken van de
gemeente en jarenlang de rechterhand van de Rotterdamse oud-
burgemeester Bram Peper, gisteren voor de Raad van Tucht voor
registeraccountants.
De raad onderzoekt de klacht van Peper dat KPMG zich niet aan de regels
voor accountants zou hebben gehouden tijdens het onderzoek naar de
bestuursuitgaven in Rotterdam gedurende de periode 1986-1998. Dit
onderzoek, dat vijf miljoen gulden kostte, werd uitgevoerd door een
raadscommissie (COR) die zich liet bijstaan door KPMG, dat ruim 800.000
bonnen en afrekeningen controleerde. Van de Braak beklaagde zich dat hem
slechts over drie van de vele tientallen buitenlandse reizen van Peper
om toelichting was gevraagd. Van ruim veertig reizen van Peper konden
KPMG en de COR de functionaliteit niet of onvoldoende vaststellen. Van
de Braak zei dat dit wel had gekund 'als naar regelgeving en inhoud was
gevraagd'. Hij stelde verder vast dat hem niets was gevraagd over de
omstreden vaartochten van Peper met een schip van het Gemeentelijk
Havenbedrijf, het beheer van relatiegeschenken en de uitgaven uit het
zogenaamde burgemeesterpotje dat Peper onder zijn hoede had.
De topambtenaar gaf toe dat hij niet eigener beweging informatie had
aangeleverd. 'Dat vond ik niet op mijn weg liggen.' COR-lid F.J. van der
Heijden die eveneens getuigde, noemde deze opstelling van Van de Braak,
'een man die wist wat er rond ging' onbegrijpelijk. Van de Braak moest
gisteren ook uitleggen waarom hij eind december 1999 het COR-onderzoek
was toen enige maanden gaande acht zakken met documenten opruimde
('verouderde stukken') en dat hij destijds nog 4000 dollar in een
kluisje had, overgebleven van Pepers laatste reis, naar Cuba, bijna
anderhalf jaar eerder. "Dat was over nadat op Cuba 3500 dollar was
uitgegeven voor medicijnen voor politieke gevangenen. Het geld is later
op de bank gestort, met koerswinst." COR-voorzitter Mea van Ravesteijn
verklaarde dat KPMG onpartijdig en objectief had geopereerd op basis
van het plan van aanpak dat de COR had opgesteld met behulp van de
gemeentelijke accountantsdienst. Ze zei dat "niet helder is geworden"
waarom na publicatie van het COR/KPMG rapport, op 17 maart 2000, oud-
wethouders en Van de Braak met nieuwe gegevens uit archieven van onder
andere het Havenbedrijf kwamen die KPMG niet had gevonden. Van de Braak
zei dat hij uit "eigen niet geordende stukken" had geput, maar dat zijn
gegevens door KPMG waren "gemarginaliseerd". In februari komen de
advocaten van Peper en KPMG voor de raad.