Na studie over Pepers declaraties:
Afkeuring en eis tot rekenschap
Door onze redacteuren
DEN HAAG/ROTTERDAM, 18 MAART.
Het rapport over het declaratiegedrag van Rotterdamse (oud-)
stadsbestuurders heeft geleid tot scherpe politieke reacties jegens
oud-burgemeester Peper; tot het ter verantwoording roepen van een ex-
wethouder in zijn huidige baan als bankier en tot de eis van
gemeentefracties om ten onrechte gedeclareerde bedragen terug te
betalen aan de gemeenschap.
Premier Kok zei gisteren na afloop van de wekelijkse ministerraad dat
het Rotterdamse rapport "ernstige constateringen" bevat over uitgaven "
waarvan onvoldoende duidelijk is of ze privé of niet-privé
zijn gedaan". Over de beslissing van minister Peper afgelopen maandag
om zelf zijn ontslag in te dienen, zei de premier: "Ik heb dat
gerespecteerd en het vandaag verschenen materiaal bevestigt de
juistheid van mijn oordeel." Kok zou bij de formatie van zijn tweede
kabinet, in augustus 1998, "kritische vervolgvragen" aan
ministerskandidaat Peper hebben gesteld als hij had beschikt over de
informatie die nu in het rapport is opgenomen.
PvdA-fractieleider Melkert noemde het "vooral belangrijk" dat uit het
rapport "lessen worden getrokken voor het formuleren van regels en de
controle daarop in het openbaar bestuur". Volgens hem is dat "cruciaal
voor het vertrouwen dat mensen hebben in de politiek en in een
rechtmatige en doelmatige besteding van gemeenschapsgelden". De raad
van commissarissen van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) zal haar
bestuurslid ir. P.O. Vermeulen ter verantwoording roepen over diens
omstreden declaraties in de tijd dat hij wethouder was in Rotterdam
(van 1978 tot 1994), zo heeft prof. H. Priemus, lid van de raad van
commissarissen van de BNG, gisteravond desgevraagd meegedeeld.
"BNG is een onberispelijke club", aldus Priemus. De bank kan zich
volgens hem geen smet op haar blazoen permitteren.
Volgens accountants van KPMG heeft vooral ex-burgemeester Peper
omvangrijke privé-uitgaven op kosten van de gemeente gedaan. De
Rotterdamse gemeenteraad vindt dat privé-uitgaven die ten
onrechte door de gemeente zijn betaald moeten worden terugbetaald.
Volgende week donderdag debatteert de raad over het rapport van de
raadscommissie die de bestuursuitgaven van ex-burgemeester Peper en de
Rotterdamse wethouders in de periode 1986-1999 aan een gedetailleerd
onderzoek heeft ontworpen. Het openbaar ministerie (OM) in Rotterdam
beslist in de loop van volgende week of een strafrechterlijk onderzoek
moet worden ingesteld naar aanleiding van de feiten die de commissie en
de accountants van KPMG hebben vastgesteld. Als het OM een onderzoek
instelt, kan de raad wachten met een besluit over terugvordering van
onrechtmatige uitgaven.
M. van Ravesteyn-Kramer, de voorzitter van de commissie die de
declaraties van Peper onderzocht, antwoordt vandaag in deze krant op de
vraag welke van de bevindingen van haar commissie zij het ergste vindt:
"Dat privékosten als bestuurskosten in rekening zijn gebracht.
Dat is niet integer. Dat mag niet gebeuren bij een overheid die integer
móet zijn. Het is kortom hóógst ernstig. "
Het rapport over het declaratiegedrag van Peper en 23 wethouders in de
periode 1986-1999 verscheen gisteren. Afgelopen maandag trad Peper af
als minister van Binnenlandse Zaken, om de handen vrij te hebben de
conclusies uit het rapport aan te vechten.