U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.


NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Vrijheid voor de Papoea's

Nieuws

Brief

Documenten

Strijd voor vrijheid

Links

Brief van president John F. Kennedy
aan premier J.E. de Quay

(2 april 1962)

G E H E I M

Aan Zijne Excellentie dr. J.E. de Quay,
Minister-president van het Koninkrijk der Nederlanden
te Den Haag

Washington, 2 april 1962

Zeer geachte heer minister-president,

Ik heb met aandacht alle problemen gevolgd die uw regering de afgelopen weken heeft ondervonden bij het zoeken naar een goede oplossing ter beëindiging van het conflict met Indonesië over afstand van het gebied Nieuw-Guinea. Ik maak mij zorgen over het staken van de geheime besprekingen tussen vertegenwoordigers van Uw land en Indonesië. Niettemin geloof ik nog steeds dat er mogelijkheden zijn voor een vreedzame oplossing indien beide partijen bereid zijn de genoemde onderhandelingen te hervatten op basis van wederzijds vertrouwen.

De Nederlandse regering heeft reeds positieve stappen gezet naar een oplossing, allereerst door het vraagstuk voor te leggen aan de Verenigde Naties en vervolgens, toen dat mislukte, door middel van geheime onderhandelingen met Indonesië. Ik respecteer dat de Nederlandse regering haar zware verantwoordelijkheid voor de bescherming van haar staatsburgers in Nieuw-Guinea neemt en ik heb er begrip voor dat Nederland de verdediging van genoemd grondgebied moet intensiveren. Desalniettemin zijn hier gevaren aan verbonden omdat de opvoering van militaire sterkte kan leiden tot het uitbreken van een openlijke oorlog in het gebied in kwestie. Een dergelijk conflict zal vijandigheid teweegbrengen die het proces ter oplossing van het onderhavige conflict op alle niveaus zal beïnvloeden.

Indien een openlijke oorlog uitbreekt, zal zowel Nederland als het Westen verlies lijden in de ware zin des woords. Wat ook de gevolgen mogen zijn van een militaire krachtmeting, het is duidelijk dat de positie van de Vrije Wereld in Azië zware schade zal oplopen. Alleen de communisten zullen profiteren van een dergelijk conflict. Indien de Indonesische troepen vastbesloten zijn om Nederland aan te vallen, dan zullen alle gematigde elementen, zowel in de strijdkrachten als in andere binnenlandse geledingen, verzwakken en een gemakkelijk doelwit vormen voor communistische interventie. Indien Indonesië in een situatie als deze wordt onderworpen aan de communisten, dan lopen alle anticommunistische posities in Vietnam, Thailand en Maleisië gevaar en juist die regio staat op dit moment in het middelpunt van de belangstelling der Verenigde Staten.

Wij begrijpen de positie van Nederland, dat zich wil terugtrekken uit onderhavig gebied en zal berusten indien dit gebied uiteindelijk moet overgaan naar Indonesisch gezag. Niettemin is de Nederlandse regering vastbesloten zich in te spannen voor Papoealeiderschap en waarborgen voor het recht van het Papoeavolk zelf te beschikken over zijn lot en toekomstige politieke status.


Anderzijds heeft Indonesië ons reeds op de hoogte gebracht van zijn wens om het bestuur over dat gebied onmiddellijk over te nemen en ook van zijn bereidheid om het Papoeavolk in de gelegenheid te stellen zijn toekomstige lot zelf te bepalen. Het is duidelijk dat de beide gezichtspunten niet zover uit elkaar liggen dat zij een oplossing in de weg staan. De heer Ellsworth Bunker, die met betrekking tot dit vraagstuk is opgetreden als bemiddelaar bij de geheime onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië, heeft een regeling geformuleerd voor de overdracht van onderhavig gebied aan de Verenigde Naties. De VN zullen het bestuur over het gebied na verloop van enige tijd overdragen aan Indonesië. Deze regeling zal bepalingen bevatten volgens welke het Papoeavolk, na enige tijd, in de gelegenheid zal worden gesteld om zijn eigen lot te bepalen. De VN zullen worden betrokken in zowel de voorbereidingsfase als bij de uitvoering van deze 'act of self-determination'.

Onze regering is hierin zeer geïnteresseerd en U kunt ervan overtuigd zijn dat de Verenigde Staten bereid zijn om de Verenigde Naties de nodige hulp te bieden op het moment dat het Papoeavolk deze 'act of self-determination' zal voltrekken. Gezien de huidige situatie en met het oog op onze verantwoordelijkheid voor de Vrije Wereld, dring ik er sterk op aan dat de Nederlandse regering de regeling die door de heer Bunker is ontworpen, aanvaardt.

Wij zullen er ook bij de regering van Indonesië op aandringen akkoord te gaan met vervolgonderhandelingen op basis van bedoelde regeling.

Ik richt mij tot U in alle oprechtheid en vol vertrouwen en ik verwacht dat dit de juiste manier is om de betrekkingen tussen onze beide landen als vrienden en bondgenoten te behoeden. Wat mij drijft, is mijn overtuiging dat het van groot belang is een gunstige gelegenheid voor vredesonderhandelingen om dit pijnlijke probleem tot een oplossing te brengen, niet voorbij te laten gaan.

Met de meeste hoogachting,

(handtekening)

John F. Kennedy

NRC Webpagina's
2 april 1962

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad