U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.


NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Vrijheid voor de Papoea's

Nieuws

Brief

Documenten

Strijd voor vrijheid

Links

Papoea's eisen vrijheid van Indonesië

Begaanbare weg uit de bitterheid

Dirk Vlasblom

Papoea ontwaakt. Na 37 jaar door Indonesië te zijn geminacht, bestolen en geringeloord, komt het volk zelfbewust bijeen om autonomie te eisen. Leger en politie weten zich geen raad met deze massale volksbeweging. 'Indonesië heeft gemoord in Papoea. Een volk dat de zijnen doodt, is een duivels volk.'

Als de zon opkomt boven de Humboldt Baai is de hemel effen blauw en al om acht uur ligt de hitte als een zware deken over de stad. Het is windstil, maar de hete lucht trilt, want Jayapura is in staat van opwinding. Winkeliers - Chinezen, immigranten uit Sulawesi, de Molukken en Java - maken zich zorgen over hun handel, maar de Papoea's, die in deze typisch koloniale stad nog niet de helft van de bevolking uitmaken, blaken van herwonnen zelfvertrouwen en hoopvolle verwachting. Want op deze maandag, 29 mei, begint hun congres. En dat congres, denkt menige Papoea, zal een begaanbare weg wijzen naar de verlangde vrijheid.

Rond het middaguur rijden tientallen trucks afgeladen met zingende, in het zwart geklede jonge Papoea's in colonne door het stadscentrum. Zij zijn op weg naar de Paradijsvogelhal, het sportcomplex dichtbij de haven van Jayapura waar het congres om twee uur zal worden geopend. Dit is de Satgas Papua, de ordedienst van de volksbeweging voor een 'vrij Papoea', die verantwoordelijk is voor een veilig en ordelijk verloop van deze bijeenkomst. De Indonesische politie is in geen velden of wegen te bekennen.

De mannen in het zwart vormen een cordon rond de sporthal en sluiten met gestrekte armen en bamboestokken de toegang af. Bij het hek worden de deelnemers, waarnemers en genodigden gefouilleerd. Op het voorterrein paraderen tientallen Papoea's uit het centrale bergland. De gebaarde mannen hebben hun gezichten beschilderd, dragen verentooien en verder alleen een koteka (peniskoker). Velen zijn uitgerust met pijlen, bogen en speren. Deze bergbewoners zijn geen deelnemers maar toeschouwers, en hoeven zich niet te houden aan de kledingsvoorschriften voor de 2.870 officiële congresgangers. Op last van het organisatiecomité zijn de mannelijke deelnemers in het pak. T-shirts en sandalen zijn verboden.

Deze Papoea's hebben in korte tijd een lange weg afgelegd. Ruim 36 jaar waren zij tweederangsburgers in eigen land en bij het geringste protest werden zij voor 'separatist' uitgemaakt, opgepakt, mishandeld of vermoord. Nu zijn ze zelfbewuste congresgangers, die openlijk beraadslagen over hun toekomst. Niet in het geniep, maar in de provinciehoofdstad Jayapura.

Jayapura betekent 'stad van de overwinning', maar Papoea's beschouwen de zege in kwestie als een nederlaag. In de jaren vijftig, toen de Nederlanders hier nog heer en meester waren, heette het stadje Hollandia. In mei 1963 werd voormalig Nederlands Nieuw Guinea, na een kort tussenbestuur van de Verenigde Naties, overgedragen aan Indonesië en ging de hoofdstad Soekarnapura heten, naar de toenmalige president.

Die overdracht was geregeld in het Verdrag van New York (1962) tussen Nederland en Indonesië en daar kwam geen Papoea aan te pas. Van de Nederlandse voorwaarde, een volksraadpleging onder de Papoea's, met stemrecht voor alle volwassenen, maakte Jakarta een farce. In 1969 mochten 1.026 door de Indonesiërs geselecteerde Papoea-notabelen zich uitspreken over de toekomstige status van het gebied. Zij kozen, geïsoleerd en onder druk gezet, voor aansluiting bij Indonesië. Dat doopte deze aanwinst Irian Jaya (zegevierend Irian) en gaf de hoofdstad een nieuwe naam: Jayapura. De Indonesische overwinning werd behaald met vals spel en de beweging voor een vrij Papoea wil Jayapura omdopen in Port Numbay, naar het riviertje dat hier uitstroomt in de Grote Oceaan.

Gewelddadige reflex

Het duurde even voor de geest van reformasi - de democratiseringsgolf die na de val van Soeharto in mei 1998 door Indonesië rolde - ook de Papoea's beving. Betogende studenten eisten genoegdoening voor de vele militaire excessen in de provincie, ruimere toegang tot posten in het bestuur, een einde aan de plundering van bodemschatten, herstel van landrechten van de inheemse bevolking - eisen die voortkwamen uit serieuze grieven. Op 6 juli 1998 maakte het leger met geweld een einde aan een vreedzame betoging op het eiland Biak, waar de vlag van West-Papoea was gehesen. Er vielen ten minste zes doden en Biakkers vertellen verhalen over nog meer lijken op de zeebodem.

Die vertrouwde, gewelddadige reflex - en dat in een tijd van belofte - werkte radicaliserend. Op 26 februari 1999 kreeg een groep Papoea-notabelen, het 'Team 100', belet bij president Habibie in diens werkpaleis te Jakarta. De president dacht hen tijdens deze 'dialoog' te kunnen overtuigen van zijn democratische bedoelingen en hen te kunnen winnen voor zijn opbouwprogramma. Hij moet zijn geschrokken. Zijn gesprekspartners wilden niets meer horen over 'opbouw' onder Indonesische leiding en legden een zuiver politieke eis op tafel: onafhankelijkheid.

Het Team 100 kreeg bij thuiskomst een heldenontvangst, maar vervolgens werden de delegatieleden in hun woonplaatsen lastig gevallen door politie en militairen. Dit was aanleiding voor de spontane vorming van satgas (ordediensten) van werkloze Papoea-jongens. Deze satgas groeiden uit van een lijfwacht tot een burgerwacht. Overal in de provincie werden zogenoemde posko (commandoposten) ingericht, vaak simpele optrekjes van hout, bamboe en gedroogd gras, waar de bevolking samenkwam en wachtte op onafhankelijkheid. De geest was uit de fles, maar organisatie en leiding ontbraken en niemand wees de weg naar de verlangde vrijheid. Want de Papoea's hopen alleen nog op tussenkomst van het buitenland en op internationaal niveau geldt een andere adat, een ander gewoonterecht. Die spelregels kent niemand.

De beweging vertoonde niet veel samenhang, maar de plaatselijke autoriteiten schrokken van haar omvang. De politie liet de volksoplopen bij de posko aanvankelijk begaan, kennelijk in de hoop dat de bui zou overwaaien, maar toen dat niet gebeurde, dreigde ze met sluiting door de sterke arm. Daarop doopte de bevolking de posko om tot 'gebedsposten'. Tot vandaag weten leger en politie geen raad met deze vreedzame, massale volksbeweging, die wordt gedreven door een oprecht vrijheidsverlangen, gevoed door 37 jaar bittere ervaring.

Grote Leider

Eind vorig jaar besloot iemand het voortouw te nemen. Op 12 november werd in Sentani, niet ver van Jayapura, de 62ste verjaardag gevierd van adat-leider Theys Hiyo Eluay. Theys is een Sentani-Papoea van de noordkust met een duister verleden. Oudere Papoea's weten te vertellen dat hij na de overdracht in 1963 activisten voor een onafhankelijk West-Papoea liet oppakken, uitleverde aan het Indonesische leger of eigenhandig ombracht. In de jaren tachtig werd hij door de gouverneur van Irian Jaya - dus met goedvinden van ex-president Soeharto - aangesteld als leider krachtens het gewoonterecht, een erebaan zonder macht.

Op zijn 62ste verjaardag liet Theys zich door zijn gasten uitroepen tot Grote Leider van het Papoea-volk. Dat schiep verplichtingen. Kort daarop kreeg de satgas van Sentani en Jayapura een eenvoudige training en een nieuwe uitrusting: zwarte hoeden, broeken en T-shirts, bedrukt met de Morgenster, de vlag van West-Papoea. De kosten werden gedekt door de Jakartaanse gangsterkoning Yorris Raweyai, zoon van een Chinese vader en een Papoea-moeder. Hij is vice-voorzitter van de Pemuda Pancasila, onder Soeharto de sterke arm van regeringspartij Golkar. Yorris werd ook op Theys' feestje aangesteld als leider van de Papoea's buiten Irian. Want hij woont in Jakarta en daar weet Theys de weg niet.

Het vrijheidsverlangen onder de Papoea's heeft in Jakarta weldegelijk indruk gemaakt, vooral bij de nieuwe president, Abdurrahman Wahid. Op 31 december bracht hij een bezoek aan de provincie en had een ontmoeting met Papoea-notabelen. Een van hen was Tom Beanal, een traditionele leider van de Amungme, een volk in het Centrale Bergland dat al jaren strijdt voor herstel van de grondrechten die het in de jaren zeventig verloor aan de koper- en goudmijn van het Amerikaanse bedrijf Freeport. Beanal, in februari leider van het Team 100, legde ook aan Wahid uit dat zijn volk vrijheid wenst. ,,Het is jullie democratische recht om uitdrukking te geven aan dat verlangen'', zei Wahid, ,,maar het is mijn plicht als president om de eenheid van Indonesië te bewaren.''

Bij die gelegenheid verklaarde Wahid dat de naam Irian - Arabisch voor 'naakt' - een vernedering is voor het Papoea-volk en dat de provincie voortaan 'Papoea' zou heten. Dat deed recht aan de zo lang genegeerde identiteit van de Papoea's - zeventig procent van de provinciale bevolking - maar was geen genoegdoening voor 37 jaar marginalisering en onderdrukking.

Tom Beanal en andere vooraanstaande Papoea's maakten zich intussen zorgen over de manier waarop Eluay zonder mandaat van wie dan ook opereerde en slechts deed waar hij goed in is: vlaggenceremonies en ander stuntwerk. Nadat hij op 1 december 1999, tijdens een vreedzaam verlopen ceremonie, in het centrum van Jayapura de vlag van West-Papoea had laten hijsen, werd hij voor verhoor ontboden naar het politiebureau. Daar verscheen hij in traditionele Sentani-dracht, omringd door zijn trouwe satgas en dansende vrouwen. Intellectuelen, kerkmensen en traditionele leiders besloten de beweging een democratische vorm en een politieke richting te geven. Zij belegden van 23 tot 26 februari in een hotel in Sentani het Groot Papoea-beraad. Zo'n vierhonderd onderwijzers, studenten, dominees, lage ambtenaren, stamoudsten, gewezen politieke gevangenen en ballingen - samen het kader van ontwakend Papoea - debatteerden drie dagen lang over hun 37-jarige ervaring als een door de Indonesiërs geminacht, bestolen en geringeloord volk.

Intimidatie

De vierhonderd constitueerden zichzelf tot Papoea-raad, het 'parlement' van de beweging, en kozen een uitvoerend lichaam, het Papoea-presidium. Voorzitters werden Tom Beanal en Theys Eluay. Theys' naam stond op geen enkel stembriefje, maar hij werd door de verkozenen gecoöpteerd. Presidiumleden beweren dat ze dit deden om hem en zijn 'jongens' in het gareel te kunnen houden, maar anderen reppen van intimidatie door de satgas. Tom Beanal ontleent zijn gezag niet alleen aan de adat - hij was jarenlang de traditionele leider der Amungme - maar ook aan zijn internationale ervaring in de strijd tegen Freeport.

De roep uit de zaal om onmiddellijke vorming van een overgangsregering werd in Sentani, zij het met moeite, gepareerd: dit zou 'Jakarta' uitleggen als rebellie, waarschuwde een Papoea-lid van het nationale parlement. De bijeenkomst nam een 'politiek communiqué' aan, waarin staat dat de uitslag van het referendum van 1969 het product was van intimidatie, dat de gang van zaken niet strookte met het verdrag van New York en dat deze 'volksraadpleging' geen geldige rechtsgrond vormt voor de 'integratie' in Indonesië. Het Beraad nam zich voor dit volkenrechtelijke standpunt uit te dragen naar de regering in Jakarta en naar de buitenwereld. Men zou de strijd vreedzaam voeren, met democratische en diplomatieke middelen, langs de weg der onderhandelingen.

Aanvaring

In de drie maanden die zijn verlopen sinds 'Sentani' wist het daar verkozen Presidium enig vertrouwen te wekken bij president Wahid, die heeft overwogen om het Papoea-congres, dat maandag begon, zelf te komen openen en die één miljard rupiah (driehonderdduizend gulden) bijdroeg in de organisatiekosten. Maar die tijd is niet benut om werk te maken van de vrijheidseis en de opeenvolgende etappes van 'de strijd' te benoemen. Inspelen op het autonomieaanbod van Jakarta is taboe, vindt een meerderheid in het Presidium, want dat komt van de staat en die is repressief en onbetrouwbaar. Dat wreekte zich deze week tijdens het Papoea-congres in Jayapura.

De organisatoren hadden wel hun best gedaan om een aanvaring met 'Jakarta' - en daarmee een verbod - te vermijden. Zo repten de congresstukken nergens van 'onafhankelijkheid' en alleen van een 'nieuw Papoea'. Voor de openingszitting waren de waarnemend gouverneur van Papoea, de militaire commandant, de provinciale politiechef en andere Indonesische notabelen uitgenodigd, en zij kwamen allemaal. Bij het Papoea-beraad in februari hadden zij met uiteenlopende smoezen verstek laten gaan. De gouverneur, marinemaarschalk Musiran Darmosuwito, sprak een begroetingswoord. Hij erkende het recht van de congresgangers om ,,hun aspiraties kenbaar te maken'' en kreeg zowaar applaus.

President Wahid besloot op het laatste moment, op advies van 'hoge functionarissen' om het congres niet te openen, want dat zou ,,uitgelegd kunnen worden als steun voor afscheiding''. In zijn plaats werd de opening verricht door Theys Eluay. Hij hield een donderspeech tegen Indonesië die de zaal met gejuich ontving, maar die de genodigde provinciebestuurders deed verstrakken. Zo zei hij onder meer: ,,Papoea's zijn geen Indonesiërs. Indonesië heeft steeds beweerd dat wij tot hetzelfde volk behoren, maar het heeft gemoord in Papoea. En een volk dat de zijnen doodt, is een duivels volk.'' Theys is een succesvol standwerker, geen politicus of diplomaat, want de nationale en internationale adat zijn hem vreemd.

Thema van het congres was: 'Laten we de geschiedenis rechtzetten'. De bijna drieduizend deelnemers wisselden ervaringen uit over de gang van zaken bij de 'volksraadpleging' van 1969 en over moordpartijen en verkrachtingen door het leger onder Papoea-burgers. Een aantal goed voorbereide hardliners drong aan op haast. Hun kampioen was Yusuf Tanawani, een afgevaardigde uit Serui, die zich voortbeweegt in een rolstoel met Papoea-vlag. Hij riep tot driemaal toe op om ,,hier en nu een Proclamatie van Port Numbay aan te nemen en een overgangsregering te vormen''. Dit terwijl president Wahid bij herhaling heeft gezegd dat ,,de vorming van een overgangsregering zal worden beantwoord als een daad van secessie''. Op Hemelvaartsdag vlogen drie F-16's vanuit Biak dreigend laag over Jayapura. Als om te waarschuwen: de desintegratie van Indonesië begint niet in Papoea.

Theys verklaarde met luide stem dat ,,als het Presidium niet durft, ik alleen mijn handtekening zet''. Toen nam Tom Beanal het woord en zei: ,,Deze strijd is geen privé-aangelegenheid, maar gaat ons allen aan. Niemand zal op zijn eentje uitmaken hoe wij hem voeren, ook niet iemand uit Serui. Broeders, wij kunnen de werkelijkheid niet veranderen door een tekst aan te nemen.'' Een waarnemer van de Amerikaanse ambassade: ,,Theys stookt het vuur op en Tom moet het blussen.''

Twee gastsprekers uit het buitenland gooiden een knuppel in dit toch al roerige hoenderhok. John Tek W., gouverneur van de grensprovincie Sandau, Papua New Guinea (de oostelijke helft van hetzelfde eiland), zette de zaal in lichterlaaie toen hij met overslaande stem, half in het Indonesisch, half in het Engels, riep: ,,Ik ben uw broeder en steun van harte uw strijd voor een vrij West-Papoea. Geen kogel, zelfs geen atoombom kan de wil van het volk stoppen. Ik ben ervan overtuigd dat West-Papoea spoedig vrij zal zijn. En als het zover is, zullen we de grenspalen tussen onze landen omverhalen.'' Tek W. gaf toe dat hij voor zichzelf sprak en niet namens de regering van PNG, maar het kwaad was al geschied: de uitzinnige Papoea's in de zaal zagen voor het eerst buitenlandse steun opdoemen voor hun zaak.

Woensdag, laat in de middag, betrad Viktor Kaisiepo, al 38 jaar balling in Nederland, de zaal. Viktor (51) is een zoon van de op 18 mei overleden Marcus Kaisiepo, oud-ambtenaar in Nederlands Nieuw Guinea, die tot zijn dood ijverde voor een vrij Papoea. Kaisiepo junior lobbyt al jaren in allerlei commissies rond de VN voor de rechten van de Papoea's en andere inheemse volken. Bij zijn terugkeer in april was hij nog een onbekende, maar sinds woensdag is hij de coming man van de beweging. ,,Ik droom niet van de VN'', zei hij, ,,ik werk er.'' Dat was niet helemaal conform de waarheid, maar het sloeg aan. ,,De Dekolonisatiecommissie van de VN heeft een lijst met zeventien gebiedsdelen die in aanmerking komen voor onafhankelijkheid.'' Hoopvol gejuich. ,,West-Papoea staat daar niet op.'' Gekreun. ,,Maar de uitkomst van onze strijd hangt niet af van een VN-lijst. Wij kunnen zorgen dat West-Papoea daar op komt en ik kan u daarbij helpen.''

Kaisiepo wil voor West-Papoea dezelfde rol spelen als Ramos Horta voor Oost-Timor, die van internationale lobbyist. Dat is wat de zaal wilde horen. Hier was iemand die de internationale adat kent en die had de beweging nog niet. Vandaag besluit het congres hoe de leiders straks de wereld moeten uitleggen dat Papoea niet van Indonesië is, maar van de Papoea's.

NRC Webpagina's
3 juni 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad