|
Nieuws Achtergronden Opinie Biografieën Links
|
Departement op drift
Onzekerheid en verwarring. Dat trof minister Sorgdrager volgens twee hoogleraren aan toen zij in 1994 aantrad op het departement van Justitie. De onzekerheid betrof de bijzondere opsporingsmethoden die, zij het verlaat, minister Hirsch Ballin tot aftreden hadden gedwongen en tot een parlementaire enquête zouden leiden. De verwarring betrof een grootscheepse reorganisatie van het departement zelf. ,,Een ronduit lastige situatie'' voor de nieuwe bewindsvrouw, aldus de twee hoogleraren. Aan het einde van haar ambtstermijn kan worden geconcludeerd dat de toestand er niet op is vooruitgegaan. De hoogleraren waren aangetrokken voor een analyse van het hoog opgelopen conflict van Sorgdrager met de top van het openbaar ministerie, eind januari, dat eindigde met het opzienbarende ontslag van de zogeheten ,,super-procureur-generaal'' Docters van Leeuwen. Een conflict over de bijbaan van PG Steenhuis ontwikkelde zich tot een complete crisis in het justitie-apparaat. Deze crisis valt niet los te zien van wat de hoogleraren noemen ,,de bestuurlijke eenzaamheid'' van minister Sorgdrager. Zij heeft dit isolement nu zelf vergroot door haar departement openlijk te beschuldigen van verraad. Want dat is toch wel de kwalificatie voor haar verwijt dat ambtenaren ,,strategieën hebben gebruikt om de minister kapot te maken''. Met name het lekken van informatie. Het is een wrange bijkomstigheid dat de daadkrachtige Docters van Leeuwen eerder ook klachten over lekken uit zijn openbaar ministerie had; alleen wilde hij toen vooral de pers aanpakken. DE REACTIE OP de kritiek van Sorgdrager was voorspelbaar: met dit soort uitlatingen diskwalificeert een verantwoordelijk bewindspersoon zichzelf. Zeker na vier jaar regeren. Een prominente partijgenoot als Glastra van Loon, die ooit zelf opstapte als staatssecretaris van Justitie na moeilijkheden met de departementale bureaucratie, sprak gisteravond op de televisie openlijk van een ,,kamikaze-actie''. En inderdaad, de rol van de minister lijkt na haar jongste actie uitgespeeld. In feite heeft zij zich een week eerder dan haar collega's demissionair verklaard. Materieel heeft zij geen enkel gezag meer. Of zij in dit stadium nog tot aftreden moet worden gedwongen is meer een kwestie van stijl dan van inhoudelijke betekenis. Wat kan Sorgdrager, die nota bene heeft aangekondigd een tweede ambtstermijn te ambiëren, hebben bewogen? Een deel van het antwoord lijkt te moeten worden gezocht in haar verhoogde gevoeligheid voor loyaliteit. Dat was een belangrijk breekpunt in de crisis met het OM. Al in het debat over de gouden handdruk voor procureur-generaal Van Randwijck deed zij de ongebruikelijke stap de Tweede Kamer om een expliciet vertrouwensvotum te vragen in plaats van te bouwen op de stelregel dat zij vertrouwen heeft zolang het niet is opgezegd. Vertrouwen dient, zeker op een departement, te worden georganiseerd. Sorgdrager heeft het omstreden reorganisatieplan dat zij aantrof, omgebogen en ambtelijke steutelfiguren vervangen. Voor een goede greep was kennelijk méér nodig, afgaande op een recente personeelsenquête op de beleidsafdelingen. Daarin scoorde het functioneren van het departement een mager zesje en de kwaliteit van de besluiten een onvoldoende. ZORGELIJK IS niet in de laatste plaats de diagnose van de twee hoogleraren dat de meeste onderdelen van het departement als gevolg van de restauratie (het omgooien van het reorganisatieplan door Sorgdrager) achterstanden hebben opgelopen in de identiteitsontwikkeling. Het departement van Justitie op drift. Dat is, los van de politieke toekomst van minister Sorgdrager, een majeur aandachtspunt voor de komende kabinetsformatie. Zeker nu het al de tweede keer is, ook al zijn de onzekerheid en verwarring in 1994 wellicht niet helemaal onderkend. Net als toen gaat het nu om een dubbel probleem, eigenlijk een drievoudig probleem om in de termen van de IRT-enquête te spreken. Niet alleen het gezag van de nieuwe minister en wellicht ook enige organisatorische bijstellingen verdienen aandacht. Het gaat meer dan ooit om de kwaliteit van het juridisch product dat wordt geleverd.
|
NRC Webpagina's
5 mei 1998
|
Bovenkant pagina |