|
Nieuws Achtergronden Opinie Biografieën Links
|
Politica in 'een zaak voor herenmode'
Door onze redacteur JOKE MAT Het thema 'vrouwen in de politiek' ligt gevoelig bij vrouwen, bleek gisteren bij een debat in Utrecht. ,,Als je niet uitkijkt wordt het een discussie over zieligheid.'' Minister Sorgdrager van Justitie doet er volgens haar woordvoerder alles aan om van haar 'meisjesimago' af te komen. UTRECHT, 20 APRIL. Nee, zegt Annemarie Stordiau, directeur voorlichting van het ministerie van Justitie en woordvoerder van minister Sorgdrager licht ongeduldig, ze heeft Sorgdrager nooit adviezen gegeven over haar uiterlijk. ,,Dat is niet mijn taak. Ik heb hoogstens af en toe gezegd: 'Doe eens wat lippenstift op', zoals vrouwen tegen elkaar zeggen.'' Het thema 'vrouwen in de politiek' ligt gevoelig bij vrouwen, bleek gisteren bij het debat 'Oma Els en het leuke kopje van Sorgdrager' (titel ontleend aan krantencitaten) van De Salon Utrecht. Stordiau, een van de forumleden, verklaarde al bij voorbaat er ,,weerzin'' tegen te hebben. D66-Kamerlid Nicky van 't Riet, aanwezig in het publiek, verbeet zich een uur lang en stond toen op om zich integraal tegen het onderwerp te verklaren. ,,Sinds Docters van Leeuwen is het weer een item. Ik vind dat heel gevaarlijk. Als je niet uitkijkt wordt het een discussie over zieligheid. En ik vind het jammer dat er geen vrouwelijke politicus is uitgenodigd.'' Dat was raak, want als vertegenwoordiger van de politiek zat alleen Jacques Wallage achter de tafel, fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid en als staatssecretaris ooit verantwoordelijk voor emancipatiebeleid. Wallage lanceerde het ene politiek correcte statement na het andere (,,Met minder vrouwen dan in het huidige kabinet kan paars niet thuiskomen'') en was zichtbaar in zijn element, omringd als hij was door een zaal vol gelijkgestemden. De enige dissident was een man in het publiek die zich afvroeg waarom vrouwen eigenlijk met alle geweld zitting wilden nemen in een mannenbolwerk als de Tweede Kamer. ,,Mij doet het denken aan een zaak voor herenmode die vijftig procent vrouwelijke klanten wil.'' Hoongelach was zijn deel. De discussie concentreerde zich op de vraag of vrouwelijke ministers anders worden bekeken en beoordeeld dan mannelijke, en zo ja hoe anders. Stordiau merkte op dat het niemand scheen te deren als Kok weer eens bleek en met wallen onder zijn ogen op de televisie was geweest. ,,Maar als Sorgdrager in beeld kwam terwijl ze een beetje witjes zag, door een verkeerde belichting ofzo, dan hoorde ik nog dagenlang: Gaat het nou wel goed, kan ze het wel aan.'' Volgens Mischa Peters, afgestudeerd op 'beeldvorming van mannelijke en vrouwelijke ministers' dragen journalisten bij aan het stereotiep door het soort vragen dat ze stellen, zoals de openingsvraag van tv-presentator Karel van de Graaf aan minister Sorgdrager vier jaar geleden: ,,Mevrouw Sorgdrager, wat is dat toch met uw ogen?'' Peters: ,,Bij vrouwelijke ministers is het altijd: Hoe zien ze eruit, wat hebben ze aan, hebben ze een gezin, wat is hun 'stijl van besturen'. Bij mannen komt dat niet ter sprake.'' Maar uit Peters' onderzoek bleek ook dat dit verschijnsel zich niet bij alle vrouwelijke bewindslieden even sterk voordoet. De afgelopen vier jaar had Annemarie Jorritsma (Verkeer en Waterstaat) er bijvoorbeeld veel minder last van dan Sorgdrager en Borst (Volksgezondheid). Peters heeft hier niet echt een verklaring voor. ,,Ik denk dat Jorritsma zich heel goed heeft aangepast aan het mannelijke beeld.'' Stordiau sluit zich daarbij aan: ,,Jorritsma heeft een beter camouflagepak aangetrokken''. ,,Camouflage is niet het eerste woord waar ik aan denk'', mompelt discussieleider Paul Schnabel. Vervolgens concludeert hij dat de ministers kennelijk zelf op een of andere manier het beeld bepalen en dat de pers hierop inhaakt. Juist minister Sorgdrager blijkt de afgelopen vier jaar alles te hebben gedaan om aan haar meisjesimago te ontkomen. Volgens Stordiau heeft ze elk interview over haar gezin en andere persoonlijke onderwerpen geweigerd, ,,juist om haar beleid goed voor het voetlicht te brengen''. Ook heeft ze volgens Stordiau nooit om persoonlijke redenen verstek laten gaan in de Tweede Kamer, zoals bijvoorbeeld minister Wijers wel heeft gedaan (bij de verjaardag van een kind). ,,Elk familiaal hoogtepunt heeft ze gemist, tot haar eigen vijftigste verjaardag en het slagen van haar dochter toe.'' Een vrouw in het publiek windt zich hierover op. ,,Dat ligt dan aan haarzelf. Vrouwen in de politiek moeten gewoon doen zoals ze normaal doen.'' Een andere vrouw wil weten waarom Stordiau de minister dit niet heeft aangeraden. Stordiau ontkent dat dit haar taak is. Als NOS-parlementair verslaggeefster Margiet Brandsma aanhoudt: ,,Zou jij gezegd hebben: 'Moet je doen Winnie?' Ik denk eerder dat jij gezegd zou hebben: 'Zou je dat wel doen Winnie'.'' Stordiau geeft toe: ,,Ja, ik denk dat ik gezegd zou hebben dat ik niet weet of dat in de media nu wel zo goed zou vallen.'' Op Schnabels slotvraag 'Willen de vrouwen in het forum ooit in de politiek?', is het antwoord van Stordiau het meest hartgrondig. ,,Nee! Elke ochtend bang zijn wat er in de krant over je geschreven wordt, het lijkt me meer dan verschrikkelijk.'' Waarop een man achter in de zaal genadeloos de vinger op de zere plek legt: ,,Dan neem je toch een goede adviseur!''
|
NRC Webpagina's
5 mei 1998
|
Bovenkant pagina |