U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Val Milosevic

Nieuws

Achtergrond verzet

Hoofdrolspelers

Links

Euforie Westen over Kostunica is misplaatst

Veton Surroi
Alles moet veranderen opdat er niets verandert. Dit aforisme, uit de grootse roman De Tijgerkat van Tommaso di Lampedusa, is heel toepasselijk voor Kosovo na de val van Milosevic. Betekent een democratisch gekozen president in Belgrado dat voor Servië alles is veranderd, maar dat er niets is veranderd in de betrekkingen tussen Servië en Kosovo?

Of Servië een democratie is of niet, één ding is zeker: de kans is niet groot dat Kosovo in de komende vijf jaar een welvarend democratisch land wordt. En wel om één simpele reden: dat is Kosovo nooit geweest. Op dit moment is het een door de Verenigde Naties bestuurd gebied in een overgangsfase na vijftig jaar communisme, tien jaar apartheidachtige Servische heerschappij en een verwoestende oorlog. Bovendien is de status van Kosovo op de lange duur onduidelijk: het land is weliswaar een VN-protectoraat, maar valt officieel onder het bestuur van de desintegrerende Joegoslavische federatie van Servië en Montenegro.

Het zal inderdaad nog jaren duren voordat Kosovo een democratische, economisch welvarende staat is, want Kosovo zal eerst een zelfstandige staat moeten worden, willen welvaart en democratie een kans krijgen. Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad, de hoogste wet hier, verhindert dat, tenzij beide partijen - Servië en Kosovo - er na onderhandelingen mee instemmen. Maar resolutie 1244 sluit niet uit dat Kosovo de facto een regering krijgt die functioneert als een echte nationale regering.

Die laatste mogelijkheid bestaat wel degelijk. Via de eerste democratische gemeenteraadsverkiezingen in de geschiedenis van Kosovo - die afgelopen weekend werden gehouden - zullen de Kosovaren druk uitoefenen om een provisorische grondwet op te stellen en algemene verkiezingen te houden. Daarnaast is iedereen het erover eens dat de privatisering snel moet worden uitgevoerd.

Het is best mogelijk dat de economische hervormingen in dit gebied op ongekende schaal kunnen worden doorgevoerd. De corruptie, die de privatisering elders in de weg stond, moet sterk zijn ingeperkt dankzij het toezicht van de VN. Effectieve privatisering zou de ontwikkelingen in Kosovo kunnen sturen. Maar de grote meerderheid van de bevolking van Kosovo zal nog niet tevreden zijn met een verbeterde economie.

Waar het om gaat, is een permanente status, en die zal grotendeels afhankelijk zijn van de politieke en economische veranderingen in Kosovo. Maar voordat Kosovo internationale erkenning kan krijgen, moet er ook een tolerante maatschappij worden gecreëerd die in vrede leeft met haar buurstaten. Er zal in Kosovo heel wat moeten verbeteren voordat er sprake is van duurzame verdraagzaamheid. Tolerantie zal echter moeilijk te verwezenlijken zijn zolang de VN er niet in slagen iets te doen aan de wetteloosheid die Kosovo teistert sinds het einde van de bombardementen van de NAVO.

Het zal niet moeilijk zijn om tot verbeterde betrekkingen met de meeste buren van Kosovo te komen, behalve met één buurland. De betrekkingen tussen Servië en Kosovo voorzien in alle complicaties die een diplomaat zich maar wensen kan. In dit geval bood de val van Milosevic de belofte van een open dialoog tussen Servië en Kosovo. Maar de gewekte verwachtingen zijn niet ontbloot van scepsis.

Kosovo's scepsis over de democratische pretenties van Servië wordt voornamelijk ingegeven door de wetenschap dat de conflicten tussen Kosovo en Servië niet met één persoon samenhangen, maar structureel zijn. Al zijn de spanningen nog zo zeer opgevoerd door Milosevic, zijn beleid tegenover Kosovo's etnische Albanezen vond wel degelijk weerklank onder de meeste Serviërs. De houding van Servië tegenover zijn minderheden kon gedurende de tien jaar van Joegoslavische oorlogen rekenen op de algemene instemming der nationalisten, waar het merendeel van de toenmalige oppositie bij behoorde.

De Kosovaren zullen geen zin hebben om met Servië over verbeterde betrekkingen te praten, zolang er in Servië niet een of andere vorm van 'denazificatie' op gang komt. Het is een veeg teken dat president Kostunica tot dusverre weigert mannen uit te leveren die internationaal van oorlogsmisdaden worden beschuldigd.

Maar Kosovo staat niet alleen in het blijvend vereenzelvigen van de vanuit Belgrado geregeerde staat met de wreedheden van de afgelopen tien jaar. De meeste buren van Kosovo staan versteld van de Westerse euforie over de val van Milosevic. Verscheidene Westerse diplomaten beweren zelfs al dat alles in de regio ondergeschikt moet worden gemaakt aan de historische veranderingen in Belgrado; dat de huidige Joegoslavische Federatie snel moet toetreden tot de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa ( OVSE, de VN, het Internationale Monetaire Fonds ( IMF) en de Wereldbank.

Voor president Kostunica is de geschiedenis geen reden om de Servische acties van de afgelopen tien jaar kritisch te bekijken. Een warme ontvangst in de internationale gemeenschap zal de kans op een regeling tussen Servië en zijn buren misschien alleen maar ondermijnen.

Er zou een soort 'drievoudig Taiwan-scenario' moeten worden ontwikkeld waarin Kosovo, Montenegro en Servië eerst een periode van 'interne consolidatie' doormaken en zich voornamelijk concentreren op het functioneren van hun eigen staat en niet zozeer op elkaars internationale erkenning. Taiwan, dat twee decennia geleden zijn internationale erkenning verloor, richtte zich op zichzelf en schiep een welvarende economie en een nieuwe democratie. Hetzelfde proces is nu, min of meer klandestien, gaande in Kosovo. Het zou ook in Servië en Montenegro op gang moeten komen.

In Servië mag dan alles zijn veranderd, maar de gebeurtenissen van een jaar geleden hebben ook alles voorgoed veranderd voor Kosovo. Geen enkele politiek relevante macht in Kosovo is op dit moment bereid een oplossing te bepleiten of te accepteren die verhindert dat het volk van Kosovo over zijn eigen lot beslist.

Veton Surroi is hoofdredacteur van Koha Ditore, de toonaangevende onafhankelijke krant van Kosovo, en was in 1999 afgezant voor Kosovo bij de Parijse besprekingen over de toekomst van Kosovo.

© Project Syndicate

NRC Webpagina's
1 november 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad