U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Val Milosevic

Nieuws

Achtergrond verzet

Hoofdrolspelers

Links

Tien jaar lang was Milosevic een architect van de Nieuwe Wereldorde

Europa is verlost van zijn grootste onruststoker

Robert van de Roer
Donderdag 5 oktober 2000 zal de geschiedenis ingaan als de dag waarop de laatste Europese dictator, Slobodan Milosevic, ten val kwam, Joegoslavië het pad naar democratie insloeg en Europa een nieuwe stap zette naar een vrij en verenigd continent. Met een bliksemrevolutie in het centrum van Belgrado maakten honderdduizenden Joegoslaven eergisteren abrupt een einde aan het ruim tienjarige bewind van hun president. De overdonderde wereldgemeenschap, van Brussel tot Washington, kon het tempo van de volksopstand voor de televisie nauwelijks bijbenen.

Als een kaartenhuis stortte het imperium van Milosevic in elkaar: de staatstelevisie, het staatspersbureau, het leger en de politie kozen in een paar uur tijd de kant van de oppositie of grepen niet in. De volksopstand was de catharsis na de verkiezingsnederlaag van Milosevic op 24 september, die hij in de dagen daarop met alle mogelijke middelen had proberen te manipuleren en te verdonkeremanen. De gehate leider ontvluchtte zijn land niet, zoals velen hadden verwacht, en voerde gisteren nog overleg met de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Igor Ivanov. Maar veel meer dan laatste stuiptrekkingen zijn het niet: het tijdperk van Milosevic als onruststoker in het hart van Europa is voorbij. Europa, de Verenigde Staten en Rusland komen zo onverwachts gemakkelijk van hem af, na tien jaar geworstel met het verschijnsel-Milosevic en vier door hem geëntameerde oorlogen binnen Joegoslavië. Wat het halfslachtige Westen een decennium lang niet lukte, zelfs niet na een NAVO-campagne van 78 dagen vorig jaar, lukte zijn eigen landgenoten binnen één dag: een beslissende tik uitdelen. Het lot van Milosevic is in de straten van zijn eigen land door zijn eigen volk bezegeld, niet aan de conferentietafels in Westerse salons door speciale bemiddelaars.

Milosevic is de afgelopen tien jaar - samen met de Iraakse leider Saddam Hussein - meer een architect van de Nieuwe Wereldorde geweest dan de Amerikaanse president George Bush zelf eens hoopte te worden. Samen met Saddam stelde hij tien jaar lang het Amerikaanse gezag in de wereld op de proef, met het politiek-kwakkelende Rusland als voornaamste bondgenoot. Hij dwong Europese leiders in de spiegel te kijken en zich te bezinnen op hun slagvaardigheid. In de achtertuin van de moderne Europese Unie, met haar munt- en douane-unie en andere tekenen van eenwording, werden burgers massaal afgeslacht, soms met duizenden tegelijk. Dezelfde leiders die op topontmoetingen verdragen en verklaringen volschreven over een vrij, verenigd en multi-etnisch Europa, stonden steeds weer aan de grond genageld als zijn terreur efficiënter bleek te werken dan hun democratie.

De Joegoslavische leider draaide de internationale vergadercircuits dol. Hij zaaide tweedracht tussen het Westen en Rusland, dat door de Slavische bloedband er weinig voor voelde om tegen hem op te treden, hoezeer Moskou ook genoeg van hem had. Ook onderling waren de Europeanen en de Amerikanen verdeeld en deinsden zij terug voor robuust ingrijpen. Alle mogelijke fora beten hun tanden op hem stuk: de vijftien landen van de Europese Unie, de vijf, later zes landen van de Contactgroep, de acht landen van de G8, de zestien, later negentien landen van de NAVO en de vijftien landen van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. De wereldgemeenschap zette economische, juridische, diplomatieke, politieke en militaire middelen tegen hem in. Tot een structurele oplossing leidde het niet. Het Westen ondermijnde weliswaar zijn positie, maar bezegelde niets en remde hoogstens een oorlogsmachine af.

De grote Europese landen en Amerika maakten Milosevic in 1991 niet onschadelijk bij zijn eerste expansiedrang in Slovenië en Kroatië. Europa nam wel de leiding in de bemiddeling via gezanten zoals Lord Carrington en Lord Owen, met instemming van de regering- Bush en de regering-Clinton. "Dit is het uur van Europa, niet het uur van de Amerikanen", riep de Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken en toenmalig EG-voorzitter, Jacques Poos, uit aan het begin in 1991. Wat volgde, waren vier oorlogen waar Milosevic de hand in had: tussen de Serviërs en de Slovenen in Slovenië, tussen de Serviërs en de Kroaten in Kroatië, tussen de Bosnische Serviërs en de moslims in Bosnië, en tussen de Serviërs en Kosovo-Albanezen in Kosovo. In Bosnië (1992-1995) moest de slecht bewapende VN-vredesmacht UNPROFOR, bestaande uit vooral Britten en Fransen, de strijdende partijen scheiden, en tegelijk neutraal blijven: een onverenigbare taak in een oorlog waarin de Serviërs domineerden. Het leidde tot de ramp in Srebrenica op 11 juli 1995, met de Nederlanders als tragische hoofdrolspelers. Vervolgens namen de Amerikanen, met hun gezant Richard Holbrooke, alsnog voortvarend de leiding. De NAVO bombardeerde dagenlang stellingen van de Bosnische Serviërs, tot woede ook van Milosevic. Terwijl de buitenwereld wist dat hij de aanjager van de Joegoslavische oorlogen was, slaagde hij erin zich als vredesduif te profileren. In Dayton tekende hij in november 1995 het vredesakkoord voor Bosnië. Het was een "opgelegde vrede", zoals Holbrooke zei, maar ook Realpolitik en half werk: Milosevic bleef onverminderd aan de macht, en sprak bij de ceremonie in Parijs zelfs met president Clinton. De VS leken weer even de gedecideerde supermacht uit de Koude Oorlog of de Golfoorlog, maar die euforie ebde alweer snel weg door nieuw onzeker optreden van de regering-Clinton, zoals in Kosovo zou blijken. De VS mochten dan voor velen in het Westen gelijk hebben dat een dictator als Milosevic hard moest worden aangepakt, de Amerikanen zelf bleken grote moeite te hebben dat morele oordeel in militaire daadkracht om te zetten, bang als ze zijn voor het verlies van eigen soldatenlevens. Bovendien dachten veel Westerse regeringen hier in politieke zin anders over: de wereldgemeenschap bleek in de omgang met Milosevic geen objectief Goed en Kwaad te kennen, of daar eensluidend op te kunnen reageren. De Amerikanen laveerden voortdurend tussen, zoals huidig minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright in 1996 als VN- ambassadeur zei, een "terugtrekking die niet mogelijk is" en een "te grote betrokkenheid die niet houdbaar is". De verdeelde Europeanen waren bovendien politiek en militair afhankelijk van de onzekere Amerikanen, beiden meer dan eens gedwarsboomd door de Russen. In dit chaotisch vacuüm kon Milosevic etnische en nationalistische haat aanwakkeren, in Bosnië via vazallen als Karadzic en Mladic en in Kosovo rechtstreeks. Ook na de etnische zuiveringen in Kosovo vorig jaar en de NAVO-luchtaanvallen bleef hij aan de macht. Het Westen betaalt voor het gebrek aan daadkracht vanaf 1991 een hoge prijs. De balans van een decennium-Milosevic en Westerse onmacht geeft het volgende beeld: ruim 200.000 doden, militaire en civiele protectoraten in Bosnië en Kosovo met ruim 60.000 man NAVO-troepen en VN- bestuur, een economisch infuus van het Westen, een geïsoleerd en economisch geruïneerd Servië, en een uitgehold idee van een multi-etnische samenleving. Het op papier gedroomde Groot-Servië van Milosevic is van lieverlee uitgedraaid op het tegendeel: Klein- Servië. Servië vormt alleen nog met Montenegro de staat Joegoslavië, maar de heilige grond van Kosovo wordt bestierd door de VN. Bij de verkiezingen en afgelopen donderdag kreeg Milosevic de rekening gepresenteerd voor zijn destructieve handelwijze en het isolement van zijn land. Hij ging ten onder aan overschatting van zijn eigen macht en aan onderschatting van de oppositie, die hij dit keer niet uiteen kon spelen.

Ook hierin heeft het Westen vrijwel geen aandeel gehad. Europa en de VS steunden de afgelopen jaren twee onderling verdeelde oppositieleiders, Zoran Djindjic en Vuk Draskovic, die beiden geen kans maakten de macht over te nemen. De nieuwe man, Vojislav Kostunica, is een grote onbekende. Onzeker is of hij de grote democraat is, die het Westen in hem ziet. Onzeker is ook of Servië de route kan volgen van Kroatië, dat sinds dit jaar, een paar maanden al na het aantreden van een nieuwe, democratische regering, nauwe contacten heeft met de EU en is toegetreden tot het Partnerschap voor de Vrede met de NAVO..

Kostunica is een nationalist die het Haagse oorlogstribunaal niet erkent en de aangeklaagde Milosevic naar zijn zeggen niet wil uitleveren. Van enige onafhankelijkheid van Kosovo, zoals de Kosovo-Albanezen willen, kan evenmin sprake zijn, meent hij. "Laat hem eerst de relatie met het Westen verbeteren en het land hervormen", zegt een medewerker van Europa's 'chef Buitenland' Javier Solana. "We moeten geduld hebben, en niet meteen met allerlei eisen komen. Kostunica is geen Superman." Alle ballen op Kostunica, is nu kort samengevat het Westers beleid. Euforie heeft het ontbreken van een duidelijk concept in de afgelopen jaren verdrongen. De EU wil de sancties opheffen en economische hulp geven "om Joegoslavië in de Europese familie te verwelkomen". Er is veel geld nodig om de skelettenstaat van Milosevic nieuw leven in te blazen. De grootste kenner van Milosevic in het Westen, Holbrooke, krijgt in elk geval in één opzicht gelijk: wie resoluut ingrijpen blijft uitstellen, zal later tegen een veel hogere prijs moeten optreden.

NRC Webpagina's
7 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad