U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Midden-Oosten

Nieuws

Vredesonderhandelingen

Geschiedenis van het conflict

Medespelers

Documenten

Links

'Opstand redt Arafat van binnenlandse woede'

Door onze correspondent SALOMON BOUMAN
JERUZALEM, 12 OKT. ,, De Palestijnse opstand tegen de Israëliërs redt Yasser Arafat van een Palestijnse opstand tegen zijn eigen gezag. Dat meent de Palestijnse intellectueel dr. Mahdi Abdul-Hadi.

Yasser Arafat is overrompeld door de spontane uitbarsting van het Palestijnse volk tegen de Israëlische bezetter, net zoals bij het uitbreken van de eerste intifada in 1987 het geval was'', zegt de Palestijnse intellectueel dr. Mahdi F. Abdul-Hadi. Hij is directeur van PASSIA, een Palestijns instituut voor internationale studies in Oost-Jeruzalem. ,,Als Sharon op 28 september niet zijn provocerende bezoek aan de heilige plaats (Al-Haram al-Sharif/Tempelberg) in Jeruzalem had gebracht, zou er ook een Palestijnse opstand zijn uitgebroken. Misschien niet tegen Israël, maar wel tegen het Palestijnse zelfbestuur van Arafat. Wij zijn teleurgesteld in Arafats schending van de rechten van de mens, over het aan zijn laars lappen van de democratie, over de corruptie en over 100.000 niets uitspokende Palestijnse ambtenaren. Arafat was voor ons in Tunis het symbool van onze beweging (Al-Fatah). Hij is hier gekomen om een Arabisch leider te zijn zoals andere Arabische leiders'', zegt hij bitter.

Ondanks zijn frustraties over Arafat, die door veel Palestijnse intellectuelen worden gedeeld, heeft Abdul-Hadi sedert het uitbreken van de opstand zijn contacten met Israëlische vredesactivisten verbroken. ,,Ik heb al drie nachten niet geslapen. Ik zit aan de televisie gekluisterd en huil om het offeren van ons bloed en vlees. Waarvoor? Voor die bastaard Arafat? Vannacht zal ik een stevige slok whisky nemen om in slaap te kunnen vallen'', zegt hij.

,,Deze opstand redt Arafat van zijn binnenlandse moeilijkheden. Arafat beseft dat heel erg goed. Daarom heeft hij er geen belang bij de opstand te stoppen. Daarom gaat hij op stap, naar Tunis, Spanje en andere plaatsen. Net als Barak (de Israëlische premier) is hij een tragische leider. Barak is een zwakke leider, Arafat is nog zwakker. Beiden hebben geen controle over hun volken.'' Als Arafat een eind maakt een de opstand ,,wordt zijn positie (onder de Palestijnen) nog zwakker en zal hij als een collaborateur worden gebrandmerkt''. ,,De pols van de Palestijnse samenleving klopt nu voor voortzetting van de confrontatie. Wij bloeden voor onafhankelijkheid.''

Een diplomatieke doorbraak in de huidige crisis is volgens Abdul-Hadi mogelijk als de Arabische top op 21 oktober in Kairo zal besluiten ,,de stichting van een onafhankelijke Palestijnse staat aan te kondigen''. Een dergelijk voldongen feit kan volgens hem het uitgangspunt zijn voor onderhandelingen met Israël over de uiteindelijke status van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Abdul-Hadi herinnert eraan dat de Arabische top in 1974 de PLO als enige wettige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk erkende en daarmee de Palestijnse strijd een grote impuls gaf. ,,Daarop moet tijdens de nieuwe Arabische top verder worden gebouwd'', zegt hij.

Naar zijn oordeel is de diepere oorzaak van de crisis te herleiden tot de grove fout die de Israëliërs en Amerikanen deze zomer maakten toen ze Arafat in Camp David niet geloofden toen hij zei dat hij nooit Israëlische soevereiniteit over de Haram al-Sharif/Tempelberg zal erkennen. ,,Arafat waarschuwde in Camp David dat jullie daarmee het Midden-Oosten in een heilige oorlog storten. Ik zal mijn volk niet verraden en niet tekenen, heeft Arafat daar gezegd'', zegt Abdul-Hadi. ,,De Palestijnen hebben hun hele leven zonder erkende Palestijnse identiteit geleefd. Maar ze hebben hun godsdienst nooit opgegeven. Nu wordt de Palestijnen een erkende Palestijnse entiteit voorgesteld. Kan dat als tegelijkertijd hun geloof wordt aangetast?''

Voor hem is het als een grote schok gekomen dat Barak in Camp David een veel extremer standpunt innam dan rabbijnen die hijzelf tijdens internationale conferenties voor toenadering van de godsdiensten had leren kennen. Israëls sefardische opperrabbijn Baksi-Doron en rabbijnen in Frankrijk en Engeland hadden hem uitgelegd dat handhaving van de huidige status quo - controle door de Waqf, het islamitische bestuuursorgaan - op de heiligste plaats voor joden en moslims in Jeruzalem in religieus opzicht de juiste oplossing zou zijn. ,,De rabbijnen zeiden dat de joden wachten tot de derde tempel uit de hemel (op de Tempelberg) neerdaalt. De Palestijnen waren geschokt toen seculiere Israëlische onderhandelaars met de meest extreme religieuze voorstellen kwamen die niet alleen het bouwen van een synagoge op Al-Haram al-Sharif inhielden maar ook controle over het gebied (waar de twee grote moskeeën Al-Aqsa en de Koepel van de Rots staan).''

,,De rabbijnen waren eerlijk genoeg om te zeggen dat hun godsdienst voorschrijft de status quo te handhaven. Barak toonde zich in Camp David godsdienstiger dan de rabbijnen'', zegt hij. ,,Ja'', antwoordt hij op de vraag of Arafat handhaving van de huidige status quo zou hebben aanvaard. ,,Barak maakte een grote fout meer te willen'', zegt hij. ,,Barak en de Amerikanen dachten dat Arafat zwak is en tot alles bereid was als hij maar een Palestijnse staat kreeg.'' Daarmee deden zij alsof de Arabische en islamitische wereld niet bestond, zegt hij.

De Israëlische Arabieren zijn volgens Abdul-Hadi niet zozeer uit solidariteit met de Palestijnse zaak de straat opgegaan maar omdat hun geloof werd aangetast. Dat is geen winst voor de Palestijnen naar zijn analyse, omdat de ,,Palestijnen niet gebaat zijn bij een verzwakte Israëlische leider die geen concessies kan doen''.

Zoals alle Palestijnen beschuldigt hij Israël van buitensporig geweld tegen de Palestijnse opstandelingen. Voor het feit dat er onder de Palestijnse slachtoffers zoveel jongeren en zelfs kinderen zijn heeft hij een sociaal-economische verklaring: 57 procent van de Palestijnse bevolking is jonger dan 19 jaar en 46,9 procent is nog geen veertien jaar. ,,Ze hebben niets te verliezen omdat ze in de gegeven situatie geen toekomst hebben.''

NRC Webpagina's
12 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad