NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Lockerbie

Nieuws

Het proces

De aanloop tot het proces

De ramp in tekst en beeld

Links

Aanloop tot het proces

Onderzoek:
Aanvankelijk leidt het spoor naar een extremistische splintergroepering van de PLO onder leiding van Ahmed Jibril, die mogelijk in opdracht zou hebben gehandeld van een van de Syrische geheime diensten. Jibril komt in het vizier omdat de Duitse politie twee maanden voor de ramp 15 leden van zijn organisatie had gearresteerd op verdenking van terrorisme. In de kofferbak van een auto werden drie Toshiba-recorders gevonden, elk voorzien van een bom die op grote hoogte moest ontploffen. Ook wordt geopperd dat Jibril de aanslag heeft gepleegd in opdracht van Iran - als wraakneming voor de 290 omgekomen inzittenden van een Iraanse vliegtuig dat op 3 juli 1988, volgens Washington per ongeluk, door de Amerikaanse kruiser Vincennes boven de Golf werd neergeschoten.

Maar in 1991 verschuift de aandacht van Washington en Londen naar Libië - volgens critici om politiek-opportunistische redenen omdat de VS en Groot-Brittannië na de Iraakse inval in Koeweit (augustus 1990) Syrische en Iraanse steun respectievelijk neutraliteit nodig hadden in de confrontatie met Saddam Hussein. Voor dat hogere doel worden, zeggen de critici, vroegere terroristische acties van Iran en Syrië vergeten en wordt het Libië van Gaddafi tot zondebok gemaakt. Overigens had Gaddafi wel reden om zich op het Westen te willen wreken: in 1986 voerden de VS met Britse steun luchtaanvallen uit op militaire doelen in Tripoli en Benghazi uit wraak voor een aan Libië toegeschreven aanslag op een door Amerikanen bezochte disco in Berlijn.

Op 14 november 1991 wordt tegelijkertijd in Edinburgh en in Washington bekendgemaakt dat twee mannen die worden omschreven als agenten van de Libische geheime diensten – Abdel Baset Ali Mohammed el-Megrahi en Al-Amin Khalifa Fhima – in staat van beschuldiging worden gesteld. Zij hebben, zo luidt de aanklacht, op de ochtend van die fatale 21ste december bewerkstelligd dat de koffer met bom, voorzien van valse labels, op de Maltese luchthaven Luqa aan boord van een toestel van Air Malta werd gebracht met bestemming Frankfurt. In Frankfurt werd de koffer overgeladen op een toestel van Pan Am met bestemming Londen, en op Heathrow kwam de koffer uiteindelijk terecht in het ruim van de Boeing 747 die boven Lockerbie ontplofte.

Het diplomatieke getouwtrek
Groot-Brittannië en de VS, die afspreken dat de verdachten in de VS of in Schotland terecht moeten staan, vragen Tripoli op 27 november 1991 formeel om de uitlevering van het tweetal. De Verenigde Naties nemen op 21 januari 1992 een resolutie aan waarin Libië wordt opgeroepen om medewerking te verlenen aan het onderzoek. Als Libië blijft weigeren kondigen de VN op 31 maart 1992 een luchtvaart- en wapenembargo af tegen Libië, in november 1993 uitgebreid met andere sancties zoals de bevriezing van tegoeden bij buitenlandse banken.

In de loop van de jaren negentig worden verschillende initiatieven ondernomen om uit de impasse te komen. Zo is er het voorstel van Robert Black, hoogleraar Schots recht aan de universiteit van Edinburgh, om het proces te houden in een neutraal land volgens de regels van het Schotse strafrecht. Na diplomatieke inspanningen van secretaris-generaal Kofi Annan, de Arabische Liga en de Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela stellen Londen en Washington aan Libië voor de twee verdachten in Nederland te berechten onder Schots recht. In ruil voor opheffing van de VN-sancties gaat Tripoli hiermee akkoord. Op 5 april 1999 wordt het tweetal met een vliegtuig van de VN overgebracht naar Nederland.

De ommezwaai van Gaddafi, die altijd heeft gezegd zelf niet te weten of de beklaagden schuldig of onschuldig zijn, roept vraagtekens op. In de onderhandelingen met Libië hebben de VS en Groot-Brittannië verduidelijkt dat het Lockerbie-proces niet ten doel heeft Gaddafi's regime te berechten, doch alleen de twee verdachten. VN-topman Kofi Annan zou dat in een vertrouwelijke brief hebben bevestigd. Die toezegging is belangrijk omdat daarmee voor Gaddafi de weg werd vrijgemaakt om de verdachten uit te leveren, zonder het gevaar te lopen zelf in de beklaagdenbank terecht te komen.

NRC Webpagina's
3 mei 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad