Emoties en ego's bedreigen paars kabinet
Aan weerszijden van het
Binnenhof kan morgen het voortbestaan van het tweede paarse kabinet op
het spel worden gezet. De spanning loopt op in Den Haag.
Door onze redacteuren GIJSBERT VAN ES en KEES VAN DER MALEN
DEN HAAG, 17 MEI. Er zijn ernstige politieke meningsverschillen. Er
zijn stevige emoties. En er zijn gekwetste ego's. Samen bedreigen ze het
voortbestaan van het kabinet. Nog niet eerder verkeerde de tweede paarse
coalitie zo in de problemen en nog niet eerder was de uitkomst zo
onvoorspelbaar.
Op de agenda staan twee ongelijksoortige onderwerpen: een correctief
referendum en een parlementaire enquête. Behalve voor verschil van
mening zorgen ze voor uiteenlopende sentimenten. Het is voor alle drie
coalitiepartijen een uiterste oefening in crisisbeheersing.
Het gebeurt niet vaak dat de Tweede Kamer en de Eerste Kamer
tegelijkertijd voor politieke spanning zorgen. Morgen is zo'n dag. De
Eerste Kamer begint 's morgens aan de behandeling van een
grondwetswijziging voor invoering van een correctief
wetgevingsreferendum. De Tweede Kamer opent enkele uren later een drie
dagen durend debat met de enquêtecommissie over het
Bijlmerrapport. In laatste instantie gaat het deze en komende week om
slechts enkele vragen, die in elkaars verlengde liggen. Overleeft het
kabinet de behandeling in de senaat van het referendum? Zo ja,
overleeft minister Borst dan vervolgens het Bijlmerrapport? Zo nee, zal
zij dan minister Jorritsma en eventueel het hele kabinet alsnog in haar
val meeslepen?
Maar er is meer. De afwikkeling van het correctief referendum en de
parlementaire enquête zijn even zo goed bepalend voor de
verhoudingen binnen en tussen de drie paarse coalitiefracties. Alledrie
hebben ze sinds vorig jaar augustus een nieuwe (politiek) leider. Hun
nog prille leiderschap wordt de komende dagen zwaar op de proef
gesteld. En, zoals bij het kabinet, valt er ook bij de coalitiefracties
een heldere volgorde in de loop der dingen te onderscheiden. Eerst is
VVD-leider Dijkstal aan de beurt, vervolgens D66-voorman De Graaf en als
laatste PvdA-fractieleider Melkert.
Van Dijkstal wordt verwacht dat hij vijf VVD-senatoren weet te
disciplineren tot het steunen van het correctief referendum. Geen van
hun stemmen kan worden gemist om de benodigde grondwetswijziging voor
invoering van het referendum te helpen aan een tweederde meerderheid.
Formeel gezien zijn Dijkstals mogelijkheden beperkt. Als fractieleider
in de Tweede Kamer heeft hij weinig directe zeggenschap over de handel
en wandel van senatoren.
'Bende van vijf is nog intact'
In de interne cultuur van de VVD kan zwaar uitgeoefende politieke druk
bovendien contraproductief werken. Liberale parlementariërs
hechten sterk aan hun individuele vrijheid en verantwoordelijkheid. En
zeker de vijf senior-senatoren in kwestie.
"De bende van vijf is nog intact", sprak een van hen, oud-minister Van
Eekelen, gisteren in het tv-programma Buitenhof. Samen met zijn
collega's Van Graafeiland, Heijne Makkreel, Verbeek en Wiegel is hij
mordicus tegen het correctief referendum. Al wekenlang wordt het dwarse
VVD-vijftal door prominente partijgenoten gemasseerd om hun bezwaren
niet te hoog op te spelen en uiteindelijk in te slikken. Op z'n minst
willen ze duidelijkheid over hoge drempels voor referenda in provincies
en gemeenten. Ze willen dat bestemmingsplannen en streekplannen 'niet
referendabel' worden gemaakt. Ze willen dat internationale verdragen
erbuiten blijven.
Het zijn praktische bezwaren die staan naast een levensgroot principieel
bezwaar. Het VVD-vijftal vindt dat het referendum niet thuishoort in het
Nederlandse staatsbestel. De Haarlemse oud-rechter Heijne Makkreel is
daarvan zo sterk overtuigd dat hij over andere bezwaren nauwelijks wil
discussiëren. Vooral voor zijn tegenstem wordt gevreesd.
In de VVD-senaatfractie groeit steun voor de gedachte dat de stemming
over het referendum maar moet worden uitgesteld. Maar in de volgende
week te kiezen nieuwe Eerste Kamer zou de voorgestelde
grondwetswijziging al helemaal geen meerderheid halen. Van uitstel zou
afstel komen. Dat is bepaald niet de concessie die van D66-zijde te
verwachten valt.
Het zal veel stuurmanskunst van VVD-leider Dijkstal vergen om zijn
partijgenoten morgen in het gareel te krijgen - wat zich niet bij
commando laat realiseren. Het masseren verloopt dan ook via een subtiel
geregisseerd spel van 'bilaterale' gesprekken en telefoontjes met de
dissidente senatoren, waarbij ook senaatsfractieleider Ginjaar, vice-
premier Jorritsma, partijvoorzitter Hoekzema en een aantal andere VVD-
prominenten betrokken zijn. Het staat al vrijwel vast dat premier Kok
morgen eraan te pas moet komen om het machtswoord in de Eerste Kamer te
spreken: het kabinet treedt af als ook maar één VVD-
senator zijn stem aan het referendum onthoudt. Aan een dergelijke
ontknoping valt nauwelijks te ontkomen nu D66-leider De Graaf
vrijdagavond zijn laatste kaart op tafel heeft gelegd. Na een
zorgvuldig bewaard stilzwijgen van enkele weken zei De Graaf in het tv-
programma Netwerk dat hij het kabinet opblaast als de VVD-
senaatsfractie niet en bloc achter het referendum gaat staan. De
boodschap heeft in ieder geval één effect: escalatie. Wie
de confrontatie zoekt, kan haar krijgen, zo valt de stemming samen te
vatten die heerst onder de vijf weerspannige VVD-senatoren.
D66-leider De Graaf speelt alles-of-niets. Verliest hij, dan verliest de
hele coalitie en verdampt meteen het hele Bijlmerrapport. Dan zijn er
weinig politieke conclusies te trekken voor Kamer en kabinet. Maar wint
de coalitie, morgen in de senaat, dan is D66 nog lang niet uit de
problemen. Voor de VVD zit de actuele pijn vooral bij het referendum,
voor de PvdA bij de Bijlmerramp. D66 zit klem met beide kwesties.
Volgens het rapport van de commissie-Meijer zijn er weinig ambtenaren en
politici die geen fouten hebben gemaakt bij de nasleep van de
Bijlmerramp. Maar het zwaarst onder vuur ligt D66-minister Borst. Het
wordt haar aangewreven dat haar lakse houding een toename van
gezondheidsklachten in de Bijlmer heeft veroorzaakt. Al direct na
publicatie van het rapport liet Borst weten dat zij aftreedt als de
Tweede Kamer deze conclusie overneemt. Bij de afwikkeling van het
Bijlmerrapport speelt PvdA-fractievoorzitter Melkert een cruciale rol.
Hij moet laveren tussen drie partijen: het kabinet, Rob van Gijzel en
Rob Oudkerk. Het kabinet moet hij overeind houden. Van Gijzel, de
aanjager van de Bijlmerenquête, kan hij niet te zwaar afvallen. En
commissielid Oudkerk, de zwaarste criticus van minister Borst, moet hij
ernstig gezichtsverlies besparen.
Anders dan de coalitiepartijen VVD en D66 kan Melkert zijn pijlen niet
eenzijdig op de commissie richten. Anders dan zijn collega's heeft hij
in eigen kring te maken met een Bijlmer-sentiment: voor een deel van de
PvdA-fractie geldt dat recht moet worden gedaan aan de gevoelens van
onrust die bij Bijlmerbewoners zijn ontstaan.
Melkert gaf gisteren in het tv-programma Buitenhof al enigszins
aan hoe hij het gaat spelen. Hij demonteert enkele gevaarlijke
conclusies uit het rapport. Daarvoor neemt hij zijn premier in
bescherming tegen het verwijt dat deze te passief is geweest. Tegelijk
wijst hij de kritiek op minister Borst af dat zij verantwoordelijk is
geweest voor een toename van gezondheidsklacht. Het kabinet redden is
één, maar de commissie laten vallen is twee. Melkert zal
het kabinet en de vakministers Jorritsma en Borst dus op de vingers
moeten tikken voor hun "reactieve" houding bij de afwikkeling van de
ramp. Het zal er overigens heel precies vanaf hangen in welke
bewoordingen Melkert zijn kritiek zal uiten.
In dit soort gevoelige kwesties doet de toon er zeer toe, wil de
wederpartij ermee kunnen leven. Het kabinet heeft van zijn kant al een
beetje spijt betoond dat het de onrust over de nasleep van de
Bijlmerramp heeft onderschat, maar overigens is Kok met zijn collega's
heel stellig van oordeel dat de enquêtecommissie veel beweringen
doet die niet op feiten zijn gebaseerd. Veel speelruimte voor harde
woorden heeft Melkert dan ook niet. Evenmin als collega Dijkstal, die
vijf lastige senatoren niet aan de leiband heeft. En als collega De
Graaf, die als junior-partner uiteindelijk afhankelijk is van
crisisbeheersing elders - bij de PvdA en de VVD.