D66 en VVD: vertrouwen nog niet hersteld
Na het afschieten van het
referendumvoorstel door senator Wiegel moet de VVD beterschap beloven,
vindt D66. Deze houding irriteert de VVD.
Door onze redacteuren GIJSBERT VAN ES en KEES VAN DER
MALEN
DEN HAAG, 31 MEI. 'Lokaliseer het probleem', sprak oud-premier
Biesheuvel vorig weekeinde in het tv-programma Buitenhof.
Informateur Tjeenk Willink citeerde hem met instemming bij aanvang
van zijn lijmpoging. En het probleem is: het referendum.
Zonder wezenlijke en snelle reparatie van het stukgeschoten referendum
wil D66 niet doorregeren in het tweede kabinet-Kok. De Democraten
krijgen daarbij de volledige steun van de PvdA. De VVD voelt vooralsnog
niets voor nieuwe avonturen met het referendum. Maar concessies rondom
het referendum zijn onontbeerlijk om de paarse coalitie weer op de been
te helpen.
D66-leider Thom de Graaf hamert op twee begrippen: betrouwbaarheid en
geloofwaardigheid. Hij bedoelt, vrij vertaald: de VVD moet beterschap
voor de toekomst beloven en D66 moet straks kunnen uitdragen dat het
munt heeft weten te slaan uit de kabinetscrisis.
Het is deze houding van D66 die irritatie opwekt bij de VVD, nog steeds.
De liberalen zien hun senator Wiegel slechts als aanleiding en
D66 als oorzaak van de crisis. Compensatie bieden aan het
'brekende' D66 zou voor de VVD toch echt de omgekeerde wereld zijn.
In dit klimaat, van goede wil maar zonder hersteld wederzijds vertrouwen
tussen D66 en de VVD, is informateur Tjeenk Willink vanmorgen begonnen
aan de tweede week van zijn lijmpoging. De agenda vermeldt 'staatkundige
vernieuwing', met vier subonderwerpen: referendum, kiesstelsel, Eerste
Kamer en gekozen burgemeester.
Als het aan de VVD lag, zou de informateur snel klaar zijn. D66 moest
maar gewoon geduld hebben. De VVD biedt: herhaalde indiening van de
grondwetswijziging voor het correctief referendum - daadwerkelijke
invoering op z'n vroegst per 2002 of 2003. Met intussen, als doekje voor
het bloeden: een verdere verlaging van de voorkeursdrempel bij Tweede-
Kamerverkiezingen, instelling van een Staatscommissie die de positie en
wijze van verkiezing van de Eerste Kamer onderzoekt en een helder
tijdschema voor de introductie van de gekozen burgemeester.
D66 en de PvdA zijn niet genegen dit VVD-bod te accepteren. Hun inzet
is: eerst afspraken maken over het referendum dat nog déze
kabinetsperiode moet worden ingevoerd en daarna pas verder kijken naar
kiesstelsel, Eerste Kamer en gekozen burgemeester.
Gesprekken over een referendumcompromis worden bemoeilijkt door
hardnekkige spraakverwarring rondom het begrip 'raadplegend referendum'.
D66 en PvdA sturen aan op een tussenoplossing waarbij het referendum
eerst bij gewone wet wordt ingevoerd, vooruitlopend op
grondwetswijziging na 2002. De tijdelijke regeling zal dan de juridische
status hebben van 'raadplegend', in de betekenis van 'niet bindend',
maar in de praktijk zou het wel als bindend uitwerken. Het gaat, kortom,
om een 'raadplegend correctief referendum'. In VVD-kring wordt gevreesd
dat D66 en PvdA een 'raadplegend referendum' willen invoeren dat
vooraf gaat aan besluiten van parlement, provinciebesturen en
gemeenteraden. Tjeenk Willink zal deze begripsverwarring moeten
opruimen.
Alle betrokkenen ontkennen intussen met klem dat het Bijlmerdebat direct
van invloed zal zijn op het verdere verloop van Tjeenk Willinks
inspanningen. Het is daarbij niet zo zeer de vraag of D66-minister Borst
blijft of gaat. Maar aan atmosferische invloeden valt niet te ontkomen -
tussen coalitiepartijen die over het correctief referendum nog een
zwaar compromis te sluiten hebben.