Stork haalt order Lockheed binnen
Door onze diplomatiek redacteur
DEN HAAG, 23 MEI. De Nederlandse
Stork Aerospace Group heeft een order van de Amerikaanse vliegtuigbouwer
Lockheed Martin binnengehaald voor de ontwikkeling en mogelijke bouw van
onderdelen van de zogenoemde Joint Strike Fighter (JSF).
De orderwaarde kan oplopen tot ruim 2 miljard gulden, bij verkoop van meer dan 4.000
van deze gevechtsvliegtuigen. Dit hebben Lockheed Martin en Stork
vanmorgen in Den Haag bekendgemaakt. Het nieuwe toestel geldt als
belangrijkste kandidaat voor opvolging van de F-16 van de Koninklijke
Luchtmacht. Lockheed Martin strijdt met Boeing om de bouw van 3.000
JSF's voor de Amerikaanse luchtmacht en marine. Verwacht wordt dat de
Amerikaanse regering haar keuze komend najaar maakt en de twee
concurrenten daarna alsnog verplicht tot samenwerking in het JSF-
project, mede om te voorkomen dat in het zicht van de verkiezingen bij
een van beide massale ontslagen vallen.
Nieuw is volgens Lockheed Martins vice-president Harold W. Blot dat de
order los staat van de vraag of Nederland besluit mee te doen aan de
ontwikkeling van de JSF en of het dit toestel aanschaft. Voor Stork is
gekozen wegens het technologisch niveau en de lage prijs die dochters
Fokker Aerostructures, Fokker Special Products en Fokker Elmo berekenen
voor JSF-onderdelenpakketten, aldus Blot.
"Die kwaliteit en prijs zijn voor ons ook van belang om de JSF-order van
de Amerikaanse regering te krijgen, het contract met Stork is een
signaal voor Nederland maar ook voor de Amerikaanse regering, namelijk
dat we met Europese deelneming een Atlantisch jachtvliegtuig willen
bouwen", aldus Blot. In het JSF-project moet Nederland voor maart 2001
beslissen of het, tegen betaling van bijna een miljard gulden, wil
deelnemen aan de ontwikkeling en productie (EMD) van uiteindelijk zo'n
4.000 5.000 toestellen, bij een stukprijs van 28 miljoen dollar in
prijzen van 1994. (Uiteindelijk zal dat in prijzen 2007, wanneer de
produktie moet beginnen, het drievoudige kunnen zijn, Nederland trekt
voor de eventuele bestelling van ruim 100 toestellen zo'n tien miljard
gulden uit). Volgens staatssecretaris Van Hoof (Defensie) kan en wil
Defensie echter geen 900 miljoen gulden opbrengen om aan die EMD-fase
mee te doen. Dat geld moet, vindt hij, van het geïnteresseerde
bedrijfsleven of Economische Zaken komen, dat trouwens al zo'n 200
miljoen gulden aan subsidies heeft uitgetrokken om Nederlandse bedrijven
te helpen technologisch op het vereiste niveau te komen voor deelneming
in het JSF-project (70 tot 80 miljoen voor Stork, de rest voor TNO en
andere bedrijven).
Defensie wil daarom, ondanks het enthousiasme van de luchtmacht voor de
JSF, officieel nog geen voorkeur voor de F-16-vervanging uitspreken.
Alle opties, inclusief de Franse Dassault-Rafale, de Brits-Duits-
Italiaans-Spaanse Tyfoon (eerder EFA geheten) en de Zweedse Grippen
"zijn nog open". Zelfs de door PvdA en D66 sinds kort geopperde
eventuele modernisering van de F-16 in 2010, na ruim 30 jaar dienst, is
niet geheel uitgesloten, schreef Van Hoof februari jongstleden de Tweede
Kamer in een zogenoemd Situatierapport. Van belang voor de keuze van de
F-16-vervanger zijn ook de afspraken in de Europese Unie over versterkte
defensie-samenwerking. Blot en Pierce zeggen zich daarvan bewust te
zijn, maar wijzen erop dat de Europese concurrenten allemaal ouder,
zwaarder en duurder zijn dan de JSF en zowel technologisch als
operationeel "een generatie achterlopen" op het Amerikaanse ontwerp.
Storks Fokker-dochters hebben voor Lockheed Martins ontwerp-JSF al
bekabeling (glasvezel), toegangsdeuren en staartvlakken geleverd. Zij
hebben de nieuwe order, voor het hele project, onder meer te danken aan
eigen thermoplastische vondsten, zoals materiaal dat warm vervormbaar
is, legt Stork-directeur K. Vis uit. "Het is mooi dat Lockheed Martin
zegt dat onze modellen qua niveau en prijs zó goed zijn dat ze
zich daaraan nu committeren. Maar dat is nog niet genoeg. Want
uiteindelijk willen we zo'n 5 procent van het totale orderbedrag
binnenhalen."