Hans Steketee Zeemanseiland Ouessant

Oud-zeeman Alec Berthelé heeft het beroep van zijn vader overgenomen. Hij delft nu graven. In zijn blauwe overall loopt hij op het kerkhof tussen de stenen waarin de namen Malgorn, Le Gall, Mescoff en Noret zijn gebeiteld. En Berthelé natuurlijk, want iedereen is hier familie. Hem doet de dood niets. Vrolijk troont hij je mee naar de marmeren plaquettes aan de kerkmuur waar de honderden namen staan van degenen die voor het vaderland zijn gestorven, en waar dat was. De Somme, Verdun - ,,Hier, dit is mijn grootvader Jean, aan boord van de Caçique getorpedeerd toen hij Bordeaux verliet, 1917'' - Port Saïd, Indochina.

Nog een verdwenen traditie: wie overzee stierf kreeg op Ouessant een plaatsvervangende begrafenis, de proëlla. Na een vastgestelde periode werd een kruisje van kaarsvet, dat de afwezige dode symboliseerde, bijgezet in een gemeenschappelijk graf, in het bijzijn van de hele eilandbevolking. Wie tegenwoordig overzee sterft wordt gekoeld en gerepatrieerd. Het oude proëlla-graf, van graniet en niet groter dan een hondehok, staat verloren tussen de zerken. In 1965 ging het laatste waskruisje erin. Alec Berthelé schuift een paar kunstbloemen opzij en onthult een mozaïekje van blauwe, zwarte en grijze steentjes. Eussaiz opezit sonj; inwoners van Ouessant, herinnert u!, staat er in het Bretons. Dat heeft zijn vader nog gemaakt.


ga terug . pagina 13 van 16 . lees verder