U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Elektronisch zakendoen

Nieuws

Achtergrond

Internetwinkels

Detailhandelsconcern

Banken en verzekeraars

Industrie en zakelijke dienstverleners

Arbeidsbemiddelaars

Dossier Elektronisch uitgeven

Links






Reacties

Internet maakt amusementswereld doorzichtiger

Virtueel podium voor artiesten


Bedrijven uit de 'oude' economie stomen zich klaar voor het internettijdperk en investeren miljoenen in projecten op het wereldwijde web. Geld verdienen op internet, hoe gaat dat?

Door onze redacteur JOCHEN VAN BARSCHOT

AMSTERDAM, 30 SEPT. Muzikanten, acteurs, modellen, componisten, figuranten, fotografen, dansers en visagisten hebben met elkaar gemeen dat ze in een sector werken die zich kenmerkt door een grote mate van ondoorzichtigheid. Werk is vaak op freelance basis en dus onregelmatig en van korte duur en je vindt het meestal via via. Contacten en netwerken zijn van groot belang en veel werknemers in de amusementsindustrie zijn voor hun levensonderhoud afhankelijk van tussenpersonen, bureaus en bemiddelaars.

Vraag en aanbod komen niet op een 'open' arbeidsmarkt bij elkaar. Vragers hebben geen overzicht van het aanbod van artiesten en die weten op hun beurt niet waar opdrachtgevers naar op zoek zijn. Bovendien zijn er een heleboel artiesten in spe die hun eerste opdracht nog moeten krijgen, van fotomodellen die nog hopen te worden ontdekt tot muzikanten die wachten op hun doorbraak.

Op internet doen verschillende websites een poging een elektronische marktplaats voor artiesten te creëren. Dat varieert van websites die zich beperken tot bijvoorbeeld muziek - zoals Vitaminic.nl, waar muzikanten demo's on line kunnen zetten en waar particulieren een bandje voor pakweg een bruiloftfeest kunnen uitzoeken - tot breed opgezette websites die zich op de hele amusementssector richten. Een voorbeeld daarvan is Look-at-us.nl, dat zichzelf het 'mode, media, reclame, entertainment en muziek plaza' van Nederland noemt.

In de Verenigde Staten heeft de Nederlandse uitgever VNU in vakbladendochter BPI Communications - titels als Billboard, Backstage en The Hollywood Reporter - een sterke positie in de amusementsindustrie. Die strekt zich uit tot internet.

"Op internet doen we wezenlijk andere dingen dan op papier", zegt John Lerner, verantwoordelijk voor de elektronische uitgaven van BPI (www.bpicomm.com). "Artikelen uit onze bladen vormen slechts een deel van de websites. We vullen die aan met actueel nieuws en met een groot aantal diensten."

Die diensten richten zich op de doelgroep van de bladen. Bij Billboard zijn dat muzikanten, terwijl the Hollywood Reporter en Backstage zich richten op acteurs.

Lerner: "Backstage is ons blad voor de theaterindustrie. Acteurs kunnen zich op de website presenteren aan castingbureaus. Een Broadway-show die mensen zoekt voor een nieuwe musical kan op internet het aanbod bekijken."

Opdrachtgevers kunnen precies opgeven wat ze zoeken. "Wie een vrouw van 23 met lang haar en bruine ogen zoekt heeft binnen een paar seconden een lijst van iedereen die aan die criteria voldoet."

Acteurs kunnen naast zulke gegevens ook hun loopbaanbeschrijving, foto en - op termijn - zelfs videofragmenten achterlaten op de websites. Muzikanten kunnen op hun beurt geluidsfragmenten on line zetten. "Zo heeft The Hollywood Reporter op internet een onderdeel voor componisten van filmmuziek, waar geluidsfragmenten te beluisteren zijn."

Wie zichzelf wil presenteren op internet moet daarvoor betalen. Een geluidsfragment op de site van The Hollywood Reporter zetten kost bijvoorbeeld vijftig dollar. "Als dat uiteindelijk tot een opdracht leidt, is dat een investering van niks", aldus Lerner.

Voor de verschillende websites van de BPI-bladen vormt dit echter een belangrijke extra inkomstenbron. "We zijn mede daardoor winstgevend op internet." Dit in tegenstelling tot de meeste andere websites.

In Nederland biedt de website 'Look at us' (www.look-at-us.nl) vergelijkbare diensten aan werknemers in de Nederlandse amusementssector. Iedereen kan zichzelf voor 55 gulden presenteren op de website.

"We willen de drempel laag leggen, zodat er een grote virtuele gemeenschap kan ontstaan", zegt Caspar Povel, initiatiefnemer van Look at us. "Een website als de onze is pas interessant als er een heleboel mensen op staan die zichzelf presenteren. Daar is een zekere schaalgrootte voor nodig."

Look at us telt ruim vijftig rubrieken (van acteurs via dansers en dj's tot stylisten en visagisten), van wie inmiddels in 27 rubrieken advertenties zijn opgenomen. Dat zijn in totaal zo'n driehonderd mensen. "Dat aantal neemt snel toe", weet Povel. "We proberen snel zoveel mogelijk bekendheid te krijgen in de sector."

Povel sluit ook overeenkomsten met bijvoorbeeld modellenbureaus die in een klap al hun modellen op de site zetten. "In Nederland zijn in totaal zo'n 150.000 mensen werkzaam in de amusementssector. Wij hopen uiteindelijk zo'n 30.000 tot 40.000 van hen op onze site te hebben staan."

Een website als Look at us maakt het volgens Povel gemakkelijker om ingang te vinden in bijvoorbeeld de modellenwereld. "Een deel van die wereld bevindt zich in louche circuits. Bij sommige bureaus betaal je als model een paar honderd gulden om foto's te laten maken en die verdwijnen dan in een of andere map, zonder daar ooit nog uit te komen. Nu kun je jezelf presenteren op internet en zo rechtstreeks in contact komen met opdrachtgevers."

Povel verwacht met Look at us binnen vijf jaar 10 miljoen gulden omzet te draaien. Bij de website zijn nu geen externe investeerders betrokken. Om te kunnen groeien is dat wel nodig. Povel praat met een aantal banken en investeringsmaatschappijen die mogelijk een twee miljoen gulden in Look at us zouden willen steken. "Maar om het groots aan te kunnen pakken, hebben we ten minste vijf tot zes miljoen nodig."

Dit is deel elf in een serie over zakendoen op internet. Eerdere afleveringen verschenen op 12, 14, 15, 19, 21 en 26 augustus en 4, 12, 22 en 26 september.

NRC Webpagina's
30 september 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad