|
Industrie en zakelijke dienstverleners
|
De virtuele veemarkt
De Rabobank heeft wereldwijd een naam hoog te houden in de agrarische sector en de voedingsindustrie. De internationale divisie van de bank, Rabo International, kreeg weliswaar de nodige tegenslagen te verwerken als zakenbank in de Londense city, maar is wel toonaangevend in de agri-foodsector. Toen Rabo International vorig jaar onder het mom van een 'strategische heroriëntatie' de internatonale effectenhandel in Londen nagenoeg volledig staakte, werd een aantal koerswijzigingen doorgevoerd. De Rabobank ging buiten Nederland niet meer voor eigen rekening en risico handelen, maar richtte zich voortaan op dienstverlening aan klanten in (met name) de agri-foodindustrie. Eén van de onderdelen van die strategie was het stimuleren van zakendoen via internet in die sector. Het team dat zich met de nieuwe strategie bezighield ontwikkelde een aantal internetplannen. Eén daarvan was het oprichten van een incubator, een bedrijf dat investeert in jonge, startende technologiebedrijven en die laat samenwerken, zodat ze van elkaars kennis en kunde kunnen profiteren. Newconomy (van Maurice de Hond) en Twinning (opgericht door Roel Pieper) zijn voorbeelden daarvan in Nederland. De Rabo-incubator zou zich in het bijzonder gaan richten op startende internetbedrijven in de agrarische sector en de voedingsindustrie. De Rabobank zou zulke bedrijfjes gemakkelijk aan klanten kunnen helpen door ze in contact te brengen met grote, gevestigde agri-foodconcerns als Cargill, Unilever, Cebeco en Nestlé. Die bankieren immers allemaal bij de Rabobank. "Rabo International vond het een jaar geleden nog te vroeg voor het oprichten van zo'n bedrijf", zegt Robert Wolthuis, één van de bedenkers. "De nieuwe strategie uitwerken kreeg voorrang. Maar een half jaar later kon het wel." Ook de hoofddirectie had inmiddels ingestemd en nu, een dik jaar later is de incubator van de Rabobank, vTraction.com, acht maanden operationeel. Omdat zakendoen via internet in de Verenigde Staten het verst ontwikkeld is, is vTraction daar begonnen. De Rabobank is inmiddels ook bezig aan nieuwe internetplannen, naast vTraction. Rabo heeft internetexpert Hans Derksen als adviseur aangetrokken om een strategie voor elektronisch zakendoen op te zetten. Derksen vervulde eerder een soortgelijke rol bij elektronicaconcern Philips, waar hij was aangetrokken door Roel Pieper. Wolthuis is inmiddels vice president of e-commerce bij vTraction. "We hebben eerst een inventarisatie gemaakt van de serieuze internetbedrijven in de agri-foodsector", aldus Wolthuis. "Dat waren er ongeveer zeventig." Vervolgens heeft vTraction daar de, in haar ogen, meest kansrijke uit geselecteerd en die benaderd. Inmiddels heeft vTraction in acht bedrijven een minderheidsbelang genomen. Kosten: 25 miljoen gulden. "Uiteindelijk willen we een deelneming in twaalf tot veertien internetbedrijven nemen", zegt Wolthuis. "We willen de hele voedselketen beslaan. Van dirt to dinner, oftewel van producent tot consument en alle schakels die daartussen zitten."
Onder de vTraction-bedrijven bevinden zich vier virtuele marktplaatsen. Agrositio.com is een Spaanstalige marktplaats die zich richt op agrariërs en handelaren in agrarische producten in Brazilië, Argentinië en Mexico. De website, de eerste agrarische marktplaats in Latijns-Amerika, geeft ook informatie over prijzen van gewassen (zoas de maïs-prijzen en de soja-index) en publiceert agrarisch nieuws en weersvoorspellingen. Foodtrader.com is de grootste elektronische marktplaats voor agrarische- en voedingsproducten ter wereld en brengt kopers en verkopers uit meer dan 150 landen bij elkaar. Zo'n 3.000 verschillende producten worden op de website verhandeld. Foodtrader.com rekent, afhankelijk van het product, één tot drie procent commissie over het bedrag dat met de transactie gemoeid is en zorgt desgewenst voor de aflevering van het product. Door het eigen logistieke netwerkt maakt Foodtrader het mogelijk om bestaande kanalen (vooral de tussenhandelaren) te omzeilen.
TradingProduce.com is, net als Foodtrader.com, een marktplaats voor de voedingsindustrie. De website heeft aparte marktplaatsen voor vis, vlees en bloemen. Farms.com tenslotte is een agrarische marktplaats, met een virtuele veemarkt en elektronische handel in agrarische grondstoffen, veevoer, dierenmedicijnen en zelfs onroerend goed. Behalve in algemene marktplaatsen in de agri-foodsector heeft vTraction ook een belang in WineryExchange.com, waar elektronische handel in wijnen en informatie over de wijnsector bij elkaar komen. De website FBIX.com (The Food and Beverage Information Exchange) is zelfs volledig gebaseerd op informatiestromen tussen distributeurs van voedingsmiddelen, restaurants, hotels en cateringbedrijven. Grote distributeurs van vleeswaren, vis, dranken en keukenapparatuur bieden bijvoorbeeld informatie over hun voorraden on line aan. Via internet producten bestellen is ook mogelijk. "De websites versterken elkaar doordat ze samenwerken", zegt Niels Diehl, verantwoordelijk voor vTraction in Europa. "Wij zijn een soort onafhankelijke schakel die ze met elkaar verbindt. Samen halen ze een behoorlijk volume. Dat maakt het voor grote bedrijven de moeite waard om via internet te gaan handelen." De Rabobank werpt zich op als een neutrale partner. Diehl: "We maken geen exclusieve afspraken met grote spelers, want dan willen de concurrenten niet meer meedoen. Terwijl het juist belangrijk is dat je met een marktplaats een groot deel van de sector bereikt. Alleen dan bereik je genoeg volume." Het is volgens Diehl belangrijk dat de grote spelers in een sector meedoen. Rabo-klanten werken graag samen met de vTraction-bedrijven. Diehl: "De traditionele industrie heeft wel handelsvolume, maar nog geen echte internetaanpak. Maar ze hebben wel door dat ze iets moeten met internet." De Rabobank werkt met een groot aantal agri- foodbedrijven aan internetplannen. Een aantal Rabo-klanten, waaronder een kunstmestfabriek en een zuivelcoöperatie, heeft ook een klein belang in vTraction, maar de Rabobank wil daar van af. Ze wil haar belang van 86 procent uitbreiden tot 100 procent van de aandelen, omdat ze vTraction als "een strategisch belang" ziet. De volgende stap voor vTraction is, als het systeem in de Verenigde Staten blijkt te werken, het uit te breiden naar Europa, te beginnen in Nederland. Op dit moment is vTraction nog verliesgevend, maar eind dit jaar wordt het break-evenpoint verwacht. Diehl houdt er rekening mee dat niet alle websites in de voedingsindustrie en de agrarische sector uiteindelijk zullen overleven. "In de groente en fruitsector zijn naast Tradingproduce.com meer dan dertig spelers actief. Er is maar plaats voor twee of drie." Zoals bij de meeste incubators geldt dat als maar een paar van de bedrijven waarin is geïnvesteerd een succes wordt, dát resultaat de verliezen van de rest ruimschoots compenseert. "Want we willen uiteindelijk natuurlijk wel winst maken", zegt Diehl. Het einde van de anonieme tomaat
Nederland telt een waaier aan agrarische websites. Op 'het digitale platteland' (www.agriplus.nl) staan ze allemaal bij elkaar, gerangschikt per sector, van de pluimveehandel tot de bollenteelt. De site bevat ook rubrieksadvertenties - 'te koop: aardappelkeerwand' - en een fotogalerij met foto's van koeien en trekkers. In het onderdeel 'mijn erf' kan de bezoeker een eigen selectie maken van agrarische websites en het forum waar agrariërs met elkaar kunnen discussiëren heet 'boe'. Het digitale platteland is eigendom van Q-Ray, een automatiseringsbedrijf uit Wageningen dat zich primair op de agrarische sector richt. Het bedrijf ontwierp ook de website van branche- organisatie LTO Nederland (www.ltonet.nl) en een site over kunstkoeien (www.lanfankij.nl, deels in het Fries). Voor het aan LTO gelieerde bedrijf Groeinet Informatiesystemen maakte Q-Ray een via internet toegankelijk informatiesysteem (www.groeinet.nl) dat van groente, fruit en sierteeltproducten de herkomst en de leveranciers, maar bijvoorbeeld ook de gebruikte bestrijdingsmiddelen registreert. "Dit systeem betekent het einde van de anonieme tomaat", zegt Rien Hilhorst, directeur van Q-Ray. Het bedrijf heeft een vergelijkbaar systeem voor de registratie van gegevens over vleesproducten. Volgens Hilhorst is veel vraag naar zulke informatie. " Sinds de BSE-koeien en de salmonellakippen willen consumenten beter weten wat ze eten." De detailhandel zou zulke informatie bijvoorbeeld op etiketten kunnen zetten. Net als de Rabobank in de Verenigde Staten, heeft Q-Ray in Nederland een incubator opgericht, een investeringsmaatschappij die investeert in internetbedrijven in de agrarische sector en de voedingsindustrie. "Wij maken op dit moment veel software voor de agri-foodsector. Internettoepassingen liggen daar in het verlengde van", aldus de motivatie van Hilhorst om Equoia. nl op te richten. Hilhorst verwacht het zakendoen via internet in de agrarische sector met Equoia een impuls te geven. "Op dit moment wordt internet in de sector vooral gebruikt voor de uitwisseling van informatie. Wij willen bedrijven stimuleren ook transacties via internet te gaan sluiten." Equoia richt zich in beginsel op de agri-foodsector in heel Europa. Q-Ray ziet voor zichzelf vooral een rol weggelegd als leverancier van de automatiseringssystemen die nodig zijn voor de elektronische handel. Het netwerk van internetbedrijven van Equoia bestaat op dit moment uit de eigen initiatieven van de aandeelhouders, zoals het digitale platteland van Q-Ray (Agriplus.nl) en de software van Groeinet.nl waarop telers in de glas- en tuinbouw opbrengsten van gewassen kunnen registreren en aanmelden voor groente- en fruitveilingen. Binnenkort start Equoia de nieuwe website Foodfromholland. nl. Equoia zit in de eerste investeringsronde (grootte: 1 miljoen euro). Naast de oprichters hebben privé-investeerders Foodinvest en Staring Consult geld toegezegd. De tweede investeringsronde staat voor 1 januari 2001 op de planning. Equoia hoopt dan 2 miljoen euro op te halen. In 2003 hoopt het bedrijf op 5 miljoen te zitten.
|
NRC Webpagina's 12 september 2000
|
Bovenkant pagina |
|