Dossier Rechtszaak Bouterse

Nieuws

Proces

Aanloop tot het proces

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 8 JUNI. In de vervolging van de vermeende 'witwasser' van de inkomsten van het Surinaamse drugskartel dient het Haagse openbaar ministerie niet- ontvankelijk te worden verklaard.

Dit betoogde de advocaat van de 52-jarige Moenipersad M., mr. C. Korvinus, gisteren in de hogerberoepszaak die voor het Haagse hof dient tegen Bouterse en twee medeverdachten. Korvinus vindt dat justitie het recht op vervolging van zijn cliënt heeft verspeeld doordat het strafrechtelijk onderzoek tegen M. meer dan zes jaar, onredelijk lang, heeft geduurd.

Tegen M. werd eerder deze week een straf van vijf jaar geëist. De rechtbank van Den Haag veroordeelde hem vorig jaar tot zes jaar cel. Hij wordt ervan verdacht lid te zijn van het door Bouterse aangevoerde drugskartel. Hij zou betrokken zijn bij twee concrete drugstransporten.

M. had een wisselkantoor in Rotterdam. Justitie heeft vastgesteld dat hij begin jaren negentig in drie jaar tijd alleen al ruim tachtig miljoen gulden wisselde dat voor een deel "onmiskenbaar" afkomstig was van drugshandel. Korvinus meent dat M. door justitie is misbruikt om informatie te vergaren over Bouterse. Daarom zou de vervolging ook zo lang hebben geduurd en daarom is de verdediging van M. regelmatig informatie en stukken onthouden. Dit moet volgens hem leiden tot volledige niet-ontvankelijkheid van het OM. M., die sinds twee jaar bloemenkweker van beroep is en de enige verdachte die steeds met familieleden het proces bijwoont, spreekt met klem tegen dat hij op enigerlei wijze zakelijke contacten met Bouterse heeft onderhouden. Volgens Korvinus is de hindoestaan M. ook van een andere politieke kleur dan Bouterse. Een ver familielid van M. zou bij de door Bouterse georganiseerde 'decembermoorden' in 1982 om het leven zijn gekomen. Justitie wijst er evenwel op dat er bij de huiszoekingen tegen M. een bandje is gevonden waarop M. zelf zegt voor 'Bout' te werken.

Korvinus ging ook in op het betoog van het OM om de regeling voor de bedreigde getuigen aan te passen zodat justitie daar eenvoudiger gebruik van kan maken. Volgens Korvinus dient het gebruikmaken van anonieme getuigen te worden verboden omdat de regelingen uitnodigen tot misbruik ervan.