Dossier Rechtszaak Bouterse

Nieuws

Proces

Aanloop tot het proces

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 10 MEI. De hoofdofficier van justitie S. van Gend in Den Haag is er tegen dat justitie een vrijgeleide verstrekt aan de wegens drugshandel veroordeelde Surinaamse legerleider D. Bouterse om in Nederland een verklaring te komen afleggen.

A. Moszkowicz, de advocaat van Bouterse, heeft het openbaar ministerie vorige week officieel gevraagd om een vrijgeleide, zodat zijn cliënt in hoger beroep door het gerechtshof kan worden verhoord. Bouterse eist wel dat Nederland garandeert dat hij op geen enkele wijze kan worden lastiggevallen in Nederland. Ook niet op verzoek van een buitenlandse opsporingsdienst. En ook niet op grond van verdenkingen over de betrokkenheid van Bouterse bij de moord op vijftien politieke tegenstanders in Suriname in 1982.

De advocaat G. Spong, die nabestaanden van de zogeheten decembermoorden bijstaat, heeft zich vervolgens bij Van Gend beklaagd over een mogelijke vrijgeleide voor Bouterse. De Haagse hoofdofficier Van Gend heeft Spong in een brief van 3 mei geschreven "dat ik het in uw brief verwoorde standpunt deel". Van Gend heeft de correspondentie doorgespeeld aan advocaat-generaal D. van den Broek. Het OM heeft nog geen officieel standpunt ingenomen. Volgens een woordvoerder van het Haagse ressortsparket zal uiteindelijk minister Korthals (Justitie) moeten beslissen over het verlenen van een vrijgeleide.

Bij justitie bestaat overigens het vermoeden dat Bouterse niet serieus van plan is om naar Nederland te komen. Zijn verzoek zou vooral zijn ingediend om zich er bij afwijzing over te kunnen beklagen dat Nederland hem bij verstek berecht en niet eens hoort. Verzoeken van Nederland om Bouterse in Suriname te horen, zijn in Paramaribo steeds afgewezen.