Huursubsidie aangepast om laagste inkomens te ontzien
De Wet individuele huursubsidie wordt aangepast om te bereiken dat de huren voor de minima netto minder snel stijgen. Dit kondigt staatssecretaris Tommel aan in de begroting van het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer (VROM).De bewindsman stelt vast dat de huren de laatste jaren sneller zijn gestegen dan de inkomens. Daardoor bedraagt de gemiddelde huurquote inmiddels 21,1 procent. Dat is het deel dat een huurder van zijn inkomen zelf aan huur moet betalen. Huurders die individuele huursubsidie ontvangen _ voornamelijk de minima _ hebben gemiddeld een hogere huurquote: 23,2 procent.
Om te voorkomen dat mensen die huursubsidie krijgen een steeds groter deel van hun inkomen aan huur kwijt zijn, trekt Tommel volgend jaar 50 miljoen gulden uit en daarna nog een bedrag dat tot 77 miljoen in 1998 oploopt. De wijzigingen hebben als effect dat de netto-huurverhoging voor iemand met huursubsidie ,,zoveel mogelijk in de pas loopt met de werkelijke huurverhoging'', aldus de staatssecretaris. Hij voorspelt dat de stijging van de huurquote voor de minima de komende jaren ,,zeer gematigd'' zal zijn.
Overigens is Tommel bezig het totale systeem van individuele huursubsidie door te lichten, waarbij onder meer wordt onderzocht of fiscalisering ervan mogelijk is of overheveling naar de gemeenten.
Tommel zegt het woningtekort ,,een voortdurend punt van aandacht'' te vinden. Hij houdt daarom onverkort vast aan de doelstelling dat dit tekort in 2000 maximaal 2 procent mag bedragen. Hij kondigt maatregelen aan om woningen beter geschikt te maken voor ouderen. Daarbij gaat het zowel om de toegankelijkheid van de woningen zelf als om de nabijheid van zorgvoorzieningen en de sociale veiligheid van de omgeving.
Het beleid voor de ruimtelijke ordening wordt "geactualiseerd'. Het kabinet zal zich begin volgend jaar uitspreken over wat er moet gebeuren in de periode tussen 2005 _ wanneer het huidige "masterplan' voor het ruimtelijk beleid, VINEX, afloopt _ en 2010. Dit kondigt minister De Boer aan. Voor de periode daarna komt er een Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, te maken door een volgend kabinet.
Vooral in de Randstad zal tot in de volgende eeuw nog veel moeten worden gebouwd. VROM houdt daarbij vooralsnog vast aan het concept van de "compacte stad', waarbij alleen in en aan de rand van steden huizen verrijzen. In oktober en november houdt VROM een aantal openbare gesprekken over de toekomst van het Groene Hart. Dat moet worden beschouwd, schrijft De Boer, ,,als contramal van de verstedelijking'' in de Randstad.
De Boer wil weten of voor het Groene Hart de voorkeur uitgaat naar een "ontspannen hart', met de nadruk op natuur en recreatie, een "agrarisch hart', met een accent op landbouw en natuur, of een "sportief hart', een combinatie van recreatie en landbouw.
Zij hoopt dat voor de kust van Den Haag kan worden gebouwd, maar sluit niet uit dat na 2010 de druk op de Randstad zo groot wordt ,,dat bestaande concepten in het beleid fysiek onvoldoende mogelijkheid geven'' om aan de woningbehoefte te voldoen. Twee weken geleden liet het ministerie van verkeer en waterstaat weten dat wellicht al vanaf 2005 zal moeten worden gebouwd langs spoorwegen in het Groene Hart.
Een andere mogelijkheid om ruimte te winnen in de Randstad is de verplaatsing van glastuinbouw. De Rijksgebouwendienst heeft verder een aantal experimenten met een efficiëntere kantooropzet lopen, waarbij telewerken en werken in deeltijd een ruimtebesparing van 20 procent blijken te kunnen opleveren.