"Armoede komt wel degelijk voor'
Iedere volwassene in Nederland heeft onder bepaalde voorwaarden ten minste recht op een bijstandsuitkering. Echte armoede hoort dus niet voor te komen, maar zij bestaat wel. Voorzichtig komen de bewindslieden van sociale zaken, minister Melkert en staatssecretaris Linschoten, tot deze erkenning. In de Sociale Nota 96 zeggen zij dat zich ,,wel degelijk financiële en sociale problemen voordoen die als armoede kunnen worden gekenschetst''.Problematische schulden en sociaal isolement zijn voorbeelden van wat de twee bewindslieden als ,,nieuwe armoede'' definiëren. De schatting is dat 150.000 tot 200.000 huishoudens in Nederland met dergelijke problematische schulden kampen. Sociaal isolement volgt dan al snel: op sociale activiteiten wordt het eerst bezuinigd. Meestal hebben dergelijke huishoudens niet meer dan een minimuminkomen, maar de nieuwe armoede komt ook voor bij inkomensgroepen die meer dan driemaal het sociaal minimum hebben te besteden.
De erkenning dat armoede in Westerse landen bestaat, dateert eigenlijk al van de VN-top die in maart van dit jaar in Kopenhagen is gehouden. Door de ondertekening van de slotverklaring heeft het kabinet zich gebonden aan de bestrijding en de voorkoming van armoede. Hoe het kabinet dit denkt te doen zal meer gedetailleerd blijken uit de nota "Armoedebestrijding' die Melkert en Linschoten binnenkort naar de Tweede Kamer sturen.
Duidelijk is dat gemeenten meer mogelijkheden krijgen via bijzondere bijstand de helpende hand te bieden en toch een soort inkomensbeleid voor de minima te voeren, vroeger een domein dat de centrale overheid exclusief voor zichzelf claimde. Het zijn instrumenten naast wat volgens Melkert en Linschoten ,,de belangrijkste pijler'' van armoedebestrijding is: het werkgelegenheidsbeleid.