Veel impulsen voor scholen en cultuur, maar weinig geld
Maar liefst dertien "nieuwe beleidsimpulsen' worden gepresenteerd in de onderwijsbegroting 1996, waarin nu ook de aanwinst van de laatste formatie is geïntegreerd: Cultuur. De "impulsen' zijn zeer gevarieerd, van versterking van het basisonderwijs en verbetering van de lerarenopleiding, via "nieuwe accenten in het cultuurbeleid' tot monumentenzorg. De meest ingrijpende is de verbetering van de hoger-onderwijsprogramma's, via een studeerbaarheidsfonds van 500 miljoen gulden (verdeeld over vier jaar) dat samenhangt met de voorgenomen bezuinigingen in het hoger onderwijs. Voor het leerlingwezen is 400 miljoen extra beschikbaar, maar dat bedrag loopt via de begroting van Financiën, omdat het bestaat uit een belastingkorting voor ondernemers, van 4.500 gulden per leerling.
Verder zijn met de impulsen zelden grote bedragen gemoeid. De belangrijkste impuls is dat er niet bezuinigd wordt op basis-, voortgezet en beroepsonderwijs _ en ook niet op cultuur. Meestal wordt het geld voor een aanpassing gevonden door kleine verschuivingen in vergelijkbare posten. Zo is bijvoorbeeld voor taalonderwijs aan allochtone leerlingen veertig miljoen extra beschikbaar, dat vrijkomt door toepassing van nieuwe criteria voor het "achterstandsbudget' van scholen. Andere belangrijke impulsen zijn "veiligheid op school' (negen miljoen, oplopend tot 38 miljoen in 1999, als onderdeel van een nieuw jeugdproject van de rijksoverheid), vernieuwing beroepsonderwijs (85 miljoen), versterking lerarenopleiding (24 miljoen), en inburgering nieuwkomers (44 miljoen, oplopend tot 77 miljoen in 1999). Deze inburgering is een belangrijk thema van het rijksbeleid. In totaal willen de departementen van OCW en VWS volgend jaar 19.215 "inburgeringstrajecten' financieren, totale kosten 196,3 miljoen gulden. De uitvoering van dit project, dat bestaat uit Nederlandse-taalcursussen, "oriëntatie op de samenleving' en maatschappelijke begeleiding, ligt bij de gemeenten. Nieuwkomers in Nederland kunnen worden verplicht aan het programma deel te nemen, bijvoorbeeld als ze een uitkering krijgen. Voor regulier onderwijs aan kinderen van asielzoekers is verder een reserve gecreëerd van 27 miljoen gulden.
In de grote beleidslijnen van OCW, waarvan de begroting dit jaar in totaal 38 miljard gulden beslaat, verandert niet veel. De overdracht van het schoolgebouwenbeheer naar de gemeenten wordt met een jaar uitgesteld, tot 1997. Minister Ritzen hoopt dat de stabilisatie van het aantal wachtgelders in het onderwijs doorzet, en wacht met nieuwe maatregelen om dit kostbare probleem (ongeveer een miljard gulden) terug te dringen op nieuwe cijfers in november. De grote projecten en plannen uit de afgelopen jaren (Weer samen naar school, Basisvorming, Tweede fase voortgezet onderwijs, "ROC-vorming') worden gewoon voortgezet, behalve in het hoger onderwijs, zoals uiteengezet in het Hoger-onderwijs- en onderzoeksplan 1996 (HOOP).
Wat betreft de cultuur wil het kabinet de voorgenomen bezuiniging van 50 miljoen gulden intrekken, als de verlaging van het BTW-tarief voor cultuur en verhoging van loterij-inkomsten tenminste voldoende geld opleveren. Verder zal in het cultuurbeleid het oordeel van de "gebruikers' zwaarder gaan wegen, zoals uiteengezet in de deze zomer gepresenteerde nota "Pantser of ruggegraat'. Een belangrijk thema van deze nota is dat gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde culturele instellingen nauwer moeten gaan samenwerken. De positie van steden als regionale centra van kunst en cultuur moet worden versterkt, onder meer door convenanten tussen steden en rijksoverheid. In de monumentenzorg wordt een nog onbekend extra bedrag geïnvesteerd, afhankelijk van de meevallers op de rijksbegroting.
Over de toekomst van de publieke omroep wil staatssecretaris Nuis een maatschappelijk debat organiseren, ter voorbereiding van de indiening van een nieuwe Mediawet, volgend jaar. Basis van het debat moet een onderzoek zijn dat Nuis laat uitvoeren naar de consequenties van verschillende "beleidsopties' die te maken hebben met de programmering, het aantal netten, en de financieringswijzen. Dit jaar is de publieke omroepen een concessie verleend voor vijf jaar. Nuis wil volgend jaar duidelijkheid scheppen over de periode daarna. Op kortere termijn zal Nuis een wetsontwerp indienen om volgend jaar al commerciële regionale omroep mogelijk te maken.