Rijksbegroting 1995
Nieuws uit NRC Handelsblad dinsdag 19 september 1995

Milieu verbetert, maar nog te veel CO2

De toestand van lucht, water en bodem in Nederland is de laatste jaren in veel opzichten verbeterd, maar op enkele punten schiet het regeringsbeleid ernstig te kort. De uitstoot van kooldioxyde of CO2 (het belangrijkste broeikasgas) is gestegen, hoewel een stabilisatie werd nagestreefd. Ook komt er nog veel te veel stikstof uit drijfmest in oppervlaktewateren terecht. Om te voldoen aan internationale afspraken, zoals het Noordzee-actieplan, zou de stikstofemissie de helft minder moeten zijn dan in 1985. Maar er is slechts een reductie van tien procent bereikt.

Dat zijn de voornaamste conclusies in de eerste milieubalans die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in Bilthoven heeft opgemaakt. Het betreft een rapportage over de kwaliteit van het milieu als resultaat van het gevoerde beleid, speciaal bij het ministerie van VROM. Ook andere onderzoeksinstellingen hebben aan het rapport meegewerkt. De bedoeling is dat voortaan elk jaar op de derde dinsdag van september een dergelijke terugblik verschijnt.

,,We hebben veel goed nieuws'', zei prof.ir. N.D. van Egmond, directeur milieu van het RIVM, bij de presentatie van de milieubalans. Een algemene trend die het instituut signaleert is dat de uitstoot van de meeste vervuilende stoffen niet meer evenredig toeneemt met de groei van industriële produktie, consumptie, verkeer en energieverbuik. Van Egmond: ,,Er wordt een ontkoppeling zichtbaar tussen de groei van het bruto binnenlands produkt en de milieudruk die daaruit voortvloeit.''

Voorbeelden van successen en succesjes op milieugebied zijn het terugdringen van CFK's (chloorfluorkoolwaterstoffen), de ontzwaveling van rookgassen bij onder andere elektriciteitscentrales, de verwijdering van fosfaten bij de rioolwaterzuivering en de aanzienlijke reductie van zware metalen in oppervlaktewater. Auto's vervuilen de atmosfeer minder dan voorheen door het gebruik van loodvrije benzine en de driewegkatalysator. De milieuwinst die daarmee wordt geboekt, gaat echter grotendeels weer teniet door de groei van het Nederlandse wagenpark.

In de natuur, aldus de milieubalans, zijn vrijwel alle kwetsbare soorten in aantal achteruitgegaan, vooral door verzuring, vermesting, verdroging en versnippering van het areaal. Intussen is de voor bos en hei zo schadelijke zure neerslag wel verminderd. In sommige gevallen zijn ook de positieve gevolgen van een betere kwaliteit van lucht en water waarneembaar. Zo herstelt zich de roofvogelstand doordat er minder giftige stoffen in het milieu terechtkomen. De Rijn knapt langzaam maar zeker op, wat een terugkeer van de zalm mogelijk maakt.

Terugblikken op milieukwaliteit en milieubeleid is betrekkelijk nieuw voor het RIVM, dat juist een reputatie heeft opgebouwd in vooruitblikken met zogeheten milieuverkenningen. De eerste daarvan verscheen op 13 december 1988 en droeg als titel Zorgen voor Morgen, een rapport dat om zijn alarmerende karakter veel opzien baarde.

,,Dat had te maken met de Troonrede in september van dat jaar'', aldus Van Egmond. Die bevatte, zegt hij, ,,een geruststellend verhaal''. Nederland zou een stuk schoner geworden zijn, met name op het gebied van water en lucht. ,,Maar dat was niet in overeenstemming met de werkelijkheid'', aldus Van Egmond. Het RIVM kwam dan ook met een radicaal ander verhaal. De vervuiling zou op alle fronten met gemiddeld tachtig procent terug moeten om aan de doelstellingen van de nationale overheid en de EG te voldoen.

Het afgelopen voorjaar kreeg het RIVM van minister De Boer het verzoek voortaan ook jaarlijks een milieubalans op te maken en die voor Prinsjesdag gereed te hebben. Hiervoor is een wettelijke grondslag gecreëerd via een aanpassing van de Wet Milieubeheer. De bewuste wetswijziging is inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen, maar moet de Eerste Kamer nog passeren.

De nieuwe opdracht ligt volgens Van Egmond geheel in de lijn van de zogeheten kerntaak die in 1983 voor het RIVM werd geformuleerd. Daarin is sprake van diagnoses en prognoses over de milieukwaliteit. De milieubalans is een duidelijk geval van diagnostiek. Daarmee hield het RIVM zich al eerder bezig, maar dan per sector: lucht, water en bodem afzonderlijk. Nu is voor het eerst een compleet milieubeeld geschetst als resultaat van de gevoerde politiek. ,,En dat is een vak apart'', aldus Van Egmond. ,,We hebben er honderden beleidsmaatregelen voor moeten doorploegen.''

Volgens Van Egmond heeft het RIVM daarmee ,,een signaleringsfunctie'' gekregen. ,,Zoals bij ons bericht over kooldioxyde, dit voorjaar. Dat was een signaal dat het niet goed gaat. De uitstoot van CO2 is niet gestabiliseerd, wat de bedoeling was, maar toegenomen. Tegelijk waarschuwen wij voor optimisme als het erom gaat dit broeikasgas terug te dringen.''




NRC Webpagina's (c) NRC Handelsblad (19 SEPT. 1995 / web@nrc.nl)

Voorpagina | Supplement | RIJKSBEGROTING 1995