Controles op BSE vertienvoudigd
Door een onzer redacteuren
LELYSTAD, 27 OKT. De opsporing
van runderen die besmet zijn met de gekkekoeienziekte BSE wordt in
Nederland verbeterd. Onderzoeksinstituut ID-DLO in Lelystad gaat het
aantal controles op BSE vertienvoudigen.
Nu worden jaarlijks 1.200 monsters van geslachte runderen onderzocht.
Dat worden er in de toekomst 12.000. Dat zegt directeur onderzoek
prof.dr. E. Claassen van ID-DLO. Het plan staat los van de gisteren
gepubliceerde bevindingen van een Britse onderzoekscommissie over BSE.
Eten van met BSE besmet runderweefsel kan bij mensen de dodelijke
hersenziekte Creutzfeldt-Jakob veroorzaken.
Met de uitbreiding van de controles wordt het BSE-gevaar in Nederland
beperkt, hetgeen volgens Claassen niet wil zeggen dat het tot nu toe
onveilig was.
De vertienvoudiging van de controles is mogelijk door een nieuwe,
snellere methode voor onderzoek van het hersenweefsel van runderen.
Hierin kan Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) worden
aangetoond. Voortaan zal de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
gericht monsters nemen. De dienst zal bij elke noodslachting
hersenweefsel opsturen naar ID-DLO. In de verdere toekomst moeten de
onderzoeksmethoden worden verruimd. Claassen: "Wij zijn nu nog beperkt
in ons onderzoek. De test is alleen op dode dieren mogelijk. Binnen
enkele jaren zal het mogelijk zijn ook levende beesten te controleren."
Volgens Claassen loopt Nederland voorop in de BSE-bestrijding. Claassen:
"Bij een vondst van een BSE-rund is telkens de veestapel op de boerderij
geruimd en onderzocht. Ook de familieleden van de zieke koeien zijn
gedood en onderzocht. Nieuwe gevallen zijn niet ontdekt. Bovendien was
Nederland een van de eerste landen die strenge maatregelen namen om de
voedselketen te beschermen."
In Nederland zijn tussen 1997 en 1999 zes BSE-koeien ontdekt. In Groot-
Brittannië werd vorig jaar bij een uit Nederland geïmporteerde
koe BSE gevonden. De besmettingsbron kon niet met zekerheid worden
vastgesteld.