|
|
De 'bruggen' van Bush zijn er nog niet
ROTTERDAM, 3 JAN. Deze regering bewijst dat ik niet bang ben om me te omringen met sterke en competente persoonlijkheden. Dit compliment maakte de aanstaande president van Amerika George W. Bush zichzelf gisteren. Hij vindt ook dat hij een van de beste regeringen heeft weten samen te stellen uit de Amerikaanse geschiedenis. Niet zonder trots zei Bush gisteren, bij het aanwijzen van de laatste drie kabinetsposten, dat hij heeft bewezen hoe je geschikte mensen moet vinden en dat hij straks zal bewijzen dat hij goed kan delegeren. Dat laatste is niet zo moeilijk aangezien de meeste benoemingen - veel vrienden van zijn vader en uit andere voorgaande Republikeinse regeringen - nauw aansluiten bij het conservatieve programma waarmee hij de verkiezingsstrijd inging. Maar dat is juist het verwijt dat Bush' critici hem maken. Na zo'n moeizaam bevochten verkiezingsoverwinning en met minder stemmen dan zijn opponent Al Gore werd er van uitgegaan dat Bush zou proberen een compromisregering te formeren. De meeste commentatoren wijzen erop dat vooral de conservatieve vleugel van de republikeinse aanhang zijn zin heeft gekregen. Vooral de benoeming van senator John Ashcroft als minister van Justitie heeft twijfel gewekt of Bush werkelijk de 'bruggenbouwer' is die hij na zijn overwinning gezegd heeft te willen zijn. De diep religieuze Ashcroft is anti-abortus, voor de doodstraf, tegen verdere beperking van vuurwapenbezit. Hij heeft weinig belangstelling voor burgerrechten, bescherming van het milieu en anti-trust wetgeving. De Democraat Jesse Jackson heeft al aangekondigd de nominatie van Ashcroft te zullen n. De Senaat moet zijn goedkeuring geven aan de kandidaten, die zich in de komende weken in speciale hearings zullen verantwoorden. Bush zei gisteren dat hij de confrontatie van Ashcroft en de Senaat met vertrouwen tegemoet ziet. Op de valreep in Bush erin geslaagd om ook een Democraat in zijn regering op te nemen. Norman Y. Mineta, de huidige minister van Energie, wordt minister van Verkeer. Maar zoals Mineta zelf in een reactie op zijn benoeming al zei: er bestaat niet zoiets als een Democratische snelweg of een Republikeinse file. Mineta heeft wel overlegd met president Clinton, met Gore en Democraten in de Senaat of hij de benoeming zou moeten accepteren. De enige andere Democraat wiens naam nog in Washington circuleert is die van Lee Hamilton als mogelijke ambassadeur bij de Verenigde Naties - met de directeur van de inlichtingendienst CIA de enige belangrijke openstaande post. Bush is er dus niet in geslaagd (en volgens sommigen heeft hij het ook niet heel hard geprobeerd) om tegemoet te komen aan de kiezerswens tot bipartisanship, een soort tweepartijenregering die het beste de verkiezingsuitslag zou weerspiegelen. Wel heeft hij de ministersposten zorgvuldig verdeeld over de verschillende etnische groepen in de VS. De zes blanke mannen in zijn kabinet zijn in de minderheid. Bush' regering telt twee zwarten, een man van Aziatische oorsprong, twee latino's (een man en een vrouw) en drie blanke vrouwen. Toch is het de vraag of Bush daarmee de minderheden voor zich heeft gewonnen. Vooral de benoeming van de latino Linda Chavez als minister van Arbeid is, ook in Spaanstalige kringen, omstreden. Ze geldt als een hardnekkig pleitbezorgster van het Engels als officiële taal in de VS. Volgens een woordvoerder van Mexicaanse Amerikanen zou haar benoeming "de zaken voor de latino-gemeenschap wel eens kunnen verslechteren". Chavez ontmoet ook weerstand bij de vakbonden. Zij is een uitgesproken tegenstandster van invoering op federaal niveau van een minimumloon. En ze voelt weinig voor reguleringen met betrekking tot bescherming van werknemers en pensioenrechten. De voorzitter van de 13 miljoen leden tellende vakbond AFL-CIO John Sweeney noemde de keuze "een belediging voor alle werkende mannen en vrouwen van Amerika". Gisteren was er nog maar weinig over van de verzoenende taal die Bush na zijn overwinning sprak. "Ik geloof dat ik hier sta vanwege het programma dat ik tijdens de campagne heb verdedigd", aldus de aanstaande president. "En ik ben van plan dat programma, dat ik zo goed mogelijk voor het Amerikaanse volk heb uiteengezet, aan het Congres voor te leggen." Op de vraag of hij niet iets bescheidener zou moeten zijn omdat er meer stemmen op zijn opponent zijn uitgebracht dan op hemzelf, zei de aanstaande president geprikkeld: "Ik heb campagne gevoerd in de veronderstelling dat degene die de meeste kiesmannen achter zich zou krijgen president wordt."
|
NRC Webpagina's 3 januari 2001
|
Bovenkant pagina |
|