|
|
Bush en Gore vechten nu zonder handschoenen
WASHINGTON, 7 SEPT.Maanden leek de zoon van de Republikeinse oud- president George Bush, met zijn guitige oogopslag en zijn gave de dingen in gewoon Amerikaans te zeggen, op een overwinning af te stevenen. Als jongeman had hij niet direct willen deugen, maar als getrouwde man verdiende hij zijn sporen in de olie-industrie en later als gouverneur van Texas. Zijn geloof in God was zijn vaandel. Voortdurend drong Bush zijn Democratische tegenvoeter, vice-president Al Gore, in de hoek van het 'onbetrouwbare, bandeloze Witte Huis'. "Nog es vier jaar Clinton-Gore, nee, dank u", was het simpele appèl aan het kiezersinstinct dat wat anders verfrissend is. Impliciet was Bush' boodschap: Gore is saai en socialistisch. Tot de Democratische Conventie van begin augustus lukte het Al Gore nauwelijks zich los te maken van die typering. Maar onder de schijnwerpers van showbizz-hoofdstad Los Angeles wist de evenzeer als zoon van een toppoliticus geboren Gore zich eindelijk te bevrijden van dat stereotype beeld van de bloedeloze, perfecte quizkandidaat. Hij bleek mensen te kunnen ontroeren, door op te komen voor Amerikanen die net zo hard gezwoegd hebben als zijn moeder. Sindsdien gaat de strijd min of meer gelijk op, met Gore licht in het voordeel. Wie terugkomt glanst meer dan wie een voorsprong moet prijs geven. Een deel van Gore's eindelijk gevonden overtuigingskracht zit ook in zijn tot nu toe geslaagde gok om het over echte problemen te hebben. Zijn plan voor de gezondheidszorg gaat door waar de Clintons moesten afhaken. Bush ging er steeds vanuit dat gewone kiezers net zo weinig in details geïnteresseerd zijn als hij zelf. Gore stelde hem in Los Angeles en in de weken die volgden aan de kaak als een kandidaat die heel knap akoestisch gelikte speeches met één of twee soundbites aflevert, maar er noch met zijn hoofd noch met zijn hart bij is. Die verschijnselen zijn deze week verergerd voor de Republikeinen. Het 'debat over de debatten' heeft Bush als lichtgewicht geportretteerd, een indruk die vorig jaar in menig persprofiel opdook, maar die hij dit jaar goeddeels had weten te vermijden. Een bange kandidaat bovendien, die overhoring van de examenstof tracht te ontlopen. De vraag waar en hoeveel de twee kandidaten op de televisie met elkaar debatteren is meer dan een detail. In de fel bevochten verkiezingen van 1960 behaalde John F. Kennedy zijn nipte overwinning volgens kenners mede dankzij een knappe debattechniek, waar de Republikein Richard Nixon verkrampt bij afstak. Bush wil volgende week dinsdag in het NBC-programma 'Meet the Press' debatteren en 3 oktober bij CNN's Larry King - beide uitzendingen hebben een voor Bush gunstig geacht babbelgehalte en worden door (bijna) geen van de andere grote netwerken overgenomen. Alleen op 17 oktober is Bush bereid 'openbaar' in debat te gaan, in een universitaire omgeving waar alle zenders welkom zijn. Door zich probleemloos beschikbaar te stellen 'waar en wanneer' dat maar van pas komt, heeft Al Gore zich een sterkere positie veroverd. In feite wil hij drie debatten van het openbare type, zoals voorgesteld door de Commissie voor de Verkiezingsdebatten (waarin Democraten en Republikeinen, de Groenen en de Reform Party uitsluiten). Die zouden dichterbij de verkiezingsdag van 7 november zijn: op 3, 11 en 17 oktober. Bush dreigt dinsdag gewoon naar de NBC-studio te gaan en desnoods met een lege stoel in discussie te gaan, maar de omroep heeft laten weten daar niet aan mee te werken. Gore zoekt net zo goed de voordeligste momenten en omgeving voor de cruciaal geachte directe debatten. Hij lijkt in deze schermutseling een lichte voorsprong te nemen. Daarbij moet echter in het oog worden gehouden dat hij die voorsprong volgens opinieonderzoek onder de uiteindelijk doorslaggevende kiesmannen in de staten nog niet heeft. De geslaagde toon die George W. Bush maandenlang kon aanslaan, was zeker mede te danken aan zijn behendige flirt met de brede, religieuze onderstroom in het land. Zonder zich aard- en nagelvast aan de meest rechtse christelijke groeperingen vast te klinken, wist hij een beeld van vreugdevolle deugdzaamheid te verspreiden dat deed denken aan de door Norman Rockwell getekende omslagen van de vroegere Saturday Evening Post. Sleutelwoorden: integriteit en fatsoen. Gore's keuze van de orthodox-joodse senator Joe Lieberman blijkt daarop een doeltreffender antwoord te zijn dan in de eerste dagen na zijn aanwijzing voor zeker kon worden aangenomen. Lieberman brengt veel debat te weeg over de gepastheid van zijn herhaalde uitspraken die de Verenigde Staten afficheren als "het meest religieuze land op aarde". Zondag zei Lieberman: "Wij moeten als volk ons geloof opnieuw bevestigen en de toewijding van onze natie en onszelf aan God en Gods bedoelingen vernieuwen. " De briefschrijvers verdringen zich bij de opiniepagina's in het land om te applaudisseren, respectievelijk hun afschuw uit te spreken. Atheïsten en agnosten kunnen nu het gevoel krijgen dat zij bij beide grote partijen niet echt welkom zijn. Het hindert Gore niet zichtbaar. Uit opiniepeilingen blijkt dat de Democraten veel lager scoorden op 'normen en waarden'. Joe Lieberman heeft daar zijn handelsmerk van gemaakt, terwijl hij in zijn stemgedrag een pragmatisch en loyaal Democraat is. Gore heeft ook geluk. Gouverneur Bush, die 'Washington weer beschaafd' wilde maken, wordt al dagen achtervolgd door zijn niet voor de microfoon bedoelde terzijde over een ervaren journalist van The New York Times, die hij tegen zijn running mate Cheney omschreef als een 'een eersteklas klootzak'. De man had geschreven dat de tv-spot van Bush over medicijnen voor nul procent klopte. Sindsdien heeft Bush alleen zijn spijt willen betuigen dat dit gehoord is door miljoenen. Gisteren stond George W. Bush er nauwelijks presidentieel bij, met een te klein petje op voor een zaal vol oud-strijders. Terwijl Al Gore de Amerikaanse economie voor de komende tien jaar voorrekende (met een boek van ruim 200 pagina's om zijn betoog te schragen) maakte Bush een opmaat naar weer een aanval op de verwaarlozing door Clinton van Amerika's strijdkrachten, vandaag in Illinois met de Golf-helden Colin Powell en Norman Schwarzkopf. De kiezers krijgen steeds meer materiaal om straks echt te kiezen in deze verrassend serieuze campagne 2000.
Dit is de eerste bijdrage van onze nieuwe correspondent in Washington.
|
NRC Webpagina's 7 september 2000
|
Bovenkant pagina |
|