|
|
John McCain
Omstreden karakter vol charme en venijn
WASHINGTON, 7 MAART. De charme van John McCain is even legendarisch als zijn arrogantie. Zijn zelfspot is even scherp als zijn hatelijkheden. En zijn aanhangers zijn even gepassioneerd als zijn tegenstanders. Geen van de Amerikaanse kandidaten heeft zo'n omstreden karakter als de man die zegt dat de kiezers hun president op karakter moeten selecteren.
McCain kent de waarde van een goede grap. Een jaar geleden was hij een
van de sprekers op het zogeheten Gridiron-diner, een jaarlijkse
festiviteit waar de alle leden van de Washingtonse incrowd, van de
president tot te
Sinds die avond in maart 1999 heeft McCain een jaar lang campagne voor
het presidentschap gevoerd als held van de Vietnam-oorlog, met op de
achtergrond een grote foto van zijn jongere zelf in uniform. Doorgaans
wordt hij ingeleid door sprekers die hem bewogen aanprijzen omdat hij
een echte oorlogsheld is en bovendien zo'n ongelooflijk bescheiden
kerel. Deze moedige veteraan is de man die het presidentschap weer op
een eervolle manier kan vervullen, is de boodschap.
Pas gisteren waagde een van zijn critici het om vast te stellen dat
McCain zijn heldendom wel wat erg schaamteloos uitbuit. In de
conservatieve Wall Street Journal schreef commentator Mark
Helprin: "Het is niet eervol om je eer uit te venten, aan te bieden als
wisselgeld en te noemen in iedere zin." Helprin beschuldigde de
oorlogsheld zelfs van verraad, omdat hij zijn partij zou opofferen aan
zijn eigen ambities.
Bij veel senatoren is de rake zelfspot van McCain al langer uitgewerkt.
Niet voor niets steunen maar vier van zijn 54 Republikeinse collega's in
de Senaat zijn kandidatuur. De meesten kennen de onaangename kant van
McCain, die ze hem vaak nog kwalijker nemen dan zijn afwijkende
standpunten. McCain heeft doorgaans weinig geduld met collega's die zijn
mening niet delen. In zo'n geval speelt hij direct op de man. Toen de
jonge Democratische senator Russell Feingold uit Wisconsin eens een
voorstel indiende om af te zien van de bouw van een nieuw en kostbaar
vliegdekschip voor de marine, informeerde McCain op hoge toon of de man
ooit aan boord van een vliegdekschip was geweest. Het was een vraag naar
de bekende weg, de collega was zelfs niet in dienst geweest. Maar het
was een te mooie kans om te laten liggen voor McCain, die zelf in 1967
als oorlogspiloot in de Zuid-Chinese Zee aan boord was van het
vliegdekschip Forrestal toen daar een brand uitbrak die 134 man het
leven kostte. Een paar maanden later werd McCain neergeschoten boven
Hanoi, waar hij vervolgens vijfeneenhalf jaar zwaargewond gevangen werd
gehouden. Dit hoefde McCain zijn jongere collega niet te vertellen, want
in politiek Washington kent iedereen zijn levensgeschiedenis. Maar hij
peperde hem het verschil in militaire ervaring wel even goed in. Ga maar
eens kijken op een vliegdekschip, voegde hij de senator drie keer achter
elkaar toe. En alsof de vernedering nog niet groot genoeg was
suggereerde hij dat de man te rade zou gaan bij Colin Powell, "die, zo
kan ik mijn vriend uit Wisconsin vertellen, een generaal van de
strijdkrachten is". Als uitsmijter beriep McCain zich nog op het oordeel
van mensen met militaire ervaring "die hun leven op het spel hebben
gezet voor dit land". Bescheiden als hij is doelde hij natuurlijk "niet
op deze senator, maar op anderen". Met zijn charme, scherpe tong en
vechtersinstinct heeft McCain zich in het Congres een sterke,
onafhankelijke positie verworven. Als lid van het Huis van
Afgevaardigden was hij in 1982 een van de weinige Republikeinen die een
Amerikaanse vredesmissie in Libanon niet wilden verlengen, ondanks druk
van president Reagan. Toen een autobom een maand later een Amerikaanse
kazerne in Beiroet verwoestte, kreeg McCain achteraf gelijk. Jaren later
toonde hij zijn onafhankelijkheid door niet te luisteren naar zijn
partij en naar organisaties van veteranen, maar president Clinton te
steunen in zijn toenadering tot de voormalige oorlogsvijand Vietnam.
Naarmate de campagne de afgelopen weken bitterder werd, heeft het
publiek minder van de innemende, en meer van de venijnige McCain gezien.
Zijn tirades tegen het politieke establishment werden steeds scherper,
politici die de financiering van campagnes niet willen hervormen noemt
hij corrupt, zijn rivaal George W. Bush vergeleek hij met Clinton en de
leiders van christelijk rechts noemde hij makelaars in
onverdraagzaamheid en zelfs krachten van het kwaad, al nam hij die
laatste aanduiding terug omdat het een slecht begrepen grap zou zijn.
De kiezers lijken wat overdonderd door zoveel bitterheid. McCains
collega's in de Senaat herkennen waar ze in een zwakkere vorm al
vertrouwd mee waren. Mocht McCain zijn "kruistocht" (zoals hij het zelf
noemt) vandaag of de komende weken zien stranden, dan zullen ze hem
minzaam glimlachend opnieuw welkom heten in hun midden.
|
NRC Webpagina's 7 maart 2000
|
Bovenkant pagina |
|