U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Amerikaanse Verkiezingen 2000

Nieuws

Uitslagen

Kandidaten

Debatten

Voorrondes

Links

McCain kan de Clinton van rechts worden


John McCain is een conservatieve Republikein, maar juist zijn conservatieve partijgenoten vallen hem het hardst aan nu hij succes heeft in de voorverkiezingen. Toch lijkt het tij te keren.

Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL

WASHINGTON, 26 FEBR. Als John McCain over zijn helden spreekt, en dat doet hij dezer dagen vaak, dan noemt hij Ronald Reagan, Harry Truman of Theodore Roosevelt. Ook zijn vader en zijn grootvader, die allebei admiraal waren in de marine, beschouwt hij als voorbeelden. Hij zal niet snel zeggen dat Bill Clinton in zijn rijtje favorieten thuishoort, maar toch heeft McCain veel van de huidige president geleerd.

McCain gelooft dat hij alleen president kan worden als hij zijn partij verandert. Bill Clinton kon het Witte Huis veroveren omdat hij de Democratische partij hielp om de weg naar het politieke midden terug te vinden. Vanuit de tegengestelde richting probeert McCain hetzelfde te doen met de Republikeinse partij, ook al heeft hij zijn hele politieke leven vanaf de rechtervleugel geopereerd. Daarom maakte hij onlangs de - in Republikeinse kringen bijzonder riskante - opmerking dat hij "de politicus Clinton" best kan waarderen.

De kleine man met de witte haren en het indrukwekkende levensverhaal heeft zijn partij daarmee in een ware identiteitscrisis gestort. Zijn onmiskenbare succes in de voorverkiezingen stelt conservatieve Republikeinen voor een groot dilemma. De man maakt zoveel enthousiasme bij een brede groep kiezers los, dat hij de Republikeinen na acht jaar Clinton misschien eindelijk het Witte Huis weer kan terugbezorgen. Maar is hij nog wel één van hen? vragen ze zich vertwijfeld af.

Nota bene het gematigd linkse weekblad The New Republic legde als eerste de vinger op de gevoelige plek. Deze Man is Geen Republikein, luidde een paar weken geleden de stellige kop voorop het blad. Deze week gaat The New Republic zelfs zover om zich achter de kandidatuur van McCain te scharen (terwijl het blad aan de Democratische kant vice- president Gore steunt). McCain, zo luidt de argumentatie, is "de eerste serieuze kandidaat in de recente geschiedenis die probeert van zijn partij iets anders te maken dan de politieke arm van een kleine groep bevoorrechte Amerikanen."

Voor veel Republikeinen is dergelijke taal niet bepaald een aanbeveling. Erger nog is dat McCain een van de Republikeinse heilige huisjes bij het oud vuil wil zetten. Sinds Ronald Reagan is verlaging van de belastingen een van de fundamenten van de partij waar alle Republikeinen zich in kunnen vinden. En nu waagt McCain het om, net als Clinton, te zeggen dat aflossing van de nationale schuld en het veiligstellen van de oudedagsvoorziening Social Security voorrang moeten hebben. Voor veel conservatieve Republikeinen is dat vloeken in de kerk, het is een aantasting van hun diepste overtuiging. Vandaar hun felle verzet tegen zijn kandidatuur.

In veel opzichten is John McCain de anti-Clinton waar de kiezers volgens de Republikeinse leiders op zitten te wachten. Eer en vaderlandsliefde zijn trefwoorden in zijn levensgeschiedenis, hij spreekt duidelijke taal, hij wil de corrumperende invloed van het grote geld op de politiek aanpakken. En tijdens het impeachment-proces stemde McCain zonder aarzeling voor afzetting van de president.

Maar McCain is niet in ieder opzicht de anti-Clinton. Hij beseft dat de Amerikanen nog altijd grote waardering hebben voor het beleid dat Clinton voert, ook al veroordelen ze zijn karakter. Daarom presenteert hij zich niet in ieder opzicht als de tegenpool van de president. Met zijn verzet tegen grote "belastingverlagingen voor de rijken", zijn steun voor een forse belasting op sigaretten en zijn pleidooi voor afbetaling van de schuld strijkt McCain zijn partijgenoten tegen de haren in. Maar hij volgt wat blijkens opiniepeilingen de voorkeur van de meeste Amerikanen is.

John McCain is een rebel, die net als zijn idolen Ronald Reagan en Teddy Roosevelt vastbesloten is om de weerstand in zijn partij te overwinnen. Na zijn dubbele overwinning deze week, in Michigan en Arizona, begint hij hier en daar al succes te boeken. De uiterst conservatieve Wall Street Journal, tot nog toe een fel tegenstander van McCain, stelt zich sinds een paar dagen veel positiever op. De conservatieve ideoloog William Bennett zei gisteren dat McCain duidelijk meer kans maakt op het Witte Huis dan Bush. En volgens Bill Kristol, hoofdredacteur van het conservatieve tijdschrift Weekly Standard, is de coalitie van Republikeinse, Democratische en onafhankelijke kiezers die McCain probeert te smeden, zelfs de enige manier waarop een Republikein de verkiezingen kan winnen.

Tegen het levensverhaal van McCain kan ondertussen niemand op, Bush noch Gore noch Bradley. Dat de hevig omstreden Vietnam-oorlog ooit nog eens een nationale held zou opleveren, had niemand kunnen denken. McCain heeft zijn oorlogservaringen een centrale plaats gegeven in zijn campagne. En het werkt. De autobiografie waarin hij vertelt hoe hij meer dan vijf jaar krijgsgevangene was in Hanoi is niet alleen een bestseller, het boek ontroert zowel veteranen als mensen die fel tegen de oorlog waren. Het verhaal dat hij weigerde om vervroegd vrijgelaten te worden als niet ook Amerikanen die langer vastzaten mochten gaan, spreekt bij velen tot de verbeelding. Alsof McCain een soort verlosser is van het nationale Vietnam-trauma schreef een commentator gisteren met bijna religieus enthousiasme in The Washington Post: "Hij leed voor onze zonden. Hij stierf er niet voor, maar het scheelde weinig."

Dat zijn krachtige sentimenten, waarbij allerlei bedenkingen makkelijk in het niet kunnen vallen. Ze doen sommige Democraten en onafhankelijke kiezers voor lief nemen dat McCain tegen het recht op abortus is, tegen beperking van het vuurwapenbezit en dat hij weigert om zich uit te spreken tegen de vlag van de Confederatie, die volgens velen een symbool is van racisme. En ze helpen veel Republikeinen - de grote vraag is alleen hoeveel - om te kiezen voor een bijsturing van hun partij.

NRC Webpagina's
26 februari 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad