U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Amerikaanse Verkiezingen 2000

Nieuws

Uitslagen

Kandidaten

Debatten

Voorrondes

Links

Bush en Gore hebben toch concurrentie


De verrassend grote zege van John McCain in New Hampshire schaadt George W. Bush ook in de rest van het land. Maar in beide partijen ligt de strijd nog wijd open.

Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL

WASHINGTON, 2 FEBR. De kiezers in New Hampshire hebben hun reputatie van tegendraadsheid gisteren opnieuw waargemaakt. Vooral de Republikeinen hebben een proteststem uitgebracht. De verrassend grote zege die ze senator John McCain bezorgden was een slag in het gezicht van de partijtop, die zich maanden geleden al vrijwel unaniem achter gouverneur George W. Bush had geschaard.

In beide partijen ligt de strijd om de nominatie voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen na gisteren nog wijd open. Beide favorieten, Bush en vice-president Gore, blijken veel sterkere uitdagers te hebben dan ze aanvankelijk hadden verwacht, waardoor ze zich moeten opmaken voor een felle strijd.

Bush heeft de komende maanden nog genoeg mogelijkheden om zijn nederlaag in New Hampshire te boven te komen. Vorige week won hij overtuigend in Iowa (waar McCain niet meedeed), en zijn kansen om op 19 februari de volgende belangrijke voorverkiezing, in South Carolina, te winnen, zijn ook goed. Bush heeft veel meer geld ingezameld dan McCain, en hij beschikt over een campagne-organisatie met activisten verspreid over het hele land.

Maar de overwinning van McCain in New Hampshire heeft Bush beroofd van een belangrijk argument: dat hij de beste kandidaat is wegens het simpele feit dat hij de meeste kans heeft om in november de presidentsverkiezingen voor zijn partij te winnen. Die veronderstelling is nu opeens niet meer zo vanzelfsprekend.

De conservatieve McCain wist in New Hampshire een groot enthousiasme los te maken bij Republikeinse, maar ook bij onafhankelijke en zelfs Democratische kiezers. Zijn bewogen levensgeschiedenis spreekt tot de verbeelding (hij zat tijdens de Vietnam-oorlog meer dan vijf jaar gevangen in Hanoi). Zijn stijl en zijn onafhankelijke opstelling in de Senaat dwingen respect af (de manier waarop politici geld inzamelen, ook die van zijn eigen partij, noemt hij corrupt). En zijn pleidooi voor hervorming van het politieke systeem (minder invloed van het Grote Geld) inspireert mensen die eigenlijk al niet veel meer van hun politici verwachtten.

De komende weken moet Bush bewijzen dat hij kan terugvechten. Zijn partijgenoten in het hele land zullen met argusogen volgen hoe hij de tegenslag van New Hampshire verwerkt. In Iowa won hij, maar 60 procent van de Republikeinen stemde niet voor hem. In New Hampshire stemde bijna 70 procent van de Republikeinen niet voor hem. Voor een gedoodverfde koploper zijn dat zorgelijke percentages.

Bush is twee keer gekozen tot gouverneur van Texas, maar hij is een debutant in de landelijke politiek. Onbedoeld versterkte hij de afgelopen week het beeld dat hij voor het presidentschap misschien nog te onervaren is, toen hij de hulp van zijn vader inriep bij zijn campagne in New Hampshire. Oud-president Bush verscheen met zijn vrouw Barbara op een grote verkiezingsbijeenkomst van George W., maar hij hielp het presidentiële imago van zijn zoon niet erg toen hij verklaarde dat hij het volste vertrouwen had in "mijn jongen".

McCain blijft ook na zijn overwinning de uitdager. In South Carolina ligt hij volgens opiniepeilingen ver achter bij Bush, en in de rest van het land heeft hij nog nauwelijks campagne gevoerd. Ook in financieel opzicht is de campagne van Bush hem verre de baas. En naarmate de campagne zich verplaatst naar grotere deelstaten, heeft McCain steeds minder aan zijn grote talent om kiezers te bereiken met discussie- bijeenkomsten in kleine zaaltjes. In New Hampshire hield hij meer dan honderd van zulke bijeenkomsten, maar nu zullen de kandidaten het meer van televisiespotjes moeten hebben, en dat kost handen vol geld.

Al Gore op zijn beurt boekte in New Hampshire zijn tweede overwining, maar hij ontsnapte op het nippertje aan een afgang. Na de ruime zege die hij vorige week in Iowa op Bradley behaalde, moest hij gisteren genoegen nemen met een neuslengte voorsprong. Voor een zittende vice-president in een ongekend lange periode van economische groei, is dat een nogal mager resultaat.

Kennelijk sloegen de felle aanvallen die Bradley sinds een paar dagen deed op de integriteit van Gore bij een aanzienlijke groep kiezers aan. Net als de McCain-stemmers brachten ook de Bradley-stemmers een proteststem uit: tegen Gore, tegen voortzetting van de regering-Clinton onder een nieuwe man, en tegen de kopstukken van de partij die zich achter Gore hebben opgesteld. Als Bradley zijn rivaal met een paar dagen van venijnige aanvallen al zo dicht kan naderen, dan kan Gore niet gerust zijn op het verloop van de campagne in de komende weken. Bradley heeft zeker zo'n goed gevulde campagnekas als Gore. En na het respectabele resultaat dat hij gisteren boekte, zal de oud-senator uit New Jersey de komende weken gemakkelijk weerstand kunnen bieden aan oproepen van partijgenoten die willen dat hij de handdoek in de ring gooit om Gore niet te veel schade te doen. Maar hij zal toch een keer moeten winnen, om als alternatief geloofwaardig te blijven.

Voor de drie Republikeinse kandidaten die mikten op de conservatief- christelijk kiezers was New Hampshire een teleurstelling. Het is moeilijk voorstelbaar dat ze nog een rol van betekenis in de campagne zullen spelen. Ondanks de miljoenen die hij besteedde aan reclamespotjes, behaalde Steve Forbes lang niet de twintig procent waar zijn kamp op hoopte maar slechts 14 procent. Dat stelde alleen iets voor vergeleken met de zes procent van Alan Keyes en de één procent van Gary Bauer.

NRC Webpagina's
2 februari 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad