|
|
Bush en Gore maken favorietenrol waar
Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL
Al Gore en George W. Bush hebben de openingsronde van de Amerikaanse presidentsverkiezingen glansrijk doorstaan. Gore heeft na zeven jaar in de schaduw van Bill Clinton laten zien dat hij op eigen benen kan staan. Bush, een debutant in de landelijke politiek, is erin geslaagd om een gematigd imago te presenteren zonder de conservatieve Republikeinen van zich te vervreemden. Dat zijn de belangrijkste resultaten van de stemming die gisteren in Iowa werd gehouden. Natuurlijk telt ook mee dat Gore zijn rivaal Bill Bradley overtuigend versloeg en dat Bush alle Republikeinen achter zich liet. Maar Iowa is niet representatief voor de rest van het land. De winnaars kunnen aan de uitslag niet veel meer ontlenen dan een psychologische opkikker. Gore en Bush hebben veel meer aan de groei die ze tijdens de campagne hebben doorgemaakt dan aan de behaalde percentages. Beide kandidaten moesten de afgelopen maanden grote twijfels aan hun kwaliteiten zien weg te nemen. De campagne van Gore was aanvankelijk stuurloos en werd geplaagd door onhandige uitspraken van de kandidaat. Maar in Iowa heeft Gore eindelijk zijn toon gevonden: betrokken, ambitieus en vooral vechtlustig. Daarmee dreef hij Bradley, die wil overkomen als integere denker en zich verre wenst te houden van moddergooien, in het defensief. Zo had Bradley vorige week bij een televisie-debat geen antwoord toen Gore hem verweet als senator in 1993 tegen noodhulp voor door een natuurramp getroffen boeren in Iowa te hebben gestemd. Of die scherpe toon geschikt is om in november het politieke centrum te veroveren, het ideologische middenveld waar Amerikaanse verkiezingen worden gewonnen, is de vraag. Maar de Democratische getrouwen die in voorverkiezingen stemmen, lijken het prachtig te vinden. Het is de toon van de vakbeweging, die zich in een uitzonderlijk vroeg stadium al voor Gore heeft uitgesproken en die met haar organisatorische netwerk een grote bijdrage aan de overwinning in Iowa heeft geleverd. Bush moest de indruk wegnemen dat hij een lichtgewicht is die te onervaren is voor het presidentschap. De eerste 45 jaar van zijn leven stond hij bekend als een stevig drinkende corpsbal, een half-mislukt zakenman met een explosief humeur die het hoofd slechts boven water hield dankzij de invloedrijke vrienden van zijn vader. Maar toen hij in 1994 tegen alle verwachtingen in het gouverneurschap van Texas bemachtigde, ontpopte hij zich als een sluw campagnedier die een enorme aantrekkingskracht op kiezers uitoefent. De twijfel heeft Bush nog niet helemaal weten uit te bannen, maar zijn campagne is er niet door in het slop geraakt. De druk om te presteren was (en is) enorm: vrijwel alle prominente Republikeinen en talloze geldschieters hebben op hem ingezet. Desondanks blijft Bush vrij ontspannen campagne voeren en wijkt hij niet af van zijn koers. Christelijk rechts mag onder Republikeinen in Iowa een enorme machtsfactor zijn, Bush heeft enige afstand tot deze groep weten te bewaren. De kandidaat van het ,,conservatisme met gevoel'' wil in november aanspraken kunnen maken op het politieke centrum, en de weg daarheen heeft hij vakkundig opengehouden. Voor de rivalen van Gore en Bush is de voorverkiezing die volgende week in New Hampshire van cruciale betekenis. De Democraat Bill Bradley zal zich moeten revancheren voor zijn nederlaag in Iowa. De peilingen voorspellen daar een nek-aan-nek race met Gore. Als Bradley in New Hampshire niet wint, of althans dichter bij een overwinning komt dan gisteren, zal het hem moeite kosten om zijn campagne nog lang voort te zetten. Aan geld ontbreekt het hem niet, en evenmin aan een goede organisatie. Maar als hij geen geloofwaardig perspectief op de nominatie heeft, zullen de leiders van de Democratische Partij hem onder druk zetten om zich terug te trekken en Gore daarmee een slepende en kostbare broederstrijd te besparen. In Democratische kring herinnert men zich nog maar al te goed hoe Edward Kennedy in 1980 tot de zomer de uitputtingsslag met koploper Jimmy Carter volhield. Carter won de strijd om de nominatie, maar legde het daarna af tegen Ronald Reagan. Aan Republikeinse kant wordt Bush van verschillende kanten belaagd. Gesterkt door zijn onverwacht sterke prestatie in Iowa werpt Forbes zich op als de kandidaat van de rechtervleugel. Maar ook Keyes en Bauer maken aansprak op die positie. John McCain spreekt met zijn eigenzinnige standpunten en zijn heldhaftige oorlogsverleden zowel conservatieve als gematigde Republikeinen aan. In New Hampshire mogen bovendien onafhankelijke kiezers, die niet staan ingeschreven als Republikein of Democraat, naar keuze meedoen aan de Republikeinse of Democratische voorverkiezing. McCain is bijzonder populair bij deze groep, die hij hard nodig zal hebben om in New Hampshire te winnen. Er staat de komende week dus veel op het spel, want, zoals men in Amerika zegt, de belangrijkste voorverkiezing is altijd de volgende.
|
NRC Webpagina's 25 januari 2000
|
Bovenkant pagina |
|