U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Amerikaanse Verkiezingen 2000

Nieuws

Uitslagen

Kandidaten

Debatten

Voorrondes

Links

Bill Bradley wekt de tijger in Al Gore


Al Gore had zich geen betere tegenstander kunnen wensen dan Bill Bradley, zijn Democratische rivaal in de aanloop naar de presidentsverkiezingen. Vanavond heeft in Iowa de eerste voorronde plaats.

Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL

DUBUQUE, 24 JAN. Meteen als Bill Bradley het woord neemt, valt op dat hij een zeldzaam soort presidentskandidaat is. Hij slingert zijn woorden het publiek niet in, hij spreekt langzaam en op zachte toon. Bedachtzaam legt hij uit waarom hij president wil worden en wat hij aan Amerika wil verbeteren. Hij is zuinig met grote woorden als trots, schande, redden, God en Het Beste land ter Wereld. Hij spreekt zijn gehoor aan als volwassenen, en dat spreekt in de Amerikaanse politiek niet vanzelf. Of het werkt is nog de vraag.

De voormalige basketbal-ster en senator lijkt volkomen op zijn gemak in de grote sportzaal van Loras College in Dubuque, een plaatsje aan de Mississippi in het oosten van Iowa. Zo'n vierhonderd aanhangers zijn naar hem komen luisteren, in het laatste weekeinde voor het Amerikaanse verkiezingsseizoen formeel van start gaat met de eerste voorronde, vanavond in Iowa. Retorisch vuurwerk krijgen de Bradley-supporters niet, wel stof tot nadenken. Over de ruim dertig miljoen Amerikanen die geen ziekteverzekering hebben. Over de noodzaak om het vuurwapenbezit aan banden te leggen. Over de armoede die ook in deze economische hoogtijdagen blijft voortbestaan. En over de grote rol die geld speelt in de Amerikaanse politiek. "Het geld heeft een muur opgetrokken tussen het volk en de volksvertegenwoordigers.", zegt Bradley, die achttien jaar in de Senaat heeft gezeten en het dus kan weten. Het publiek klapt instemmend, maar de zaal wordt niet afgebroken.

Al Gore pakt het heel anders aan als hij een dag later een zaaltje vakbondsleden toespreekt in Newton, in het hart van Iowa. Op lange tafels staan bakken macaroni-met-kaas, kippenpootjes, brownie's en vruchtensla met glazige Jell-O pudding, alles van huis meegebracht door de aanwezigen. Gore, in een joviale v-halstrui en op sportieve schoenen, maakt meteen bij binnenkomst al een goede beurt als blijkt dat hij een oer-Amerikaanse Oma-Duck-taart bij zich heeft. Hij gaat alle tafels langs om iedereen uitgebreid de hand te schudden, op de schouder te kloppen of een vriendelijk woord toe te voegen. De man die zo vaak is afgeschilderd als een houten klaas ontpopt zich als een campagne-tijger die nauwelijks onder doet voor het natuurtalent Bill Clinton.

Als hij het woord neemt, en hij de macaroni uitbundig heeft geprezen, bouwt Gore een subtiel betoog op dat begint met huiselijke anecdotes over zijn gezin, om naadloos over te gaan in een lofzang op de economische prestaties van de huidige regering. Terwijl hij geleidelijk aan harder en sneller gaat praten, belooft hij - zonder in details te treden - als president op de bres te zullen staan voor de vrouwen en etnische minderheden. Hij waarschuwt dat Bradley de afstandelijke stijl van regeren van Ronald Reagan bewondert, en besluit, bijna brullend, met de climax: "Ik zal vechten, ik zal voor jullie vechten." Het zaaltje kookt.

De intense, populistische stijl van Gore - met weinig concrete voorstellen en veel prikkeling van het gemoed - heeft zijn campagne de afgelopen maanden een forse impuls gegeven. De combinatie van volkse jovialiteit en agressieve uithalen naar zijn tegenstanders slaat aan bij veel traditioneel Democratische kiezers. De ironie is dat Gore die nieuwe strategie te danken heeft aan Bradley, die zelf zo'n totaal andere stijl heeft.

Bradley heeft de vice-president ongewild een grote dienst bewezen. Afgelopen zomer begonnen Gore en zijn medewerkers in de gaten te krijgen dat Bradley een veel grotere bedreiging was dan ze aanvankelijk dachten. De politieke eenling joeg de vice-president, de gedoodverfde kandidaat van de partijtop, de stuipen op het lijf met opmerkelijk hoge populariteitscijfers en zijn succesvolle campagne om evenveel geld als Gore in te zamelen. De kwakkelende campagne van Gore had personeelsproblemen, de kandidaat zelf maakte een paar lelijke blunders en hoge Democraten begonnen openlijk te twijfelen aan zijn verkiesbaarheid.

Maar Gore had nog tijd genoeg om zijn campagne nieuwe vaart te geven. Nadat Bradley hem had wakker geschud, begon hij pas echt campagne te voeren. Hij verminderde zijn betrokkenheid bij de regering-Clinton, trok meer tijd uit voor toespraken en discussies met kiezers in Iowa en New Hampshire en sloeg in debatten met Bradley en in zijn toespraken een strijdlustige toon aan. Daarmee bestreed hij niet alleen het imago van krachteloosheid dat een vice-president altijd aankleeft, hij leek er ook zijn zelfvertrouwen mee op te krikken.

Nu de voorrondes beginnen is Gore geharnast, terwijl bij Bradley een zekere vermoeidheid begint op te treden. Hij kan de aanvallen van Gore niet goed pareren zonder zijn eigen harmonieuze stijl geweld aan te doen. Maar door niet van zich af te bijten wekt de laconieke Bradley de indruk niet weerbaar genoeg te zijn. Zijn bespiegelingen over "de moeilijkheid om een balans te vinden tussen bescheidenheid en het projecteren van zelfvertrouwen" mogen oprecht zijn, of de kiezers zich er erg mee identificeren is de vraag.

Een extra probleem was Bradley's erkenning, eind vorige week, dat hij de afgelopen maand vier keer een onregelmatige hartslag had, waarvan drie keer kort voor of na een debat met Gore. Volgens deskundigen levert die conditie geen gevaar op en kan hij gewoon functioneren. Maar ondertussen is Bradley wel al dagen bezig om twijfels over zijn gezondheid weg te nemen.

Op zijn eigen manier vecht Bradley door. Hij bewees zijn onafhankelijkheid van geest zaterdagavond bijvoorbeeld door, als enige kandidaat, een toespraak te houden voor een Islamitisch Cultureel Centrum in de stad Cedar Rapids. De andere kandidaten grijpen iedere kans aan om te vertellen hoe christelijk ze wel niet zijn, in de wetenschap dat christelijke kiezers in Iowa een grote groep vormen. Bradley loopt niet te koop met zijn geloof. "Door ons te bezoeken neemt hij stelling voor tolerantie", zei Taha Walil, een lokale imam. Maar de vermoeid ogende Bradley greep de kans om daar zelf een uitspraak over te doen niet aan. Zijn rede voor de moslims verschilde nauwelijks van de standaardtoespraak die hij dagelijks vier of vijf keer uitspreekt.

Opiniepeilingen voorspellen dat Bush en Gore in Iowa met zeer ruime voorsprong zullen winnen. Maar Bradley kreeg gisteren een opsteker van de grootste krant in Iowa, de Des Moines Register, die steun uitsprak voor Bush bij de Republikeinen en Bradley bij de Democraten. De krant prees Bradley's fatsoen. De waarde van die eigenschap voor de politieke praktijk is omstreden.

NRC Webpagina's
24 januari 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad